Openbaar Ministerie

Aangehouden persoon blijkt Nekschot te zijn

16 mei 2008

De afgelopen dinsdag aangehouden persoon is volgens het Openbaar Ministerie (OM) de cartoonist die zich âGregorius Nekschotâ noemt. Dit blijkt na onderzoek van het in beslag genomen materiaal.

Naar aanleiding van kritiek dat de politie een inval met tien personen had gedaan in de woning van Gregorius Nekschot meldt het OM het volgende. Het materiaal werd afgelopen dinsdag in beslag genomen na een doorzoeking die onder leiding stond van de rechter-commissaris (rc). Naast de rc waren ook een officier van justitie, twee medewerkers van het OM en zes agenten in burger aanwezig voor de doorzoeking, wat een relatief klein aantal is. De persoon in de woning heeft de deur vrijwillig geopend.

De doorzoeking was het gevolg van een onderzoek naar de identiteit van âNekschotâ. Er bleek maandelijks door één persoon een bepaald bedrag te worden overgemaakt als kosten voor de website www.gregoriusnekschot.nl. De naam op de afschriften leidde naar een woning in Amsterdam. De bewoner van deze woning werd niet uitgenodigd voor een gesprek op het politiebureau. Het was namelijk onduidelijk of de persoon op dit adres âNekschotâ was waartegen aangifte werd gedaan. Hierop besloot de officier van justitie om de woning te doorzoeken met als doel materiaal te verzamelen over de identiteit van âNekschotâ en om verder bewijsmateriaal te zoeken. Uit bestudering van het in beslaggenomen materiaal werd duidelijk dat de man in de woning âGregorius Nekschotâ was. Nekschot is aangehouden en vervoerd naar het bureau voor verhoor. De man heeft op het bureau geen verklaring afgelegd en deed een beroep op zijn zwijgrecht. Hij bracht 30 uur op het politiebureau door. Volgens de wet zijn drie dagen en vijftien uur toegestaan. Het in beslaggenomen materiaal zal dit weekend worden teruggegeven.

Nekschot wordt ervan verdacht dat hij zich zodanig beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen vanwege hun ras of godsdienst dat van discriminatie sprake is. In de bewuste cartoons dicht hij een groep mensen negatieve eigenschappen toe vanwege hun ras of godsdienst. Daarnaast is het OM van oordeel dat zijn cartoons mogelijk aanzetten tot haat tegen die groepen. Bij de beoordeling van de cartoons is overigens nadrukkelijk gekeken of de cartoons binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van artistieke expressie passen. Een groot deel van de tientallen beoordeelde cartoons vallen volgens het OM binnen die grenzen. Van acht cartoons is het OM echter van mening dat de grenzen zijn overschreden. Ze zijn daarmee strafbaar volgens artikelen 137c (discriminatie) en mogelijk 137d (aanzetten tot haat of geweld) van het Wetboek van Strafrecht. De cartoons zijn inmiddels van het internet verwijderd.

Het onderzoek loopt nog. Na afronding van het onderzoek zal een beslissing worden genomen over de afdoening van de zaak.