Senternovem


15-05-2008 | PeGO tevreden, maar ook kritisch over nieuwbouwconvenant

Vanaf 2015 zijn nieuwe woningen, winkels en kantoorgebouwen vijftig procent energiezuiniger dan nu. Dat zijn het ministerie van VROM, Bouwend Nederland, NEPROM en NVB (Vereniging voor Ontwikkelaars en Bouwondernemers) overeengekomen. Het akkoord, dat 22 april is ondertekend, voorziet in nog een belangrijke maatregel: het aanpassen van de energieprestatienorm (EPN). Het Platform EnergieTransitie in de Gebouwde Omgeving (PeGO) is tevreden met het akkoord, maar plaatst wel een aantal kanttekeningen.

Binnen drie jaar wordt de eerste stap gezet: vanaf 2011 zal elk nieuw gebouw 25% energiezuiniger zijn omdat dan de norm van 0,8 naar 0,6 gaat. In 2015 is dat percentage dus opgeschroefd naar 50%. Het akkoord sluit aan bij de ambities van het huidige kabinet, vastgelegd in het programma Schoon & Zuinig. Dat is belangrijk, want doordat het akkoord ook na deze kabinetsperiode van kracht is, krijgen ondernemers zekerheid op de lange termijn.

Herziening Energieprestatienorm (EPN)
Evenals de ondertekenaars vindt PeGO dat een herziening nodig is van de manier waarop de energieprestatie wordt gemeten. De methode kan veel beter aansluiten bij het werkelijke energieverbruik, en meer rekening houden met het gedrag van de bewoners en de locatiegebonden maatregelen. Bovendien zou de methode geschikt moeten zijn voor energieneutrale huizen. De huidige Energieprestatienorm is daar nog niet op toegesneden. Het is de bedoeling dat de nieuwe methodiek per 2011 in het Bouwbesluit wordt opgenomen.

Bestaande en bewezen technieken
De marktpartijen willen de energiebesparing vooral bereiken door het inzetten van bestaande, bewezen technieken. Bredere toepassing van gebouwgebonden maatregelen als driedubbel glas, zonne-energie, gevelisolatie en vloerverwarming kan volgens projectontwikkelaars eenvoudig leiden tot een aanzienlijke energiebesparing. Om ervaring op te doen met innovatieve technieken en concepten, komen er tien `experimenteergebieden'. Ook in het klimaatakkoord dat al in november 2007 met de VNG werd gesloten, heeft dit een plek gekregen.

Innovatie is nodig
PeGO betreurt de limiet van tien gebieden. Voorzitter Jan Terlouw: "Het convenant gaat voorbij aan het feit dat er inmiddels al veel ontwikkelaars en bouwers zijn die op een aanvaardbare manier - zonder stijging van woonlasten en met behoud van een prima binnenmilieu - projecten realiseren op een niveau flink onder de EPC van 0,6. Voor verdergaande energiebesparingsconcepten is structurele innovatie in de bouwsector broodnodig. Het gaat dus niet alleen om het opschalen van al bewezen technieken (`meer van hetzelfde') maar vooral om het investeren in innovatieve technieken of bouwprocessen (`anders en beter')."

Financiële prikkels
Om het convenant te laten slagen, moet een markt ontstaan voor energiezuinig bouwen. Daarbij spelen financiële prikkels een belangrijke rol. De overheid gaat in het kader van dit akkoord bekijken of er een verdere vergroening van het belastingstelsel mogelijk is. Ook kunnen verschillende regelingen ingezet worden voor dit akkoord. Eén ervan is het Innovatieprogramma energiebesparing bij nieuwbouw en renovatie, dat later dit jaar gepresenteerd wordt.

Ambities niet afzwakken
Investeren in energiezuinige maatregelen kost geld. En het is niet de bedoeling dat nieuwbouwwoningen door dit akkoord veel duurder worden. De partijen hebben in het convenant daarom twee ijkmomenten ingebouwd. In 2010 en 2014 wordt gekeken of de concurrentiepositie van de nieuwbouwsector niet is verslechterd ten opzichte van de bestaande bouw. Is dat wel zo, dan volgt overleg over eventuele maatregelen. Maar volgens Terlouw mag dat geen reden zijn om de ambities af te zwakken. "Sterker nog: dit zou juist reden kunnen zijn om in de bestaande bouw extra inspanningen te verrichten," besluit Terlouw.