Ministerie van Financiën

Beantwoording van vragen over de hoogte van hypotheekschuld in Nederland
*
16-05-2008 | 16:26; Documentnummer = FM08-980

Antwoord op Kamervragen inzake hoogte van hypotheekschuld in Nederland.

Beantwoording van vragen over de hoogte van hypotheekschuld in Nederland

Overig | 16-05-2008 | nr FM08-980

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Uw brief (Kenmerk): 2070818030

Ons kenmerk: FM 2008-00980 U

Onderwerp: Beantwoording van vragen van het lid Tang over de hoogte van hypotheekschuld in Nederland

Geachte voorzitter,

In de bijlage treft u mijn antwoorden aan op de vragen van het lid Tang (PvdA) over de hoogte van hypotheekschuld in Nederland, die aan mijn zijn toegezonden bij brief van 17 april 2008 onder nummer 2070818030.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

Wouter Bos

Meer informatie


* Vragen van het lid Tang (PvdA) aan de minister van Financiën over de hoogte van hypotheekschuld in Nederland.
* Bijlage | PDF bestand , 17.0 kb

* Brief aan de Tweede Kamer
* Bijlage | 16-05-2008 | PDF bestand, 15.0 kb

2070818030
Vragen van het lid Tang (PvdA) aan de minister van Financiën over de hoogte van hypotheekschuld in Nederland. (Ingezonden 16 april 2008)
1
Kent u het artikel 'Kredietangst: bank strenger'? 1) Ja.

2
Kent u de European Housing Review 2008 van het Royal Institution of Chartered Surveyors? Ja.

3
Is het waar dat banken proberen hun 'slechte' klanten te lozen? Zowel het ministerie van Financiën, als DNB en de AFM, heeft hier geen aanwijzigen voor. Wel zijn er signalen dat een aantal hypothecaire financiers strenger geworden is in hun acceptatiebeleid.
4
Is het waar dat de gemiddelde 'loan to value'-ratio in Nederland 90% is en dat het daarmee het hoogste is van alle westerse landen? Is het waar dat de 'loan to value'-ratio van starters op de Nederlandse woningmarkt in 2007 maar liefst 114% was? In 2004 waren de Nederlandse LTV-ratio's de hoogste van Europa. Zoals weergegeven in het DNB Jaarverslag 2006 (p. 72) was de hoofdsom van nieuw verstrekte hypotheken op het moment van afsluiten van de hypotheek in 2006 gemiddeld genomen gelijk aan ongeveer 114% van de aankoopprijs van de woning. Dat zijn niet alleen starters, de cijfers voor starters zijn niet bekend. Het is aannemelijk dat de LTV voor starters wat hoger ligt, aangezien deze bevolkingscategorie over relatief weinig eigen vermogen beschikt om de aankoop van een nieuwe woning te bekostigen. Spaartegoeden en aflossingen zijn in deze cijfers niet meegenomen. De cijfers hebben dus betrekking op het geleende bedrag op het moment van afsluiten en niet op de uitstaande schuld. Hierbij dient gedacht te worden dat de fiscale behandeling van hypotheken per land verschilt.
5
Hoeveel mensen of huishoudens hebben een 'loan to value'-ratio hoger dan 100% en hoeveel daarvan zijn starters? DNB heeft hierover geen harde cijfers, maar maakt voor dit type informatie gebruik van enquêtegegevens, die niet volledig representatief zijn voor de Nederlandse bevolking. Voor de totale groep geënquêteerden komt dit percentage uit op ongeveer 10%. Uit deze gegevens blijkt dat naar ruwe schatting ongeveer 25% van de geënquêteerden jonger dan 40 jaar (waarvan een groot deel starter zal zijn) een uitstaande hypotheekschuld heeft die de waarde van het huis overstijgt.
6
Wat is de rol die de hypotheekrenteaftrek speelt op de hoogte van de hypotheekschuld die huishoudens op zich nemen en die starters op zich nemen? De hypotheekrenteaftrek leidt bij een gegeven woningprijs tot lagere woonlasten voor huishoudens. Uitgaande van gelijke woonlasten, kunnen huishoudens door de hypotheekrenteaftrek hogere bedragen lenen. Dat geldt ook voor starters.
7
Kunt u een uitsplitsing maken naar inkomensgroepen én naar geografische spreiding van de mate waarin huishoudens hypotheekschuld aangaan ten opzichte van hun inkomen? Voor een betrouwbare gedetailleerde uitsplitsing van de LTI-ratio naar regio's of naar starters en niet-starters zijn te weinig enquêtegegevens beschikbaar. De bij DNB beschikbare gegevens suggereren dat er geen grote regionale verschillen zijn met betrekking tot de uitstaande hypotheekschuld in procenten van het bruto inkomen. Ook komt uit de gegevens naar voren dat lagere inkomensgroepen relatief gezien een hogere uitstaande hypotheekschuld hebben in procenten van het bruto inkomen dan hogere inkomensgroepen.
8
Kunt u deze uitsplitsing naar inkomen en regio in detail geven voor de starters op de woningmarkt die een 'loan to value'-ratio hebben die hoger is dan 100%? Voor een betrouwbare gedetailleerde uitsplitsing van de LTV-ratio naar regio's of naar starters en niet-starters zijn te weinig enquêtegegevens beschikbaar.
1) De Telegraaf, 8 april 2008