P E R S
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
NL
8397/08 (Presse 96)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
2863e zitting van de Raad
Justitie en Binnenlandse Zaken
Luxemburg, 18 april 2008
Voorzitter de heer Dragutin Mate
minister van Binnenlandse Zaken van Sloveni
de heer Lovro turm
minister van Justitie van Slovenië
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een besluit waarbij de Europese Politiedienst
(beter bekend als Europol) een agentschap van de EU wordt, met een communautaire begroting en
een statuut voor het personeel. Met het besluit wordt voorts het mandaat van Europol uitgebreid tot
alle ernstige vormen van grensoverschrijdende criminaliteit. Het wordt voor Europol op deze
manier gemakkelijker om lidstaten bij te staan bij grensoverschrijdende strafrechtelijke
onderzoeken.
Tevens is een politiek akkoord bereikt over een actieplan van de EU voor het verbeteren van de
beveiliging van explosieven. Dit actieplan is onderdeel van een hele reeks maatregelen ter
bestrijding van het terrorisme, die de Commissie in november 2007 heeft voorgesteld. Met het
actieplan wordt de traceerbaarheid van explosieven in de EU verbeterd door, onder andere, een
waarschuwingssysteem op te zetten voor diefstal van explosieven in de lidstaten.
Ook is de Raad tot een algemene oriëntatie gekomen over een kaderbesluit waarmee wordt beoogd
drie nieuwe strafbare feiten in de wetgeving van de EU op te nemen: het publiekelijk uitlokken van
het plegen van terroristische misdrijven, en werving en training voor terrorisme.
Tot slot heeft de Raad een mandaat aangenomen waarbij de Commissie wordt gemachtigd met de
Verenigde Staten besprekingen te openen over bepaalde voorwaarden om toegang te verkrijgen tot
het visumvrijstellingsprogramma van de VS.
18.IV.2008
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
8397/08 (Presse 96) 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS ............................................................................................................................ 5
BESPROKEN PUNTEN
GEMENGD COMITE .................................................................................................................... 7
SIS II ............................................................................................................................................. 7
Terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten
verblijven....................................................................................................................................... 8
Visa op de Westelijke Balkan.......................................................................................................... 9
UITBREIDING VAN STATUS VAN LANGDURIG INGEZETENE TOT PERSONEN DIE
INTERNATIONALE BESCHERMING GENIETEN ................................................................... 10
BESPREKINGEN TUSSEN DE EU EN DE VS OVER HET
VISUMVRIJSTELLINGSPROGRAMMA: MACHTIGING VAN DE COMMISSIE................... 11
ILLEGALE MIGRATIE IN GRIEKENLAND.............................................................................. 12
EUROPOL................................................................................................................................... 13
ACTIEPLAN VAN DE EU VOOR HET VERBETEREN VAN DE BEVEILIGING VAN
EXPLOSIEVEN.......................................................................................................................... 14
KADERBESLUIT VAN DE RAAD TOT WIJZIGING VAN KADERBESLUIT
2002/475/JBZ INZAKE TERRORISMEBESTRIJDING .............................................................. 15
VERSTERKING VAN DE PROCEDURELE RECHTEN BIJ VERSTEKVONNISSEN.............. 16
VERSTERKING VAN EUROJUST ............................................................................................. 17
EUROPEES CONTRACTENRECHT........................................................................................... 18
DIVERSEN ................................................................................................................................. 20
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 4
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
- Frontex - deelneming van Zwitserland en Liechtenstein ...................................................................................21
- Zesde jaarverslag van Eurojust (kalenderjaar 2007) - Conclusies van de Raad ..................................................21
- Europees Verdrag betreffende uitlevering - verkorte procedure tot uitlevering ..................................................21
- Europol - Werkprogramma 2009......................................................................................................................22
- Dreigingsevaluatie van de Russische georganiseerde criminaliteit (ROCTA) - Conclusies van de Raad ............22
- Invoering van doeltreffende onderdelenmarkering - Conclusies van de Raad....................................................23
- Europol - Bescherming van prominenten..........................................................................................................24
- Uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen..............................................................24
- Overeenkomst met Brazilië inzake de vrijstelling van een visum voor kort verblijf ...........................................24
- Praktische samenwerking op het gebied van asiel - Conclusies van de Raad .....................................................25
- SIS-begroting - deelneming van Zwitserland....................................................................................................26
- Controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens * ................................................................26
UITBREIDING
- Kroatië - Stabilisatie- en Associatieraad...........................................................................................................27
DOUANE-UNIE
- Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer..........................................27
- Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen ..............................................................28
MILIEU
- Luchtvaart - regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten in de EU....................................................28
VERVOER
- Exploitatie van luchtvervoerdiensten *.............................................................................................................29
BENOEMINGEN
- Europees Economisch en Sociaal Comité.........................................................................................................30
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 5
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
mevrouw Annemie TURTELBOOM minister van Migratie- en Asielbeleid
de heer Jean DE RUYT Permanent Vertegenwoordiger
Bulgarije:
mevrouw Miglena Ianakieva TACHEVA minister van Justitie
de heer Goran YONOV viceminister van Binnenlandse Zaken
Tsjechië:
