Leijten over het toezicht op de kwaliteit van zorg in particuliere verzorgings-en verpleeghuizen

Antwoorden op kamervragen van Kant en Leijten over het toezicht op de kwaliteit van zorg in particuliere verzorgings-en verpleeghuizen

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2845835

15 mei 2008

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van de Kamerleden Kant en Leijten over het toezicht op de kwaliteit van zorg in particuliere verzorgings-en verpleeghuizen (20700817860).

Vraag 1
Wat is uw mening over het feit dat er een fikse stijging is waar te nemen in het aantal particuliere woonzorgvoorzieningen?

Antwoord 1
Ik vind dat een goede ontwikkeling. Het stimuleert dat er meer keuzemogelijkheden zijn voor cliënten. Verschil in stijl en mogelijkheden van wonen zijn er voor alle mensen in Nederland. En geven de mogelijkheid voor mensen om die zorgen en manier van wonen te zoeken die het beste bij hun behoefte aansluit. Ik zie geen reden waarom men zodra men zorg nodig heeft alle eigen leefwensen overboord moet zetten en iedereen in één format moet passen.

Vraag 2
Erkent u dat hierdoor een tweedeling ontstaat in de ouderenzorg? Deelt u de mening dat iedere oudere, ongeacht inkomen en opgebouwd vermogen, recht heeft op goede en menswaardige zorg? Zo ja, hoe gaat u dit waarborgen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Iedere oudere heeft, ongeacht inkomen en opgebouwd vermogen, recht op goede en menswaardige zorg. In ons land is iedere zorginstelling verplicht om verantwoorde zorg te bieden. Alle zorginstellingen waaronder ook de particuliere woonzorgvoorzieningen vallen onder de Kwaliteitswet zorginstellingen en dienen te voldoen aan de eisen ingevolge die wet. De Inspectie voor de Volksgezondheid ziet daarop toe. Ik deel uw zorg over tweedeling dan ook niet. Voorzieningen zoals de Magistraat bieden vooral extra's in woonomgeving, en eten en drinken. Of men daarvoor extra wil betalen is een privékeuze.

Vraag 3
Deelt u de vrees dat het verplegend personeel de reguliere verzorgings- en verpleeghuizen gaan mijden in ruil voor de particuliere zorg? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
Het staat het personeel vrij om te kiezen voor de meest plezierige en best betaalde werkplek. Ik heb er vertrouwen in dat zorginstellingen hierop in zullen spelen. Zorgaanbieders in andere zorginstellingen kunnen evengoed een plezierige werkomgeving organiseren waarin kwalitatief goede zorg wordt aangeboden, waardoor het personeel het werk aantrekkelijk blijft vinden.

Vraag 4
Wat is uw mening over het feit dat er geen meldingsplicht bestaat bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) voor deze particuliere instellingen?

Vraag 5
Erkent u dat het wel van groot belang is dat de IGZ toezicht kan houden op deze instellingen, en niet pas nadat er een klacht is binnengekomen? Bent u bereid een vergunningen- en registratiesysteem voor deze particuliere instellingen te creëren? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4 en 5
In het kader van de Kwaliteitswet zorginstellingen houdt de IGZ ook toezicht op de particuliere woonzorgvoorzieningen. Ik ben voornemens in de toekomstige wetgeving ter versterking van de positie van de cliënt in de zorg de toelating op basis van de WTZi wel te vervangen door een registratieplicht. Daardoor blijft een ieder op de hoogte van het bestaan van de zorginstellingen. Het invoeren van een nieuw vergunningensysteem is niet meer van deze tijd en zal hooguit een beperkte bijdrage leveren aan betere kwaliteit van zorg. Dat weegt niet op tegen de lasten ervan. Het opzetten van een vergunningensysteem vraagt onder andere een actieve inzet van de overheid omdat deze dan criteria moet stellen op grond waarvan de vergunning wel of niet wordt toegekend. Het opzetten van een registratieplicht is in zijn belasting eenvoudiger en is zeker zo doelmatig. Hierbij gaat het er dan vooral om dat de IGZ zicht heeft op het totale aanbod aan zorgaanbieders waardoor ze makkelijker toezicht kunnen houden.

Vraag 6
Wat vindt u ervan dat de Inspectie geen toezicht houdt op deze instellingen omdat deze slechts toezicht houdt op de zogeheten AWBZ-instellingen?

Vraag 7
Bent u bereid, net zoals u van plan bent bij de instellingen voor alternatieve geneeswijzen, ook voor deze instellingen de Kwaliteitswet aan te passen? 2) Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6 en 7
Ingevolge de Kwaliteitswet zorginstellingen houdt de Inspectie ook toezicht op de particuliere woonzorgvoorzieningen voorzover zij zorg verstrekken zoals omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en de AWBZ.