Gemeente Breda

Breda stelt lokaal beleid voor GSM- en UMTS-masten vast

Het college van burgemeester en wethouders heeft deze week de notitie Telecommunicatie vastgesteld, waarin het lokale beleid voor de plaatsing van GSM- en UMTS-installaties is verwoord.

Daarin zijn als algemene uitgangspunten opgenomen: zo min mogelijk plaatsing op of bij woningen, zo min mogelijk masten (meerder providers gebruik laten maken van dezelfde mast), uitgaan van de meest gunstige visuele locatie en integratie in de omgeving waar de installaties komen te staan.

Ongeveer 90% van de zendinstallaties valt in de categorie bouwvergunningvrij. Dit betekent dat deze aanvragen niet worden getoetst aan het Bouwbesluit en dus ook niet aan het bestemmingsplan. Wethouder Willems: "Een speciaal antenneconvenant tussen Rijk, VNG en de vijf providers moet zorgen voor goede afspraken voor de masten waarvoor geen bouwvergunning nodig is. Samen met de Gemeente Tilburg hebben we eerder het Rijk verzocht om dat convenant aan te passen. We vinden dat er betere afspraken gemaakt moeten worden over communicatie en informatievoorziening aan bewoners, die bezorgd blijven over de mogelijke effecten voor de gezondheid op lange termijn."

De gemeente is dus in 90% van de gevallen niet bevoegd. Alleen wanneer voor een zendmast een bouwvergunning moet worden aangevraagd, kunnen criteria toegepast of eisen gesteld worden aan de aanvrager. In de notitie staan de volgende gemeentelijke uitgangspunten naar vergunningscategorie:

- bij bouwaanvragen van zendinstallaties waarvoor geen bouwvergunning nodig is vraagt de
gemeente de betrokken operators om medewerking tot plaatsing op een locatie die de gemeente
wenselijk vindt;

- bij bouwaanvragen waarvoor wel een bouwvergunning nodig is en die passen in het bestemmings-
plan, kan de gemeente in overleg criteria vaststellen;
- bij bouwaanvragen waarvoor wel een bouwvergunning nodig is, maar die niet passen in het
bestemmingsplan, kan de gemeente eisen stellen. Op basis van criteria, zoals omgeving, situering, technische vormgeving, aantal, maatvoering en kleurstelling, kan de gemeente bouwvergunning voor de plaatsing van zendinstallaties verlenen of weigeren.

De gemeente Breda heeft in 2006 een zogenaamd stand still-beleid gevoerd, waarbij de bouwaanvragen voor zendmasten (10% van het totaal aantal zendinstallaties) aangehouden werden. De realisatie van bouwvergunningvrije installaties ging echter door. Alhoewel diverse onderzoeken hebben aangetoond dat er geen direct gezondheidsrisico is voor de omwonenden van de installaties, blijft bezorgdheid onder de bevolking bestaan over de langetermijneffecten. Door de almaar groeiende vraag naar mogelijkheden voor mobiele telefonie via GSM en UMTS, de zeer geringe juridische mogelijkheden, de beperkte invloed van de gemeente en de resultaten van een afgerond onderzoek naar gezondheidseffecten, is in 2007 het stand still-beleid opgeheven.

Vorig jaar zijn samen met de Gemeente Tilburg brieven gestuurd aan de rijksoverheid en de VNG, waarin een aanpassing van het antenneconvenant verzocht is. Via een mailcampagne werden andere gemeenten benaderd, met het verzoek om Breda en Tilburg te steunen in hun actie om een betere communicatie en informatievoorziening aan bewoners in het convenant op te nemen. Twaalf gemeenten hebben hierop positief gereageerd.
Eerder hebben gesprekken plaatsgevonden met de ministeries van VROM en Economische Zaken. VROM heeft in het laatste gesprek laten weten van plan te zijn om de gewenste veranderingen op te nemen in een wetswijziging. In de tussenliggende periode blijven de gemeenten aangewezen op vrijwillige afspraken met de providers van mobiele telefonie.

Breda, 21 mei 2008

Notitie Telecommunicatie