de heer Jirí POSPÍIL minister van Justitie
mevrouw Milena VICENOVÁ Permanent Vertegenwoordiger
Denemarken:
mevrouw Lene ESPERSEN minister van Justitie
mevrouw Birthe RØNN HORNBECH minister van Vluchtelingen- en Immigrantenzaken en
Integratie
Duitsland:
mevrouw Brigitte ZYPRIES minister van Justitie
de heer Wolfgang SCHÄUBLE minister van Binnenlandse zaken
Estland:
de heer Rein LANG minister van Justitie
de heer Jüri PIHL minister van Binnenlandse Zaken
Griekenland:
de heer Prokopios PAVLOPOULOS minister van Binnenlandse Zaken
Spanje:
de heer Julio PÉREZ HERNÁNDEZ staatssecretaris van Justitie
de heer Carlos BASTARRECHE Permanent Vertegenwoordiger
Frankrijk:
mevrouw Rachida DATI grootzegelbewaarder, minister van Justitie
mevrouw Michèle ALLIOT-MARIE minister van Binnenlandse Zaken, Overzeese
Gebiedsdelen en Lokale en Regionale Overheden
de heer Brice HORTEFEUX minister van Immigratie, Integratie, Nationale Identiteit en
Gezamenlijke Ontwikkeling
Ierland:
de heer Seán POWER onderminister, ministerie van Justitie, Rechtsgelijkheid en
Hervorming van het Recht (belast met Rechtsgelijkheid)
Italië:
de heer Giuliano AMATO minister van Binnenlandse Zaken
de heer Rocco Antonio CANGELOSI Permanent Vertegenwoordiger
Cyprus:
de heer Kypros CHRISOSTOMIDES minister van Justitie en Openbare Orde
de heer Neoklis SYLIKIOTIS minister van Binnenlandse Zaken
Letland:
de heer Gaidis BERZIh minister van Justitie
de heer Mareks SEGLIh minister van Binnenlandse Zaken
Litouwen:
de heer Petras BAGUKA minister van Justitie
de heer Regimantas CIUPAILA minister van Binnenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Luc FRIEDEN minister van Justitie, minister van de Schatkist en van
Begroting
de heer Nicolas SCHMIT gedelegeerd minister van Buitenlandse Zaken en
Immigratie
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 6
NL
Hongarije:
de heer Tibor DRASKOVICS minister van Justitie en Politie
Malta:
de heer Carmelo MIFSUD BONNICI minister van Justitie en Binnenlandse Zaken
Nederland:
mevrouw Guusje TER HORST minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
de heer Ernst HIRSCH BALLIN minister van Justitie
mevrouw Nebahat ALBAYRAK staatssecretaris van Justitie
Oostenrijk:
mevrouw Maria BERGER minister van Justitie
de heer Günther PLATTER minister van Binnenlandse zaken
Polen:
de heer Zbigniew CWIAKALSKI minister van Justitie
de heer Piotr STACHANCZYK onderstaatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken
en Bestuurszaken
Portugal:
de heer Alberto COSTA minister van Justitie
de heer Rui PEREIRA minister van Binnenlandse Zaken
Roemenië:
de heer Catalin Marian PREDOIU minister van Justitie
de heer Vasile Gabriel NITA staatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken en
Administratieve Hervorming
Slovenië:
de heer Lovro TURM minister van Justitie
de heer Dragutin MATE minister van Binnenlandse Zaken
mevrouw Katja REJEC LONGAR onderstaatssecretaris
Slowakije:
de heer tefan HARABIN vice-minister-president en minister van Justitie
de heer Jozef BUCEK staatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken
Finland:
mevrouw Tuija BRAX minister van Justitie
mevrouw Anne HOLMLUND minister van Binnenlandse Zaken
mevrouw Astrid THORS minister van Migratie en Europese Zaken
Zweden:
mevrouw Beatrice ASK minister van Justitie
de heer Tobias BILLSTRÖM minister van Migratie
Verenigd Koninkrijk:
de heer Tony McNULTY onderminister van Veiligheid, Terrorismebestrijding,
Criminaliteit en Politie
Lady SCOTLAND of ASTHAL Attorney General
mevrouw Elish ANGIOLINI Lord Advocate (Schotse regering)
Commissie:
de heer Jacques BARROT vicevoorzitter
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 7
NL
BESPROKEN PUNTEN
GEMENGD COMITE
SIS II
De Raad heeft nota genomen van een voortgangsverslag betreffende het SIS II-project.
Volgens het tijdschema van SIS II moeten uiterlijk op 3 oktober 2008 voor alle lidstaten
conformiteitstesten zijn afgerond.
Nu de Overeenkomst met Zwitserland inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de
uitvoering van de bepalingen van het Schengenacquis op 1 maart 2008 van kracht geworden is,
heeft de Zwitserse regering verklaard gereed te zijn om deel te nemen aan de Schengenevaluatie.
Het verheugt het voorzitterschap dat Zwitserland absolute voorrang zal verlenen aan het SIS IIproject.
De Raad bevestigde voorts de conclusies van een verslag over de nog onopgeloste problemen met
betrekking tot SIS II en nam voorts nota van de voorstellen van de Commissie voor de migratie van
SIS 1+ naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II).
Tot slot bevestigde de Commissie dat zij, op basis van het verslag over de nog onopgeloste
problemen, aan de JBZ-Raad van juni een gedetailleerd tijdschema voor de uitvoering van SIS II zal
voorleggen.
Opgemerkt zij dat de Raad in zijn zitting van 28 februari 2008 conclusies betreffende de
ontwikkeling van de tweede generatie van het Schengeninformatiesysteem (SIS II) heeft
aangenomen; zo komt er een extra mechanisme om tot aan de aanvang van de activiteiten de
ontwikkeling van SIS II in de lidstaten te ondersteunen. De Raad heeft het voorzitterschap tevens
verzocht in april 2008, op basis van een door de "vrienden van SIS II" op te stellen verslag, aan de
Raad verslag uit te brengen over de nog onopgeloste problemen met betrekking tot het
gedetailleerde tijdschema voor SIS II. Het mechanisme werd conform de conclusies van de Raad
onmiddellijk ingesteld.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 8
NL
Terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten
verblijven
Het Gemengd Comité/de Raad hebben nota genomen van de jongste ontwikkelingen betreffende het
voorstel voor een richtlijn over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de
terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven.
Zij hebben met name nota genomen van de besprekingen tussen het voorzitterschap en het Europees
Parlement op 9 april 2008.
Het voorzitterschap benadrukte dat met de onderhandelingen zowel binnen de Raad als met het
Parlement flinke vorderingen zijn gemaakt, maar dat alle partijen toch water bij de wijn zullen
moeten doen. Het wees erop dat er nog vrij veel werk moet worden verzet en dat het met name van
de komende slotonderhandelingen met het Parlement zal afhangen of een overeenkomst mogelijk is.
Het Gemengd Comité/de Raad gaven brede steun aan het voorzitterschap, dat de afronding wenst
van de onderhandelingen met het Parlement.
De ontwerp-richtlijn heeft betrekking op de voornaamste aspecten van het terugkeerbeleid zoals het
vrijwillig vertrek van repatrianten, de tenuitvoerlegging van een terugkeerbesluit door middel van
een verwijderingsprocedure, het uitstel van verwijdering, het opleggen van inreisverboden als
begeleidende maatregel bij een terugkeerbesluit, de vorm van het terugkeerbesluit, de rechtsmiddelen
tegen een terugkeerbesluit en de waarborgen voor een repatriant in afwachting van zijn
terugkeer, de mogelijkheid van een versnelde terugkeerprocedure in bepaalde gevallen, alsmede de
bewaring van repatrianten en de omstandigheden daarvan.
