Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over het betalen van verkeersboetes
van werknemers door de overheid
16 mei 2008
Antwoorden op kamervragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het betalen van
verkeersboetes van werknemers door de overheid. (Ingezonden 27 maart
2008)
1.Vraag
Bent u bekend met het besluit van de Gedeputeerde Staten van Groningen
van 3 juli 2007 om de eerste twee verkeersboetes bij overschrijding
van de toegestane maximumsnelheid tot 10 km per uur, tot een maximum
van twee per kalenderjaar voor rekening van de provincie te laten
komen? Zo ja, wat is hierop uw reactie?
2. Vraag
Deelt u de mening dat hier een negatieve prikkel vanuit zou kunnen
gaan?
Antwoord op de vragen 1 en 2
Ja, ik ben bekend met het besluit van 3 juli 2007 van Gedeputeerde
Staten van Groningen.
De sectorale rechtspositieregeling van de provincies kent een
schadevergoedingsbepaling. Hierin is geregeld dat de ambtenaar die
schade toebrengt aan de provincie daarvoor niet tegenover de provincie
aansprakelijk is, tenzij de schade het gevolg is van zijn opzet of
bewuste roekeloosheid. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft mij
laten weten dat deze bepaling identiek is aan die in het Burgerlijk
Wetboek (BW), de sector provincies heeft in 2000 daar bewust voor
gekozen. Het besluit of schade al dan niet wordt verhaald op een
ambtenaar, valt binnen de autonomie op het terrein van het
personeelsbeleid van de desbetreffende provincie. Hierin valt ook het
opstellen van lokaal beleid met betrekking tot de nadere invulling van
de schadevergoedingsbepaling.
Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft op 12 mei 2006 bepaald dat bij een
snelheidsovertreding lager dan 10 km/uur er geen sprake is van opzet
of bewuste roekeloosheid. Deze uitspraak heeft betrekking op de
schadevergoedingsbepaling in het BW, maar omdat de provinciale
rechtspositieregeling een identieke bepaling kent, hebben Gedeputeerde
Staten van Groningen besloten deze jurisprudentie te volgen.
Dit besluit valt eveneens binnen de autonomie op het terrein van het
personeelsbeleid van de provincie Groningen.
3. Vraag
In welke andere provincies en gemeentes of regionale
overheidsorganisaties, die de arbeidsvoorwaarden van een bepaalde
provincie of gemeente volgen, is dit ook vigerend beleid?
3. Antwoord
Navraag bij de koepelorganisaties gaf mij het volgende beeld.
Het IPO heeft mij laten weten dat zeven provincies een beleid kennen
waarbij verkeersboetes niet op de medewerker worden verhaald indien
het gaat om een snelheidsovertreding lager dan 10 km/uur.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft mij laten weten
dat het hen niet bekend is hoe individuele gemeenten omgaan met de
verkeersboetes van hun medewerkers.
4. Vraag
Komt dit ook bij de Rijksoverheid voor? Zo ja, waar?
4. Antwoord
In artikel 66, lid 1 van het ARAR is geregeld dat de ambtenaar kan
worden verplicht tot (gedeeltelijke) vergoeding van de door de dienst
geleden schade voor zover deze aan hem is te wijten. Dit betekent dat
een boete in principe op de ambtenaar zal worden verhaald, tenzij het
bevoegd gezag van mening is dat het de ambtenaar niet verwijtbaar is.
Er is geen algemene beleidslijn voor de hele rijksoverheid opgesteld.
Het is aan de organisaties zelf om te bepalen of schade wordt
verhaald, de omstandigheden van het geval zullen daarin meewegen.
Daarbij kan de hoogte van de snelheidsovertreding een rol spelen.
Informatie of, en zo ja waar dit beleid wordt gevoerd heb ik niet
beschikbaar.
Ten aanzien van de personenchauffeurs is in 2007 een inventarisatie
gehouden van de diverse regelingen in de departementen om te komen tot
harmonisering van de arbeidsvoorwaarden voor deze groep medewerkers
per 1 januari 2009. Eén van de aspecten die hierbij is bekeken, is het
beleid ten aanzien van verkeerboetes. Uit deze inventarisatie blijkt
dat bij het ministerie van LNV en het ministerie van SZW bekeuringen
voor de overtreding van de maximumsnelheid tot 10 km/uur door het
ministerie worden voldaan. Bij het ministerie van Financiën worden de
bekeuringen in beginsel door de chauffeur voldaan, tenzij het een
overtreding betreft tot 10% van de toegestane snelheid.
De Interdepartementale Contactvergadering Rechtspositieaangelegenheden
(ICRA) heeft ondertussen uitgesproken geen voorstander te zijn van een
regeling op grond waarvan verkeersboetes voor rekening van de
werkgever komen. Dit mede gezien de uitspraak van de Rechtbank
Leeuwarden van 18 januari 2008. De rechtbank heeft hierin aangegeven
dat de uitspraak van het gerechtshof `s-Gravenhage van 16 mei 2006
niet analoog van toepassing is op artikel 66 van de ARAR. Dit mede
gezien het verschil in inhoud van artikel 66 ARAR en artikel 7:661BW.
In artikel 66 van de ARAR is geregeld dat schade op de ambtenaar kan
worden verhaald indien er sprake is van een verwijtbare gedraging, in
het BW kan dit alleen indien er sprake is van opzet dan wel bewuste
roekeloosheid.
5. Vraag
Hoeveel kost deze vergoeding de overheid per jaar?
5. Antwoord
Informatie over de kosten van het niet verhalen van verkeersboetes met
betrekking tot snelheidsovertredingen lager dan 10 km/uur op
ambtenaren heb ik niet beschikbaar.
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties