Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2070816930

Antwoord op vragen van de leden De Rooij en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, over de hoge ouderbijdrage. (Ingezonden 8 april 2008)


1
Wat is uw oordeel over het bericht "Een school kost je al snel een rib uit het lijf"? 1) Antwoord:
De grote verschillen in de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage zijn te verklaren door de verschillen in de aanvullende activiteiten, die de diverse scholen daaruit bekostigen en de kostprijs daarvan. Het uitgangspunt dat de vrijwillige ouderbijdrage niet mag worden gehanteerd als selectiecriterium staat voor mij buiten kijf, aangezien het hier om een vrijwillige bijdrage gaat om aanvullende activiteiten en materialen te vergoeden. Het SCP heeft in 2000/2001 onderzoek gedaan naar de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage in het basisonderwijs en de mening van ouders daarover (Bron: "Ouders bij de les", SCP 2002). Het beeld dat in het artikel uit Parool wordt geschetst komt overeen met deze onderzoeksresultaten. Om de uitkomsten te actualiseren, zal ik de inspectie van het onderwijs vragen om dit onderzoek in 2009 te herhalen.


2
Vindt u het aanvaardbaar dat de 'vrijwillige' ouderbijdrage kan oplopen tot 650 euro per jaar? Zo ja, hoe voorkomt u dat dit soort scholen een drempel opwerpen voor ouders met lage inkomens? Zo neen, wat gaat u hiertegen ondernemen? Antwoord:
Zie antwoord op vraag 1.


3
Deelt u de mening van de AOb dat grote verschillen in ouderbijdrage de segregatie in de hand werken omdat "allochtone ouders niet snel voor een school met een hoge ouderbijdrage zullen kiezen"?
Antwoord:
Uit onderzoek naar schoolkeuzemotieven zoals dat van het SCP ("Ouders over opvoeding en onderwijs", eind 2004) valt op te maken dat de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage geen rol speelt bij het schoolkeuzeproces. Dat de ouderbijdrage niet gebruikt mag worden als middel om leerlingen met lagere inkomens buiten de deur te houden staat heel duidelijk in de wet: (artikel 27, lid 2 van de WVO resp. artikelen 40, lid 1 van de WPO resp. de WEC). Bovendien helpt goede voorlichting bij het voorkomen van misverstanden omtrent de ouderbijdrage. De Onderwijsgids die OCW jaarlijks uitgeeft, bevat uitgebreide informatie over de ouderbijdrage. Daarnaast verzorgen de door OCW gesubsidieerde ouderorganisaties én het Platform voor Allochtone Ouders en Onderwijs voorlichting aan ouders. Zie ook antwoord op vraag 1.


4
Deelt u de mening van onderzoeker Frederik Smit dat "limitering van de ouderbijdrage voorkomt dat het van de portemonnee afhankelijk is of kinderen naar een school kunnen"? Zo neen, hoe voorkomt u een tweedeling tussen arme en rijke scholen? Antwoord:
Zie antwoord op vraag 1.


5
Kunt u zich voorstellen dat ouders met een laag inkomen voor een school kiezen met een lage ouderbijdrage, omdat zij liever niet gedwongen worden te zeggen dat zij niet in staat zijn om een hoge ouderbijdrage te betalen? Hoe voorkomt u dat dit mechanisme een tweedeling veroorzaakt?
Antwoord:
Het valt niet uit te sluiten dat dit in voorkomende gevallen plaatsvindt, ondanks dat de ouderbijdrage vrijwillig is. Mij bereiken echter geen signalen dat hiervan regelmatig sprake zou zijn.