De meest omstreden bepalingen van de ontwerp-richtlijn hebben betrekking op de werkingssfeer,
het vrijwillig vertrek van repatrianten, het inreisverbod, de bewaring van illegaal verblijvende
personen, en de omstandigheden daarvan.
Het voorstel voor een richtlijn is in 2005 door de Commissie ingediend en is onder opeenvolgende
voorzitterschappen uitvoerig besproken. Voor de aanneming is medebeslissing met het Europees
Parlement vereist.
Het Gemengd Comité/de Raad hebben toegezegd de werkzaamheden in nauw overleg met het
Europees Parlement voort te zetten, opdat een akkoord over de ontwerp-richtlijn kan worden
bereikt. Het Sloveense voorzitterschap heeft derhalve voorrang gegeven aan de besprekingen van
het voorstel op het niveau van de Raad, en het is nauwe contacten met het Europees Parlement
blijven onderhouden. Op 9 april jl. heeft op politiek niveau een trialoog plaatsgevonden om de
meest omstreden bepalingen te bespreken. Een volgende vergadering op politiek niveau, met het
Parlement, vindt plaats op 23 april 2008. Het voorzitterschap zal vervolgens het Gemengd
Comité/de Raad op de hoogte brengen van de stand van zaken.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 9
NL
Visa op de Westelijke Balkan
Vice-Commissievoorzitter Jacques Barrot heeft de Raad informatie gegeven over een door het
voorzitterschap en hemzelf ondertekende brief, waarin zij positieve signalen geven aan de
Balkanlanden op het gebied van het visumbeleid.
In de brief wordt met name aangegeven dat bepaalde categorieën personen (zoals studenten,
sportlieden, journalisten, gepensioneerden en kinderen onder de zes jaar) gratis een visum kunnen
krijgen). Dit betekent dat zo'n 80% van alle Servische, Montenegrijnse, FYROM-, Albanese en
Bosnische burgers geen visumleges hoeven te betalen.
Personen - hoofdzakelijk toeristen - die niet onder de vrijgestelde categorieën vallen, hoeven slechts
een speciaal gereduceerd tarief van 35 euro te betalen.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 10
NL
UITBREIDING VAN STATUS VAN LANGDURIG INGEZETENE TOT PERSONEN DIE
INTERNATIONALE BESCHERMING GENIETEN
De Raad heeft aan de hand van een vragenlijst van het voorzitterschap een debat over dit voorstel
gehouden.
Richtlijn 2003/109/EG van de Raad regelt de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde
landen (personen die meer dan vijf jaar in een lidstaat verblijven). Ten tijde van de aanneming van
deze richtlijn was de Raad ingenomen met de toezegging van de Commissie om vervolgens ook met
een voorstel te komen voor de uitbreiding van de status van langdurig ingezetene tot vluchtelingen
en personen die subsidiaire bescherming genieten. Met het nieuwe Commissievoorstel, dat in
juni 2007 is ingediend, is dat voornemen geconcretiseerd.
Het voorzitterschap verzocht de ministers zich over de volgende vragen te buigen:
a) Willen de delegaties personen die internationale bescherming genieten, d.w.z. erkende
vluchtelingen en personen die subsidiaire bescherming genieten krachtens Richtlijn
83/2004/EG, onder de werkingssfeer van de richtlijn betreffende de status van langdurig
ingezetenen laten vallen?
b) Zijn de delegaties het ermee eens dat andere vormen van bescherming die door de lidstaten
op humanitaire gronden zijn verleend eveneens onder de werkingssfeer van deze richtlijn
moeten komen te vallen?
c) Willen de delegaties erkende vluchtelingen en personen die subsidiaire bescherming
genieten op het punt van de verblijfsduur gelijk behandelen?
Een meerderheid van de delegaties kon ermee instemmen om zowel vluchtelingen als personen die
subsidiaire bescherming genieten, onder de werkingssfeer van de richtlijn te laten vallen, zonder
enig verschil in behandeling tussen beide categorieën.
Het voorzitterschap zal op basis van het debat een compromistekst opstellen, die de komende
weken in het COREPER zal worden besproken.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 11
NL
BESPREKINGEN TUSSEN DE EU EN DE VS OVER HET
VISUMVRIJSTELLINGSPROGRAMMA: MACHTIGING VAN DE COMMISSIE
De Raad heeft een mandaat aangenomen waarbij de Commissie wordt gemachtigd met de VS
besprekingen te openen over bepaalde voorwaarden om toegang te verkrijgen tot het visumvrijstellingsprogramma
van de VS.
Het doel van de Gemeenschap met betrekking tot het visumvrijstellingsprogramma van de VS
(VWP), is dat alle EU-lidstaten zo spoedig mogelijk deelnemen, zodat al onze burgers in volledige
wederkerigheid zonder visum kunnen reizen en allen gelijk worden behandeld.
De EU en haar lidstaten hebben op 5 maart 2008 een gemeenschappelijke beleidslijn aangenomen
met het oog op de besprekingen met de VS (zie Persmededeling 7338/08). De lidstaten worden
geacht zich bij hun bilaterale verbintenissen en regelingen met de VS aan deze beleidslijn te
conformeren, en het Gemeenschapsrecht strikt in acht te nemen.
Tijdens de ministeriële trojkabijeenkomst EU-VS in Slovenië van 13 maart is tussen de EU en de
VS een "tweesporenaanpak" overeengekomen om deze kwestie te bespreken. Centraal in deze
aanpak staat dat de Commissie en de lidstaten ieder de aangelegenheden die onder hun respectieve
verantwoordelijkheid vallen, met de VS bespreken.
In het mandaat aan de Commissie wordt aangegeven welke aangelegenheden onder de
verantwoordelijkheid van de EU vallen, en wordt de Commissie machtiging gegeven om over
bepaalde onderwerpen verkennende besprekingen te openen.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 12
NL
ILLEGALE MIGRATIE IN GRIEKENLAND
De Griekse minister van Binnenlandse Zaken, de heer Procopios Pavlopoulos, informeerde de Raad
over de problemen waarmee zijn land wordt geconfronteerd als gevolg van de toename van
ongegronde asielaanvragen in de afgelopen maanden.
Hij verschafte informatie over de toepassing van de communautaire asielwetgeving en zette uiteen
hoe de illegale immigratie in Griekenland wordt aangepakt, onder eerbiediging van de mensenrechten
en de grondrechten van de EU.
