Algemene Rekenkamer: Doelen kabinet moeten concreter worden

21/05/2008 13:00

Algemene Rekenkamer

Staat van de beleidsinformatie: meer samenhang nodig in uitwerking kabinetsplannen.

Het kabinet-Balkenende IV slaagt er nog niet in op alle prioriteiten van beleid voldoende concreet te zijn. Dat is wel de ambitie van dit kabinet. Wat het kabinet wil doen, is helder. Waarom het die prestaties wil leveren en wat ermee bereikt moet worden, en welke financiën ervoor in welk jaar beschikbaar zijn, is niet altijd duidelijk. De Tweede Kamer heeft betere informatie nodig over de samenhang tussen doelen, prestaties en uitgaven om het kabinet te kunnen controleren.

Dat stelt de Algemene Rekenkamer in Staat van de beleidsinformatie 2008, dat zij op 21 mei 2008 publiceert.

Bij een goede onderbouwing van beleid wordt aangegeven welk probleem precies aangepakt wordt en waarom verwacht wordt dat de voorgenomen maatregelen het gewenste effect sorteren. De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht in welke mate dat het geval was in het kabinetsprogramma Samen werken, samen leven en in de begrotingen 2008 van de ministers. Van elk van de zes pijlers in het kabinetsprogramma heeft de Algemene Rekenkamer één representatieve beleidsprioriteit doorgelicht.

Selectie beleidsdoelen kabinet doorgelicht

Om de staat van de beleidsinformatie van de rijksoverheid te toetsen heeft de Algemene Rekenkamer dit jaar zes prioriteiten uit het kabinetsprogramma Samen werken, samen leven doorgelicht. Onderzocht zijn: millenniumontwikkelingsdoelen (Ontwikkelingssamenwerking), innovatiebeleid (Economische Zaken), woningen (VROM, WWI), re-integratiebeleid (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), criminaliteit (Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en het programma Vernieuwing Rijksdienst.

Onderbouwing extra budget onvoldoende

De Algemene Rekenkamer stelt dat de relatie tussen extra geld voor een doel, extra te leveren prestaties en de resultaten helder in de begroting en het jaarverslag verwoord moet zijn. Dat is nu niet altijd het geval. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking trekt bijvoorbeeld extra geld uit voor de VN-millenniumontwikkelingsdoelen gericht op gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen en op de verbetering van de gezondheid van moeders. De onderbouwing hiervoor ontbreekt echter gedeeltelijk. Wat met het extra geld, voor een klein deel afkomstig uit het Schoklandfonds, bereikt moet worden, is niet specifiek omschreven.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking vindt het onwenselijk om de relatie aan te geven tussen extra prestaties en het extra ingezette geld, omdat dit aanvullend budget in bestaand beleid verweven wordt.

Informatie aan Tweede Kamer schiet vaak tekort

Wil de Tweede Kamer haar controlerende taak kunnen waarmaken dan moeten doelen specifiek en meetbaar omschreven zijn, zo stelt de Algemene Rekenkamer.

Ministers proberen resultaten van beleid weliswaar beter te meten, maar de informatie daarover aan de Kamer schiet vaak nog te kort. Bijvoorbeeld: het kabinetsdoel om de criminaliteit in 2010 met een kwart teruggebracht te hebben in vergelijking met 2002, kan niet vastgesteld worden omdat sinds 2005 anders wordt gemeten (de cijfers waren plots hoger). De Algemene Rekenkamer beveelt aan een nieuw doel voor het verminderen van de misdaad te formuleren, gebaseerd op de verbeterde cijfers. In reactie geven de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie aan de aanbeveling over te willen nemen.

Omvang probleem niet altijd juist geschetst

Verder stelt de Algemene Rekenkamer vast dat de Kamer niet altijd de juiste omvang van een probleem voorgesteld krijgt. En soms zijn kabinetsdoelstellingen weinig specifiek, inconsistent en/of onhaalbaar. In een enkel geval is het doel in werkelijkheid zelfs al bereikt. Zo wil het kabinet met innovatiebeleid de achterblijvende groei van de arbeidsproductiviteit te lijf. Maar die achterstand was in 2004 al weggewerkt. Er vestigen zich te weinig kennisintensieve bedrijven uit het buitenland, zo stelt het kabinet, en Nederland verliest marktaandeel. Dat wordt niet onderbouwd in het beleidsprogramma van het kabinet. Hetzelfde geldt voor het niveau waarop het kabinet op de lijst van innovatieve EU-landen wil eindigen. De Tweede Kamer kan dan niet vaststellen of dit streven gehaald wordt. Verder ontbreekt het de Kamer aan voldoende inzicht in de kosten van innovatiebeleid. De minister van Economische Zaken acht in een reactie de mogelijkheden beperkt om de invloed van innovatiebeleid precies aan te geven. Bij de begroting 2009 zal de minister bezien of doelstellingen beter meetbaar, ook in tijd, zijn aan te geven.

Totale kosten Vernieuwing Rijksdienst niet duidelijk

Soms is niet duidelijk waarop welke minister aangesproken kan worden. Zo streeft het kabinet naar een kleinere rijksoverheid die beter werk levert. Bij het programma Vernieuwing Rijksdienst hebben de ministers niet aangegeven wat 'beter' betekent voor hun ministerie. Wel is aangegeven dat over de hele rijksdienst 12.800 arbeidsplaatsen (fte) weg moeten. Ook zijn de te verwachten totale kosten van dit programma onduidelijk. Hoeveel elke minister uit eigen ministerie-middelen bijdraagt is niet aan de Tweede Kamer gemeld. De Algemene Rekenkamer betwijfelt verder of de beoogde groei in arbeidsproductiviteit bij het Rijk reëel is, en wat allemaal van ICT kan worden verwacht. De minister van Binnenlandse Zaken erkent dat de definitie 'betere' overheid uitwerking verdient. Zij wijst erop dat elke minister verantwoordelijk is voor verkleining en verbetering van het eigen departement. Het kabinet kondigt aan vanaf mei halfjaarlijkse rapportages aan de Tweede Kamer te zullen gaan uitbrengen over personeelsomvang en kosten.

In het rapport Staat van de beleidsinformatie beoordeelt de Algemene Rekenkamer of over het gevoerde beleid voldoende informatie beschikbaar is voor de Tweede Kamer. Dit rapport vormt samen met onze rapporten bij het jaarverslag van een ministerie (met toets rechtmatigheid, bedrijfsvoering en kwaliteit van informatie) grondstof voor het verantwoordingsdebat in de Kamer.








Algemene Rekenkamer