Gerechtelijke organisatie

Ouders van voor moord veroordeelde man hoeven geen schadevergoeding te betalen

Arnhem, 21 mei 2008 - De moeder van een 25-jarige vrouw die in 2002 door haar huisbaas om het leven is gebracht, heeft een civiele procedure aangespannen tegen de dader en zijn ouders. De dader is door de strafrechter onherroepelijk veroordeeld voor de moord. De moeder eist nu smartengeld en vergoeding van inkomensschade.

Vordering tegen de ouders

De rechtbank Arnhem heeft zojuist geoordeeld dat de ouders van de voor moord veroordeelde man geen schadevergoeding hoeven te betalen aan de moeder van het slachtoffer.

De moeder van het slachtoffer heeft aan haar vordering op de ouders van de dader ten grondslag gelegd:


1. dat zij hem voor de moord alcohol mee naar huis hebben gegeven,


2. dat zij hem na de moord hebben geholpen met vluchten,


3. dat zij dit niet aan de politie hebben verteld maar de politie in strijd met de waarheid hebben verteld dat zij hun zoon na de moord niet hadden gezien,


4. dat zij zich negatief tegenover de politie over het slachtoffer hebben uitgelaten en


5. dat zij het vermogen van hun zoon onder zich hebben.

Hierover heeft de rechtbank het volgende overwogen:


1. De ouders konden niet vermoeden dat de dader onder invloed van alcohol een moord zou plegen. Bovendien is niet gebleken dat de door hen verstrekte drank een rol heeft gespeeld.


2. Dit is een strafbaar feit, maar níet als daarmee geprobeerd wordt om een eigen kind te beschermen tegen strafvervolging.


3. Zie bij 2.


4. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek moeten betrokkenen, waaronder de ouders van de dader, in beginsel vrijelijk hun visie kunnen geven op het gebeurde.


5. Niet is gebleken dat de ouders bezig zijn geweest om vermogen van de dader aan verhaal te onttrekken.

De rechtbank acht het handelen van de ouders van de dader niet onrechtmatig jegens de moeder van het slachtoffer.

Vordering tegen de dader

Om te bepalen of de dader een schadevergoeding moet betalen is extra onderzoek nodig.

In beginsel is schadevergoeding wegens het verlies van een dierbare (ook wel affectieschade genoemd) naar Nederlands recht niet mogelijk. Er is echter een uitspraak van de Hoge Raad op grond waarvan de moeder van de vermoorde vrouw onder bepaalde omstandigheden toch aanspraak heeft op vergoeding van smartengeld en inkomensschade. Er moet dan ook tegenover de moeder zelf (en niet alleen tegenover het slachtoffer) onrechtmatig zijn gehandeld. Onder meer moet dan zijn voldaan aan het vereiste dat de moeder rechtstreeks is geconfronteerd met de gruwelijke omstandigheden van de moord en dat zij daardoor een zo hevige emotionele schok heeft opgelopen dat daardoor geestelijk letsel bij haar is ontstaan. Dit wordt shockschade genoemd. De rechtbank heeft nu in het tussenvonnis beslist dat aan een aantal van deze voorwaarden is voldaan, maar dat onderzoek door een psychiater nodig is om te kunnen beoordelen of de moeder geestelijk letsel heeft opgelopen door de confrontatie met de ernstige gevolgen van de moord en de omstandigheden waaronder haar dochter om het leven is gekomen.

LJ Nummer

BD2057

Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 21 mei 2008 Naar boven