De heer Pavlopoulos heeft op 31 maart 2008 aan het voorzitterschap een brief gestuurd waarin hij
de huidige migratieproblemen van zijn land uiteenzet en verzoekt om dit punt op de agenda van de
Raad te plaatsen.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 13
NL
EUROPOL
De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een besluit tot oprichting van de Europese
Politiedienst (Europol). Wanneer dit besluit formeel is aangenomen, wordt Europol een
communautair agentschap. Deze statuswijziging zal een belangrijke verbetering brengen in het
operationeel en administratief functioneren van Europol.
Met het besluit wordt het mandaat van Europol uitgebreid, waardoor het niet langer strikt beperkt
blijft tot georganiseerde criminaliteit. Daardoor zal Europol de lidstaten gemakkelijker kunnen
bijstaan in grensoverschrijdende strafrechtelijke onderzoeken waarbij niet vanaf het begin is
aangetoond dat het om georganiseerde criminaliteit gaat.
Een belangrijke verandering is dat Europol voortaan gefinancierd wordt uit de Gemeenschapsbegroting
(met ingang van 1 januari 2010). De procedures voor het beheer van de begroting en het
personeel van Europol zullen daardoor eenvoudiger worden. Ook krijgt het Europees Parlement een
belangrijkere rol bij de controle op Europol, en wordt het democratisch toezicht op Europol op
Europees niveau versterkt.
Europol zal alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat zijn gegevensverwerkingssystemen
compatibel zijn met de gegevensverwerkingssystemen in de lidstaten en met de gegevensverwerkingssystemen
die worden gebruikt in de organen van de Europese Unie waarmee Europol
betrekkingen kan aanknopen.
Er komt een soepele overgang van de huidige situatie naar de situatie die met de nieuwe tekst wordt
beoogd. Er is een groot aantal overgangsbepalingen in het voorstel opgenomen om ervoor te zorgen
dat het overgangsproces niet ten koste gaat van de operationele werkzaamheden van Europol en de
bestaande rechten van het personeel.
De Europese Politiedienst (Europol) werd opgericht in 1995, op basis van een overeenkomst tussen
de lidstaten. Europol is als organisatie opgericht bij de Europol-overeenkomst, waarin tevens de
bevoegdheden, de taken en het beheer zijn geregeld, en waarin de bepalingen zijn opgenomen over
de organen, het personeel en de begroting.
In de loop der jaren is gebleken dat de doeltreffendheid van de organisatie zou moeten verbeteren
door het mandaat en de taken van Europol aan te passen aan de ontwikkelingen in de internationale
georganiseerde criminaliteit en op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en door het
functioneren en de financiering van Europol te verbeteren. Met het nieuwe besluit wordt aan die
wens tegemoet gekomen.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 14
NL
ACTIEPLAN VAN DE EU VOOR HET VERBETEREN VAN DE BEVEILIGING VAN
EXPLOSIEVEN
De Raad heeft een akkoord bereikt over een actieplan voor het verbeteren van de beveiliging van
explosieven (8109/08).
Het actieplan is een van de maatregelen die de Commissie in het pakket van terrorismebestrijdingsmaatregelen
van november 2007 heeft voorgesteld. Het actieplan is opgesteld door de Task Force
deskundigen explosievenbeveiliging en het schetst een brede aanpak voor het elimineren van
dreigingen in verband met explosieven en precursoren daarvan. De werkzaamheden concentreerden
zich op vier thema's: precursoren, aanvoerketen, opsporing en openbare veiligheid.
De strategische doelstelling van het actieplan is de bestrijding van het terroristisch gebruik van
explosiemiddelen binnen de EU. Het actieplan is in de eerste plaats gericht op beveiligingskwesties.
Daarnaast hebben een aantal activiteiten uit het actieplan positieve gevolgen op veiligheidsgebied.
De EU-aanpak van de beveiliging van explosieven berust op de pijlers preventie, detectie en reactie.
Tegelijkertijd worden een reeks horizontale maatregelen inzake de openbare veiligheid genomen
om alle pijlers aan te vullen en te consolideren. De horizontale prioriteiten op het gebied van
beveiliging van explosieven zijn:
- het verbeteren van de tijdige uitwisseling van informatie en het verspreiden van beproefde
methoden;
- totstandbrenging van coördinatiemechanismen, en gezamenlijke actie ondernemen ten
aanzien van specifieke zaken;
- het opvoeren van het onderzoek op het gebied van explosieven.
Zoals gezegd is het actieplan opgesteld door de Task Force deskundigen explosievenbeveiliging,
die was samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken partijen, waaronder de bedrijfstak
en overheidsdiensten. De Task Force heeft in juni 2007 een verslag ingediend met vijftig
aanbevelingen voor maatregelen om de beveiliging van explosieven in de EU te verbeteren.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 15
NL
KADERBESLUIT VAN DE RAAD TOT WIJZIGING VAN KADERBESLUIT 2002/475/JBZ
INZAKE TERRORISMEBESTRIJDING
De Raad is tot een algemene oriëntatie gekomen over een kaderbesluit waarmee wordt beoogd drie
nieuwe strafbare feiten in de wetgeving van de EU op te nemen:
- het publiekelijk uitlokken van het plegen van terroristische misdrijven;
- werving voor terrorisme;
- training voor terrorisme.
Het huidige Kaderbesluit 2002/475/JBZ zal worden aangevuld met deze strafbare feiten en zo
worden aangepast aan het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme.
Opneming van deze strafbare feiten biedt het voordeel van een meer geïntegreerd institutioneel
kader van de Europese Unie. Er komen regels voor wat betreft het soort en het niveau van de
strafrechtelijke sancties en bindende bevoegdheidsregels die van toepassing zullen zijn op de
strafbare feiten.
De samenwerkingsmechanismen van de EU (zie bijv. het besluit van 2005 betreffende de
verstrekking van de met terroristen verband houdende informatie aan Europol en Eurojust) worden
in werking gesteld, aangezien zij als toepassingsgebied het kaderbesluit hebben.
