Warchild


Inzet voor kindsoldaten onvoldoende resultaat

Vele tienduizenden kindsoldaten worden nog iedere dag actief ingezet in gewapende conflicten. Zowel statelijke legers als niet-statelijke gewapende groeperingen maken zich daaraan schuldig. Ook het proces van ontwapening, demobilisatie en re-integratie van ex-kindsoldaten in de samenleving faalt. Deze bevindingen staan in het op 20 mei verschenen wereldwijde rapport van de Internationale Coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten.

War Child is lid van de coalitie en maakt zich specifieke zorgen over de slechte re-integratie van ex-kindsoldaten. Ook vindt War Child het schandalig dat Nederland nog steeds het Optionele Protocol, dat de minimum leeftijd voor deelname aan gewapende gevechten op 18 jaar stelt, niet heeft geratificeerd.

Positieve ontwikkelingen
Het zogeheten Global Report gaat in op de wetgeving, beleid en dagelijkse praktijk met betrekking tot de rekrutering van kindsoldaten in 190 landen. Het rapport belicht de periode april 2004 tot oktober 2007. Er zijn een aantal positieve ontwikkelingen: een toename van de internationale aandacht en wetgeving op het gebied van kindsoldaten, een vermindering van het aantal conflicten (van 27 naar 17 conflicten) en een toename van het aantal landen dat het Optionele Protocol heeft ondertekend (van 88 naar 120 landen).

Onvoldoende impact
Helaas toont het rapport vooral aan dat de internationale inzet nog onvoldoende impact heeft en te kort schiet. Het rapport concludeert dat in 24 landen kinderen deel uitmaken van niet-statelijke gewapende groepen. In negen landen, waaronder Soedan, Israel, Tsjaad en Oeganda en DR Congo, worden kinderen gebruikt door het regeringsleger. In 19 landen werden kinderen tussen 2004 en 2007 ingezet voor gevechtshandelingen.

War Child bezorgd over re-integratie
War Child maakt zich vooral zorgen over het gesignaleerde falen van het Ontwapening, Demobilisatie en Re-integratie proces (DDR). Zo hebben nog steeds veel voormalig kindsoldaten, waaronder met name meisjes, geen toegang tot dit proces. Bovendien ligt de nadruk op het ontwapenen van kinderen en minder op hun re-integratie in de samenleving. Re-integratie is immers kostbaar en een kwestie van de langere termijn. Het rapport wijst het prioriteit geven aan ontwapening en het gebrek aan structurele fondsen voor re-integratie aan als de belangrijkste oorzaken voor het falen van het re-integratie proces. Ook zijn er onvoldoende DDR-programma's specifiek gericht op de behoeften van meisjes.

Wout Visser, adviseur kinderrechten en beleidsbeïnvloeding bij War Child, zegt: "De wederopbouw van een vreedzame samenleving na de oorlog is mede afhankelijk van de succesvolle re-integratie van voormalig kindsoldaten. Als zij geen plek vinden is de kans groot dat zij opnieuw gerekruteerd worden. War Child benadrukt dan ook het belang om bij vredesopbouw in naoorlogse gebieden re-integratie van kinderen vanaf het begin op te nemen in de vredesopbouw programma's. Daarbij is het voor een succesvolle re-integratie essentieel dat de hele gemeenschap erbij betrokken wordt. Kindsoldaten moeten niet als groep apart gezet worden." Voormalige kindsoldaten doen mee aan War Child programma's in Colombia, DR Congo, Oeganda, Soedan en Sierra Leone.

Nederland heeft Optionele Protocol niet geratificeerd War Child roept Nederland op het Optionele Protocol dat de minimum leeftijd voor deelname aan gewapende gevechten op 18 jaar stelt, te ratificeren. Dit verdrag is in 2000 door de VN opgesteld en vormt een aanvulling op het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Nederland heeft het wel ondertekend, wat betekent dat Nederland de basisprincipes van het protocol onderschrijft, maar er wettelijk nog niet aan gebonden is.

Geen minderjarien in het leger
Bovendien heeft Nederland 506 aspirant-militairen van 17 jaar in dienst en rekruteert actief onder deze leeftijdsgroep. Ook al worden zij niet ingezet in gevechten, Nederland geeft hiermee internationaal een verkeerd signaal af. Door de leeftijdsgrens los te laten, ontstaat een grijs gebied. Want waar leg je nog de grens? War Child vindt dat minderjarigen recht hebben op bescherming voor bepaalde verantwoordelijkheden en keuzes. Zo hebben 17-jarigen ook geen stemrecht. Als jongeren op 18-jarige leeftijd nog steeds de keuze willen maken voor het leger, is dat vroeg genoeg. War Child bepleit dat er andere toekomstperspectieven moeten zijn voor minderjarigen.