Gemeente Valkenswaard
Bergstraat 48-50
Bouwvergunning Bergstraat 48-50
Het college van burgemeester en wethouders heeft geconstateerd dat er
publicaties zijn verschenen over een vermeende gang van zaken rondom
een bouwvergunning aan de Bergstraat 48-50. De genoemde feiten in de
publicaties zijn suggestief beschreven en niet getoetst op
waarheidsgehalte, waardoor deze publicaties leiden tot misverstanden.
Vandaar dat het college besloten heeft tot het publiceren van een
overzicht van de gebeurtenissen over de gang van zaken rondom de
bouwvergunning van Bergstraat 48-50.
In het voorjaar van 2005 is een principeverzoek ingediend voor een
vergunning voor genoemde locatie. Dit plan voldeed aan de bebouwings-
en gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan en ook werd het plan
positief beoordeeld door de welstandscommissie. De bouwverordening
stelt als basis de eis dat op eigen terrein wordt geparkeerd, doch
onder omstandigheden kan het college hier ontheffing voor verlenen.
Het college heeft destijds deze ontheffing verleend, waarbij men met
het bepalen van de parkeerbehoefte (en dus ook het tekort) alleen is
uitgegaan van de toename in woningen en oppervlakte van het nieuwe
plan ten opzichte van de bestaande situatie.
Na dit principeverzoek werd de definitieve aanvraag medio 2005
ingediend en is de bouwvergunning verleend. Door een omwonende is
vervolgens bezwaar aangetekend tegen deze bouwvergunning. Naar
aanleiding van dit bezwaar heeft het gemeentebestuur een heroverweging
gemaakt en het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard. Om die reden is
de bouwvergunning alsnog niet doorgegaan.
De aanvrager van de vergunning was het met deze beslissing van het
college niet eens en besloot de hele gang van zaken aan de rechter
voor te leggen. De rechtbank was het eens met de strenge rekenmethode
van het gemeentebestuur. De aanvrager is tegen deze uitspraak in hoger
beroep gegaan, aangezien deze van mening was dat de rekenmethode
helemaal niet klopte. In hoger beroep heeft de Raad van State op 6
februari 2008 vervolgens uitgesproken dat de rekenmethode die het
college hanteerde om de parkeerbehoefte te berekenen niet klopte en
dat de methode (grotendeels) moet worden gehanteerd zoals aanvrager
die voorstelde.
Aan de hand van deze rekenmethode kwam het parkeertekort afgerond
slechts op 2 parkeerplaatsen. Uit een inmiddels uitgevoerd
parkeeronderzoek in de omgeving bleek bovendien dat dit tekort kon
worden opgevangen in de directe omgeving. Om die reden diende de
gevraagde vergunning alsnog te worden afgegeven.