In de zin van de tekst wordt verstaan onder:
- "publiekelijk uitlokken van het plegen van een terroristisch misdrijf": de verspreiding, of
het anderszins beschikbaar maken, van een boodschap aan het publiek, met het oogmerk
aan te zetten tot het plegen van een strafbaar feit, in de zin van het kaderbesluit, indien
deze gedraging, ongeacht of daarmee al dan niet rechtstreeks terroristische misdrijven
worden bepleit, het gevaar oplevert dat een of meer van dergelijke misdrijven zouden
kunnen worden gepleegd;
- "werving voor terrorisme": het aansporen van een andere persoon tot een strafbaar feit in
de zin van het kaderbesluit; en
- "training voor terrorisme": het geven van instructie voor het vervaardigen of gebruiken van
explosieven, vuurwapens of andere wapens of schadelijke of gevaarlijke stoffen, of voor
andere specifieke methoden of technieken, met als doel het plegen van een strafbaar feit als
bedoeld in het kaderbesluit, in de wetenschap dat beoogd wordt de verstrekte vaardigheden
daarvoor in te zetten.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 16
NL
VERSTERKING VAN DE PROCEDURELE RECHTEN BIJ VERSTEKVONNISSEN
De Raad heeft van gedachten gewisseld over een initiatief voor een kaderbesluit ter versterking van
de procedurele rechten van personen en tot bevordering van de toepassing van het beginsel van
wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven in afwezigheid van de betrokkene
(verstekvonnissen).
De Raad stelde vast dat er met dit dossier goede vooruitgang wordt geboekt en droeg het Coreper
op verder te werken aan dit voorstel zodat tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van juni
een akkoord kan worden bereikt.
Met het voorstel wordt beoogd duidelijke, gemeenschappelijke gronden te bepalen voor het niet
erkennen van beslissingen die zijn gegeven na een proces waarop de betrokkene niet persoonlijk is
verschenen, en daartoe de bestaande instrumenten inzake wederzijdse erkenning te wijzigen (de
kaderbesluiten betreffende het Europees aanhoudingsbevel, inzake geldelijke sancties, inzake
beslissingen tot confiscatie, inzake strafrechtelijke beslissingen waarbij vrijheidsstraffen of tot
vrijheidsbeneming strekkende maatregelen worden opgelegd met het oog op de tenuitvoerlegging
ervan, en inzake het toezicht op proeftijdmaatregelen en alternatieve straffen).
Wanneer dit kaderbesluit is aangenomen, komt er een eind aan de juridische onzekerheid over de
wederzijdse erkenning van beslissingen die zijn gegeven in afwezigheid van de betrokkene (bij
verstek). In de tekst worden nieuwe informatieverplichtingen vastgesteld, en wordt voorts bepaald
dat de lidstaten beslissingen die zijn gegeven in afwezigheid van de betrokkene, moeten erkennen
indien de betrokkene recht op een nieuw proces heeft gehad.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 17
NL
VERSTERKING VAN EUROJUST
In afwachting van het intrekken van een voorbehoud voor behandeling in het parlement heeft de
Raad een algemene oriëntatie bereikt over bepaalde aspecten van een ontwerp-besluit houdende
versterking van Eurojust.
De Raad bereikte met name een akkoord over de artikelen die betrekking hebben op de
samenstelling en de taken van Eurojust, de status van de nationale leden en de bepalingen over het
personeel van Eurojust.
De besprekingen over de resterende bepalingen worden voortgezet op het niveau van de
deskundigen.
Het voorstel is in januari 2008 ingediend door Slovenië, Frankrijk, Tsjechië, Zweden, Spanje,
België, Polen, Italië, Luxemburg, Nederland, Slowakije, Estland, Oostenrijk en Portugal.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 18
NL
EUROPEES CONTRACTENRECHT
De Raad heeft een verslag goedgekeurd over het tot stand brengen van een gemeenschappelijk
referentiekader voor het Europees contractenrecht.
Het verslag bevat het standpunt van de Raad over vier fundamentele aspecten van het
gemeenschappelijk referentiekader:
a) Doel: een voor de communautaire wetgevers bestemd instrument voor betere wetgeving;
b) Inhoud: een aan diverse bronnen te ontlenen reeks definities, algemene beginselen en
modelvoorschriften op het gebied van het contractenrecht;
c) Toepassingsgebied: algemeen contractenrecht, met inbegrip van consumentencontractenrecht;
d) Rechtsgevolgen: een reeks niet bindende richtsnoeren die de wetgevers op communautair
niveau vrijwillig in het wetgevingsproces kunnen gebruiken als gemeenschappelijke
inspiratie- of referentiebron.
Het verslag zal aan de Commissie worden toegezonden zodat die daar bij haar toekomstige
werkzaamheden in verband met het gemeenschappelijk referentiekader terdege rekening mee kan
houden.
De Commissie heeft in 2001 een proces van raadpleging en discussie op gang gebracht over de
manier waarop problemen die voortvloeien uit de verschillen tussen het nationale contractenrecht,
op communautair niveau moeten worden aangepakt. In het actieplan van de Commissie van 2003
werden de conclusies van de eerste raadplegingsronde gepresenteerd en maatregelen voorgesteld
om de kwaliteit en de samenhang van het communautaire acquis op het gebied van contractenrecht
te verbeteren. In vervolg op dit actieplan werd een netwerk van onderzoekers opgericht om een
gemeenschappelijk referentiekader voor het Europees contractenrecht tot stand te brengen.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 19
NL
Naar aanleiding van de presentatie van het actieplan van de Commissie heeft de Raad een resolutie
inzake "Een coherenter Europees verbintenissenrecht"1 aangenomen. In deze resolutie achtte de
Raad het nuttig om, met het oog op een grotere transparantie, coherentie en vereenvoudiging van
het verbintenissenrecht, de bestaande EG-wetgeving op het gebied van het verbintenissenrecht
verder te verbeteren, te consolideren en te codificeren.
In het Haags Programma2 wordt bepaald dat op het gebied van het contractenrecht de kwaliteit van
het bestaande en toekomstige Gemeenschapsrecht moet worden verbeterd door maatregelen ter
consolidatie, codificatie en rationalisatie van de geldende rechtsinstrumenten en door de ontwikkeling
van een gemeenschappelijk referentiekader. Er moet een kader worden ingesteld voor het
verkennen van de mogelijkheden voor het opstellen van voor de gehele Unie geldende standaardvoorwaarden
in het contractenrecht die door ondernemingen en handelsverenigingen in de Unie
kunnen worden gebruikt. Maatregelen moeten worden genomen om de Raad in staat te stellen een
systematischer controle uit te oefenen op de kwaliteit en de coherentie van alle instrumenten van het
Gemeenschapsrecht betreffende de civielrechtelijke samenwerking.