6
In welke andere Europese landen bestaat de 'vrijwillige' ouderbijdrage in het bekostigd basisonderwijs en voortgezet onderwijs?
Antwoord:
Uit de nationale beschrijvingen van de onderwijssystemen in 31 landen van Eurydice, het informatienetwerk voor onderwijs in Europa, is op te maken dat in het bekostigd basisonderwijs en voortgezet onderwijs in het Verenigd Koninkrijk een vrijwillige ouderbijdrage bestaat. Ook in een aantal andere landen (Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Finland, Italië en Litouwen) worden ouderbijdragen gevraagd voor onder andere sportactiviteiten, fotokopieën en excursies. Het is echter niet duidelijk of het hier om een verplichte of vrijwillige ouderbijdrage gaat. Indien u dit op prijs stelt, kan ik dit desgewenst verder laten uitzoeken.


7
Bent u bereid te onderzoeken hoe hoog de 'vrijwillige' ouderbijdrage is in het basisonderwijs in Nederland? Bent u bereid de uitkomsten uit te splitsen voor (grote) steden en dorpen en de mening van ouders over de ouderbijdrage te betrekken bij dit onderzoek? Antwoord:
Zie antwoord op vraag 1.


8
Wat was de uitkomst van gesprekken met de VO-raad en het Aloysiuscollege over de stijgende ouderbijdrage en het benoemen van de vrijwillige aard ervan? 2) Antwoord:
Het overleg met de VO-raad op dit punt heeft plaatsgevonden. De VO-raad deelt de zorg over de ontwikkeling van de schoolkosten. De schoolkostenontwikkeling blijft de komende periode punt van aandacht.
Aan de inspectie is gevraagd om na te gaan in hoeverre het Aloysiuscollege handelt in overeenstemming met artikel 27, lid 2 van de WVO. De inspectie heeft geconstateerd dat de informatie in de schoolgids niet correct is. De inspectie heeft daarover contact gehad met de rector van de school en deze heeft toegezegd om de volgende schoolgids aan te passen.


9
Hoe vrijwillig is de ouderbijdrage gezien de uitspraak van directeur Tjeerd Hansen dat ouders die niet betalen, geen lid kunnen worden van de schoolvereniging? Hoe verhoudt dit zich tot de wettelijke regeling dat "de toelating niet afhankelijk wordt gesteld van een andere dan een bij of krachtens de wet geregelde bijdrage"? 3)
Antwoord:
Het lidmaatschap van een vereniging is iets anders dan toelating tot de school. Aan het lidmaatschap van een (school)vereniging kunnen kosten worden verbonden. Wie deze niet wil betalen mag worden geweigerd als lid. Toelating tot de school is daardoor echter geenszins in het geding. Zie verder ook mijn antwoord op vraag 1.


10
Hoe verhoudt de hoge ouderbijdrage zich tot het hoge eigen vermogen van scholen? Bent u bereid om scholen aan te moedigen om het eigen vermogen beter te benutten, wat ertoe kan leiden dat de ouderbijdrage verlaagd kan worden?
Antwoord:
Zoals aangekondigd in mijn brief van 12 februari 2008 (Tweede Kamer 2007-2008, 31 293 nr. 4) en zoals gemeld in het algemeen overleg met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 20 maart 2008, vindt er op dit moment nader onderzoek plaats naar de vermogens in het primair onderwijs. Dat onderzoek leidt tot risicoprofielen die het mogelijk maken de omvang van het eigen vermogen te beoordelen. Zonder een gefundeerd beoordelingskader is niet aan te geven of de vermogens van scholen te hoog, te laag, of adequaat zijn.


11
Bent u bereid om de ouderbijdrage te maximeren (bijvoorbeeld tot 45 euro per jaar), zodat de tweedeling tussen rijke en arme scholen wordt tegengegaan? Antwoord:
Nee. Zie antwoord op vraag 4. Bovendien wordt de hoogte en bestemming van de ouderbijdrage door het bevoegd gezag van de school met instemming van het ouderdeel van de medezeggenschapsraad vastgesteld. Dit is in artikel 14, tweede lid, onderdeel c, van de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) vastgelegd. Ik heb daar geen rol in.


1) Het Parool, 3 april 2008

2) Aanhangsel Handelingen, 2007-2008, nr. 802,
3) Wet op het Voortgezet Onderwijs, Artikel 27, lid 2