Ingezonden persbericht

Vrouwelijke arts luistert beter naar patiënt

AMSTERDAM, vrijdag 16 mei 2008

Vrouwelijke artsen luisteren beter naar patiënten dan hun mannelijke collega's. Ook geven vrouwelijke artsen meer informatie en stellen zij meer vragen zodat patiënten beter betrokken zijn bij de behandeling. Bovendien zijn patiënten van vrouwelijke artsen tevredener dan patiënten van mannelijke artsen. Het maakt dus verschil uit of medische zorg wordt verleend door een mannelijke of een vrouwelijke arts.

Dat meldt het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde morgen in een artikel van mw. prof.dr. A.L.M. Lagro-Janssen, hoogleraar Vrouwenstudies Medische Wetenschappen van het Universitair Medisch Centrum Radboud in Nijmegen.

Volgens de hoogleraar communiceren vrouwen anders dan mannen. Een van de verschillen is dat mannen vaker taak- en oplossingsgericht zijn, terwijl vrouwen zich meer richten op de persoon met wie zij spreken en vaker probleemgericht zijn. Deze verschillen zijn merkbaar in de spreekkamer van de huisarts. Vrouwelijke artsen geven meer informatie en vragen meer, waardoor patiënten meer deelnemen aan de medische dialoog. Volgens Lagro-Janssen doen vrouwen meer moeite om een gelijkwaardige relatie op te bouwen met hun patiënten door naar hun mening te vragen en hen verbaal aan te moedigen. Ook zijn vrouwelijke artsen in hun aanpak gericht op het verkleinen van bestaande statusverschillen terwijl mannen deze juist benadrukken.

Borstonderzoek

Opvallend is bovendien dat mannen vaker dan hun vrouwelijke collega's een rectaal onderzoek verrichten bij mannelijke patiënten. Vrouwelijke artsen voeren op hun beurt weer vaker een vaginaal onderzoek uit. Ook geven mannelijke artsen aan een zekere schroom te hebben bij borst- of vaginaal onderzoek. Vrouwelijke artsen ervaren dezelfde moeilijkheden bij prostaatonderzoek. Volgens Lagro-Janssen werpt het kennelijk psychische belemmeringen op om personen van het andere geslacht intieme vragen te stellen of bij hen intieme handelingen uit te voeren. Dat kan ertoe leiden, zo waarschuwt de onderzoekster, dat dit achterwege blijft waardoor aandoeningen gemist kunnen worden.

Ook zijn mannelijke artsen geneigd vaker antidepressiva en slaapmiddelen voor te schrijven dan hun vrouwelijke collega's. En dan ook nog in hogere doses per keer. Artsen zien klachten vaker als psychisch bij vrouwelijke dan bij mannelijke patiënten. Waar mannelijke artsen dan eerder kalmerende middelen voorschrijven, gaan vrouwelijke artsen juist praten. Vrouwelijke patiënten krijgen dan ook veel vaker dan mannelijke kalmerende middelen voorgeschreven, en dit weer vaker door mannelijke dan door vrouwelijke artsen.

De verschillen in aanpak tussen vrouwelijke en mannelijke artsen zijn volgens hoogleraar Lagro-Janssen zo belangrijk dat meer onderzoek is gewenst. 'Patiënten mogen er immers op rekenen dat zij door beide seksen even kundig worden benaderd, ook bij sekse-specifieke klachten.'

Over Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG)

Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG), gevestigd in Amsterdam, verschijnt al sinds 1857 wekelijks als vakblad voor de inmiddels ruim 40.000 artsen en medische wetenschappers in ons land.

NTvG richt zich op het publiceren van klinisch-wetenschappelijke artikelen. Het gaat daarbij niet alleen om publicatie van oorspronkelijk onderzoek; NTvG heeft vooral een didactische functie. Het laat specialisten en generalisten zien wat zich afspeelt in de geneeskunde als geheel en in de verschillende deelgebieden. Die kennis komt weer ten gunste van patiënten.