1 PB C 246 van 14.10.2003, blz. 1.
2 PB C 53 van 3.3.2005, blz. 1.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 20
NL
DIVERSEN
- Ministeriële trojkavergadering EU/VS over Justitie en Binnenlandse Zaken
Het voorzitterschap heeft de Raad op de hoogte gebracht van het resultaat van de
ministeriële trojkavergadering over Justitie en Binnenlandse Zaken tussen de Europese
Unie en de Verenigde Staten. De bijeenkomst vond plaats op 12 en 13 maart 2008 te
Bled/Brdo pri Kranju in Slovenië.
- Informatie van de Nederlandse delegatie over de hervestiging van vluchtelingen
De Nederlandse delegatie bracht de Raad verslag uit over haar recente bezoek aan Thailand
(samen met Belgische en Luxemburgse vertegenwoordigers), waar zij de kwestie hebben
besproken van de eventuele hervestiging van vluchtelingen die op dit moment in Thailand
verblijven.
In dit verband heeft Nederland, samen met Denemarken, Ierland, Finland, Zweden en het
UK, in januari 2008 een brief verzonden naar de overige EU-collega's over de mogelijkheid
om voor de kwetsbaarste vluchtelingen in de gehele wereld middels hervestiging
oplossingen te bieden voor hun situatie.
- Italiaanse kandidaat voor de functie van directeur-generaal van de IOM
De Italiaanse delegatie stelde in de Raad professor Luca Riccardi voor als kandidaat voor
de functie van directeur-generaal van de Internationale Organisatie voor Migratie.
- Misdaden van totalitaire regimes
Vice-Commissievoorzitter Jacques Barrot bracht de Raad verslag uit over de 1e Europese
hoorzitting over misdaden begaan door totalitaire regimes, die heeft plaatsgevonden te
Brussel op 8 april 2008.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 21
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Frontex - deelneming van Zwitserland en Liechtenstein
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen
te openen met het oog op de sluiting van een regeling tussen de Europese Gemeenschap en
Zwitsersland en Liechtenstein inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van
de lidstaten van de EU (Frontex).
Dit agentschap is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2007/2004 1 om het geïntegreerde beheer van
de buitengrenzen van de Unie te verbeteren. De belangrijkste taken zijn de coördinatie van de
operationele samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied, risicoanalyse en de opleiding van
grenswachters.
Met twee andere derde landen, Noorwegen en IJsland, is reeds een regeling voor deelneming aan
Frontex gesloten.
Zesde jaarverslag van Eurojust (kalenderjaar 2007) - Conclusies van de Raad
De conclusies van de Raad staan in document 8062/08.
Europees Verdrag betreffende uitlevering - verkorte procedure tot uitlevering
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt van de lidstaten van de EU vastgesteld inzake een
bij de Raad van Europa aanhangig voorstel voor een verkorte procedure tot uitlevering. Een
standpunt was nodig gezien de besprekingen die op dit moment binnen de Raad van Europa over dit
voorstel plaatsvinden.
1 PB L 349 van 25.11.2004.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 22
NL
Europol - Werkprogramma 2009
De Raad heeft het werkprogramma van Europol voor 2009 (7801/08) goedgekeurd. Hij heeft ook
nota genomen van het jaarverslag van Europol over 2007 (7804/08).
Dreigingsevaluatie van de Russische georganiseerde criminaliteit (ROCTA) - Conclusies van
de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad van de Europese Unie,
Overwegende dat georganiseerde criminele groepen uit bepaalde regio's blijkens de dreigingsevaluatie
voor georganiseerde criminaliteit (OCTA) een ernstige bedreiging vormen voor de
veiligheid van de Europese Unie en haar lidstaten.
Ermee rekening houdend dat de OCTA wordt ondersteund door een regionale aanpak waarbij de
bevindingen van de dreigingsevaluatie worden uitgewerkt en specifieke dreigingen voor de
Europese Unie en haar lidstaten in een bijzondere geografische context in kaart worden gebracht.
Er rekening mee houdend dat, met betrekking tot de Russische georganiseerde criminaliteit, in de
Actiegerichte nota over de uitvoering van de gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en
recht met Rusland1 werd opgeroepen om beter gebruik te maken van de in de Russische Federatie
gestationeerde verbindingsambtenaren van de lidstaten teneinde de ernstige criminaliteit, met name
de georganiseerde criminaliteit, intensiever te bestrijden en belangrijke dreigingen beter in kaart te
brengen.
Nota nemend van de noodzaak voor Europol en de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten om
alle relevante informatie over de Russische georganiseerde criminaliteit die gevolgen heeft voor de
lidstaten, te verwerken teneinde een uitvoeriger en gedetailleerder inzicht te krijgen in de specifieke
dreigingen, zulks ten behoeve van inlichtingengestuurde rechtshandhavingsoperaties, zoals de
COSPOL-projecten. De rol van Europol hierbij dient te worden versterkt, in het bijzonder waar het
om misdaadanalyse gaat.
1 15534/1/06 JAI 619 RELEX 820 ASIM 80 CATS 173 COTER 49 NIS 199.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 23
NL
Onderschrijft het idee om een dreigingsevaluatie van de Russische georganiseerde criminaliteit
(ROCTA) op te stellen . Daartoe dient Europol volgens de OCTA-methodologie een formulier voor
een inlichtingenverzoek te ontwikkelen. Dat inlichtingenverzoek dient te worden uitgewerkt in
nauw overleg met de Groep OCTA en de gespecialiseerde eenheden in de lidstaten. Daarbij zal
rekening worden gehouden met de inbreng van de in de Russische Federatie gestationeerde
verbindingsambtenaren van de lidstaten.
Roept de lidstaten op om, via hun nationale Europoleenheden, te reageren op dat inlichtingenverzoek.
Daarbij zal rekening worden gehouden met de inbreng van de in de Russische Federatie
gestationeerde verbindingsambtenaren van de lidstaten.
Roept Europol op het inlichtingenverzoek toe te zenden aan de EU-organen en -instanties binnen de
ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, alsmede aan de derde landen en instanties die voor de
opstelling van de ROCTA noodzakelijk worden geacht. De rechtshandhavingsinstanties van de
Russische Federatie zullen een algemeen inlichtingenverzoek ontvangen waarin om kwalitatieve
gegevens over de gevolgen van de Russische georganiseerde criminaliteit voor de EU wordt
verzocht.
Dringt er bij al die landen en instanties op aan te reageren op dit inlichtingenverzoek.
