BELGIë EN NEDERLAND BLIJVEN ASIELZOEKERS TERUGSTUREN NAAR GRIEKENLAND

Minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie en staatssecretaris Nebahat Albayrak van Justitie hebben vandaag Annemie Turtelboom, de Belgische minister van Immigratie en Asielbeleid, ontmoet in Den Haag. Ze voerden gesprekken over het vreemdelingenbeleid, zowel op het vlak van de bilaterale relaties als op Europees niveau.

De beide ministers en de staatssecretaris benadrukten na afloop dat België en Nederland op dit moment vasthouden aan de Dublinovereenkomst en het interstatelijk vertrouwensbeginsel, ook ten aanzien van Griekenland. Griekenland kreeg eerder kritiek over de behandeling van asielzoekers. Griekenland heeft inmiddels in reactie op de kritiek een aantal verbeteringen doorgevoerd hetgeen volgens de bewindspersonen laat zien dat aandacht voor deze kwestie in Europees verband vruchten begint af te werpen. De kwestie blijft de aandacht van de beide regeringen houden.

Ook bespraken de delegaties een gezamenlijke strategie ten aanzien van Europese samenwerking in het kader van hervestigingsbeleid. Eerder vergezelde een delegatie van het Belgische ministerie van Immigratie en Asielbeleid de Nederlandse staatssecretaris op een hervestigingsmissie naar Thailand.

Een ander onderwerp dat in de gesprekken aan de orde kwam was de samenwerking tussen België en Nederland op het gebied van terugkeer. De bewindspersonen namen zich voor te zoeken naar mogelijkheden om de samenwerking bij het organiseren van terugkeervluchten te versterken.

Eerder op de dag had minister Turtelboom in Rotterdam een bezoek gebracht aan het Uitzetcentrum. De Belgische minister had zelf gevraagd te kunnen kennismaken met een aantal aspecten van de Nederlandse aanpak van immigratie. Zowel de Belgische minister als de Nederlandse bewindslieden waren het er over eens dat kennisname en uitwisseling van good practices essentieel zijn voor een verbetering van het migratiebeleid. Zij zullen dan ook voortaan voorafgaand aan Europese bijeenkomsten met elkaar in overleg treden, samen met de Luxemburgse counterpart.

Noot voor redacties (