Verzoekt Europol een dreigingsevaluatie op te stellen betreffende de Russische georganiseerde
criminaliteit (ROCTA) die gevolgen heeft voor de EU-lidstaten. De Raad verzoekt Europol de
ROCTA 2008 op te stellen volgens de OCTA-methodologie. De verdere ontwikkeling van de
methodologie zal na de evaluatie van de ROCTA 2008 aan de orde komen in de Groep OCTA. De
verdere noodzaak van een ROCTA, haar toekomstige reikwijdte en frequentie dienen na elke
ROCTA door de bevoegde werkgroep van de Raad te worden geëvalueerd. In de regel zou de
ROCTA niet vaker dan eens in de twee jaar moeten worden opgesteld.
Verzoekt Europol de ROCTA, conform de OCTA, via de nationale Europoleenheden aan de
lidstaten toe te zenden opdat deze haar naar eigen inzicht verder kunnen verspreiden."
Invoering van doeltreffende onderdelenmarkering - Conclusies van de Raad
De conclusies van de Raad staan in document 8097/08.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 24
NL
Europol - Bescherming van prominenten
De Raad heeft kennis genomen van het vierde jaarverslag van het Europees Netwerk voor de
bescherming van prominenten. De jaarvergadering vond van 8-10 oktober 2007 plaats te Berlijn.
Het netwerk is in november 2002 door de Raad opgezet (PB L 333 van 10.12.2002, blz. 1) en
bestaat uit nationale politiediensten en andere diensten die verantwoordelijk zijn voor de
bescherming van prominenten.
Uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen
De Raad heeft een verordening aangenomen waarin de veiligheidskenmerken en de biometrische
identificatiemiddelen zijn vastgesteld die door de lidstaten moeten worden gebruikt in een uniform
model van verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (13502/2/07).
De uniforme verblijfstitel bevat een opslagmedium met de gezichtsopname en twee vingerafdrukbeelden
van de houder, beide in een interoperabel formaat. De gegevens worden beveiligd en
opgeslagen, en de integriteit, de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens worden
gewaarborgd.
De technische specificaties voor het verzamelen van biometrische identificatiemiddelen worden
vastgesteld overeenkomstig de technische eisen voor de paspoorten die de lidstaten aan hun
onderdanen afgeven.
De verordening strekt tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1030/2002 betreffende de invoering
van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen.
Overeenkomst met Brazilië inzake de vrijstelling van een visum voor kort verblijf
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende machtiging van de Commissie om onderhandelingen
te openen met het oog op het sluiten van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en Brazilië inzake de vrijstelling van een visum voor kort verblijf.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 25
NL
Praktische samenwerking op het gebied van asiel - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad,
1. wijst erop dat een verdere versterking van de praktische samenwerking op asielgebied een
van de essentiële factoren is die bijdragen tot de totstandbrenging van een eerlijk en
doeltreffend gemeenschappelijk Europees asielstelsel als bedoeld in het Haags programma,
dat daadwerkelijk bescherming in de gehele EU waarborgt en misbruik van asielprocedures
tegengaat;
2. herinnert eraan dat de praktische samenwerking op asielgebied moet worden versterkt
teneinde de convergentie van de besluitvorming van de lidstaten op asielgebied in het
kader van de voorschriften van de EG-wetgeving ter zake te verbeteren, en benadrukt dat
praktische samenwerking leidt tot een betere coördinatie en een grotere efficiëntie;
3. is ingenomen met de hiertoe reeds ondernomen werkzaamheden en roept de Commissie en
de lidstaten op om de activiteiten (bijvoorbeeld de oprichting van een gemeenschappelijke
EU-portaalsite voor informatie over landen van herkomst, aanvulling van het Europees
asielcurriculum, oprichting van een tolkenpool voor de gehele EU, enz.) in het kader van
de bestaande EU- en andere structuren in de nabije toekomst op te voeren en daarvoor het
nodige personeel en de nodige financiële middelen beschikbaar te stellen en in voorkomend
geval overleg te plegen met de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor
vluchtelingen en met andere relevante internationale organisaties;
4. is in dat verband ingenomen met de haalbaarheidsstudie die door de Commissie wordt
verricht om te kijken welke middelen het meest geschikt zijn om adequate structurele
ondersteuning te bieden voor alle relevante activiteiten op het terrein van de praktische
samenwerking op asielgebied;
5. verzoekt om in de haalbaarheidsstudie met name te onderzoeken wat de voorwaarden zijn
voor de snelle totstandkoming van een Europees ondersteuningsbureau, en om de taken te
schetsen die dat bureau zou kunnen verrichten (zoals uitwisseling van beste praktijken,
beheer van de gemeenschappelijke EU-portaalsite met informatie over landen van
herkomst, opleiding, activiteiten in verband met de externe dimensie van asiel, enz.)
teneinde de lidstaten bij te staan bij de uitvoering van een gemeenschappelijk Europees
asielstelsel, evenals mogelijke financiële regelingen en de organisatorische structuur,
daarbij rekening te houden met bestaande vormen van samenwerking tussen de lidstaten en
onnodige bureaucratische structuren te vermijden, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel;
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 26
NL
6. verzoekt de Commissie met suggesties te komen voor een verdere versterking van de
praktische samenwerking, in afwachting van een besluit over de toekomstige structuur ter
ondersteuning van de praktische samenwerking voor eind 2008."
SIS-begroting - deelneming van Zwitserland
De Raad heeft een besluit (7789/08) aangenomen waarbij het financieel reglement betreffende de
kosten voor de installatie en exploitatie van de technisch ondersteunende functie van het Schengeninformatiesysteem
(C.SIS) als gevolg van de deelneming van Zwitserland aan het Schengenacquis
wordt gewijzigd.
Controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens *
De Raad heeft een richtlijn aangenomen die strekt tot verbetering van de voorschriften inzake de
controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens in de EU. Daartoe heeft hij de
amendementen overgenomen die in eerste lezing door het Europees Parlement in het kader van de
medebeslissingsprocedure zijn goedgekeurd (3690/07 en 7687/08 ADD 1). Oostenrijk heeft zich
van stemming onthouden.
De richtlijn houdt een actualisering in van de huidige voorschriften inzake de controle op wapens
om zo het crimineel gebruik van vuurwapens krachtiger aan te pakken zonder daarbij legale
wapenbezitters (zoals jagers en sportschutters) te duperen.
Met de richtlijn worden met name de bepalingen aangescherpt die gericht zijn op het verhogen van
de veiligheid met betrekking tot wapenbezit, zoals:
- controle op de verkoop van wapens via het internet;
- versterking van het markerings- en traceersysteem;
- automatisering van de registers en verlenging van de termijn voor het bijhouden van de
registers tot twintig jaar;
- naleving van de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming.
Voorts zijn in de tekst technische wijzigingen op de bestaande wetgeving opgenomen om die te
laten aansluiten op het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en
handel in vuurwapens, dat strekt tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen
grensoverschrijdende georganiseerde misdaad.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 27
NL
De lidstaten moeten de nieuwe bepalingen binnen twee jaar omzetten in nationale wetgeving.
De richtlijn strekt tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG, waarbij voor bepaalde vuurwapens een
zekere mate van vrij verkeer binnen de Gemeenschap mogelijk werd gemaakt en een passende
controle werd ingesteld. De richtlijn is van toepassing op de legale handel in bepaalde soorten
wapens (oorlogswapens zijn uitgesloten), en dan nog uitsluitend in de context van de interne markt.
UITBREIDING
Kroatië - Stabilisatie- en Associatieraad
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het standpunt van de EU voor de vierde zitting van de
Stabilisatie- en Associatieraad met Kroatië op 28 april 2008 te Luxemburg.
Deze zitting is een goede gelegenheid om de vooruitgang te evalueren die Kroatië met de voorbereiding
op de toetreding geboekt heeft, juist nu in november 2007 het voortgangsverslag van de
Commissie is verschenen en de Raad in februari 2008 het herziene Toetredingspartnerschap heeft
goedgekeurd.
DOUANE-UNIE
Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer
De Raad heeft een besluit aangenomen tot vaststelling van het standpunt van de Europese Gemeenschap
binnen de Gemengde Commissie EG/EVA "gemeenschappelijk douanevervoer". Het besluit
houdt verband met de aanneming door die commissie van een aantal wijzigingen in de Overeenkomst
van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer. De
wijzigingen hebben betrekking op de automatisering van de regeling.
De overeenkomst bevat maatregelen om het goederenverkeer tussen de Europese Gemeenschap en
de EVA-landen te faciliteren.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 28
NL
Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen
De Raad heeft een beschikking aangenomen betreffende het door de Gemeenschap in de Commissie
van Beheer in te nemen standpunt over het voorstel tot wijziging van de Douaneovereenkomst
inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst
1975).
Met de wijziging wordt beoogd een nieuwe toelichting bij artikel 3 van de TIR-Overeenkomst op te
nemen. Deze toelichting heeft betrekking op het vervoer, op eigen wielen, van personenauto's onder
dekking van TIR-carnets.
MILIEU
Luchtvaart - regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten in de EU
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld over een ontwerp-richtlijn waarmee
ook luchtvaartactiveiten worden opgenomen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten
van de EU en die strekt tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (5058/3/08 REV 3 + ADD 1
en 8041/08 ADD 1).
Het gemeenschappelijk standpunt volgt op het politiek akkoord dat de Raad december vorig jaar
(16183/07, blz. 9) heeft bereikt, en zal in het kader van de medebeslissingsprocedure voor een
tweede lezing aan het Europees Parlement worden toegezonden.
Gelet op de toename van de emissies door de luchtvaart bestaat de voornaamste doelstelling van de
ontwerp-richtlijn (5154/07) erin het aan de luchtvaart toe te schrijven effect op de klimaatverandering
te verminderen, met name door luchtvaartactiviteiten op te nemen in de algemene
Gemeenschapsregeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (ETS).
Met het gemeenschappelijk standpunt wordt beoogd een evenwichtig pakket maatregelen te treffen
dat kan bijdragen tot vermindering van de emissies door de luchtvaart op een manier die overeenstemt
met het beleid en de doelstellingen van de EU, alsmede ervoor te zorgen dat het opnemen van
luchtvaartactiveiten in de regeling voor de handel in emissierechten niet tot concurrentieverstoringen
leidt.
Zie voor uitvoeriger informatie persmededeling 8271/08.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 29
NL
VERVOER
Exploitatie van luchtvervoerdiensten *
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld over een voorstel voor een verordening
inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap
(16160/4/07 REV 4 + ADD 1, 7627/08 ADD 1). Het voorstel regelt de afgifte van vergunningen aan
communautaire luchtvaartmaatschappijen, het recht van communautaire luchtvaartmaatschappijen
om intracommunautaire luchtdiensten te exploiteren en de prijszetting van intracommunautaire
luchtdiensten.
De tekst zal met het oog op de tweede lezing in het kader van de medebeslissingsprocedure aan het
Europees Parlement worden toegestuurd.
Het Commissievoorstel (11829/06) is in juli 2006 ingediend en heeft tot doel de huidige wetgeving
te consolideren en te rationaliseren.
Het voorstel bevat tevens strengere eisen voor de financiële soliditeit van luchtvaartmaatschappijen
en de praktijk van wet-leasing van vliegtuigen (het exploiteren van een luchtdienst met een
vliegtuig en een bemanning van een andere maatschappij). Daarnaast worden de regels voor de
openbaredienstverplichtingen voor luchtroutes verduidelijkt, inconsequenties tussen de interne
luchtvaartmarkt en de diensten aan derde landen weggenomen, en de regels voor de spreiding van
het verkeer over luchthavens van één stad of agglomeratie vereenvoudigd. Ten slotte wordt de
prijstransparantie van de tarieven voor het vervoer van reizigers en vracht verbeterd.
De tekst waarover de Raad een akkoord heeft bereikt, bevat een aantal wijzigingen ten opzichte van
het Commissievoorstel teneinde volledige duidelijkheid te scheppen wat betreft de
verantwoordelijkheden van de vergunningverlenende autoriteiten van de lidstaten en de respectieve
bevoegdheden van de Gemeenschap en de lidstaten ten aanzien van betrekkingen met derde landen,
en tevens om te zorgen voor een passend evenwicht tussen het toezicht op de luchtvaartmaatschappijen
en het vermijden van overmatig belastende voorschriften.
18.IV.2008
8397/08 (Presse 96) 30
NL
BENOEMINGEN
Europees Economisch en Sociaal Comité
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende benoeming van de heer Josly PIETTE, eresecretaris-
generaal van het CSC, tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de
verdere duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2010.
We t s t r a a t 1 7 5 B - 1 0 4 8 B R U S S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 9 5 4 8 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6
press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
Raad van de Europese Unie