Ministerie van Financiën

Speech Retailpoort


toespraak | 21-05-2008 | Den Haag, Minister

In 1939 schreef Amy Groskamp-Ten Have in haar beroemde boek `Hoe hoort het eigenlijk?' over betalen met cheques: `Men toone zich nimmer beleedigd wanneer onbekende winkeliers weigeren chèques in betaling te nemen.

Een chèque is een belofte tot betalen en goedgeloovigheid is ten eenenmale misplaatst in den handel.'

Ook voor betalen in het algemeen gaf zij een algemene fatsoensregel:

`De goede vormen bij het betalen zijn zeer eenvoudig:

Men betale prompt, in ieder geval zoo prompt mogelijk en late crediteuren nimmer in twijfel verkeeren omtrent aard, wijze en duur van een verschuldigde betaling.'

Deze passages uit Hoe hoort het eigenlijk? maken duidelijk dat snel en makkelijk betalen, zeker zonder contant geld, niet altijd zo vanzelfsprekend is geweest als nu.

In 1939 werd betalen met een cheque nog vaak met argwaan bekeken.

Nu worden cheques bijna niet meer gebruikt in Nederland.

De cheque is verdrongen door de bankpas.

Veel handiger en veel veiliger.

Want: je stopt je bankpas in een betaalautomaat en je betaalt.

Net zo makkelijk als water uit de kraan.

Het betalingsverkeer in Nederland verloopt verbazingwekkend soepel.

Even pinnen in een restaurant of bij de Dirk van de Broek.

Het is zo gemakkelijk dat we ons niet meer realiseren hoe ingenieus de techniek is die erachter zit.

Want er is veel technisch vernuft nodig voor het opzetten van een efficiënt betaalsysteem.

De ontwikkeling van ons nationale bancaire paradepaardje, het Nationaal Betalingscircuit, heeft niet voor niets meer dan 20 jaar geduurd.

Wim Duisenberg gaf in 1975, toen hij minister van Financiën was, het startschot voor dat Nationaal Betalingscircuit.

Een betaalsysteem dat de twee toen bestaande systemen, van de Postgiro en de banken, moest vervangen.

Want twee betaalsystemen in één land was toch wel erg onhandig.

En het kon zeker makkelijker: een girale betaling van de Postgiro naar een bank gaf heel wat administratieve rompslomp.

De klant moest de betaling aanleveren op papier, de Postgiro moest die elektronisch invoeren, de betaling werd dan verstuurd op papier, en bij de bank weer elektronisch ingevoerd.

Een overschrijving kon zo dagen onderweg zijn.

Het was een hele klus, maar Wim Duisenberg kon in 1997, als president van De Nederlandsche Bank, afsluiten wat hij als minister van Financiën begonnen was:

het Nationaal Betalingscircuit was toen - eindelijk - een feit.

Door zijn inspanningen, door de inspanningen van de banken, de detailhandel, consumentenorganisaties en de overheid kan het betalingsverkeer hier in Nederland gerekend worden tot het beste, het goedkoopste en het meest efficië nte betalingsverkeer in de wereld.

Daar ben ik als minister van Financiën trots op.

In Nederland zijn we er in geslaagd van een complexe materie een soepel werkend systeem te maken.

In goed overleg, in de beste poldertraditie.

Maar hoe zit het met het betalingsverkeer buiten Nederland, in de rest van Europa?

Nog niet zo lang geleden had je twee verschillende portemonnees nodig als je bij Roosendaal de grens over ging, en als het gezin op vakantie ging was vader weken in de weer met het regelen van de benodigde francs, lires en peseta's.

Sinds de invoering van de euro is het gelukkig een stuk gemakkelijker geworden om contant te betalen in de eurolanden.

Maar geld overschrijven of met je betaalpas betalen kan in het buitenland nog wél lastig zijn.

U kent vast wel de verhalen van buren en vrienden over de bankpas die geweigerd werd bij dat Griekse benzinestation dat nét gehaald werd met een bijna lege tank, of de verhitte discussie met een arrogante Franse ober die weigert om een vreemde betaalkaart te accepteren.

Dat moet anders.

Ook als je in een ander euroland bent, moet elektronisch betalen de meest efficiënte manier van betalen zijn.

Veilig en snel, goed en goedkoop.

Daarom hebben de Europese banken SEPA ontwikkeld, de Single Euro Payments Area: één Europese betaalmarkt met één standaard voor Europese betaalproducten.

De mogelijkheden van SEPA zijn groot.

Zoals:


- Overal in Europa kunnen betalen met je betaalpas.


- Een automatische incasso die bruikbaar is in heel Europa.


- Dezelfde bank voor alle transacties in verschillende landen.

Allemaal concrete, direct bruikbare voordelen.

Voor bedrijven én voor consumenten.

Maar SEPA heeft ook een abstracter doel, namelijk een grotere markt voor betaalproducten.

Waarom is dat belangrijk?

Omdat een grotere markt kansen biedt. Kans op meer concurrentie, meer effici ëntie en lagere kosten in het betalingsverkeer.

En kans op innovatie en nieuwe betaalproducten zoals e-facturering en betalingen via internet of de mobiele telefoon.

De opzet van één Europese betaalmarkt is een enorme klus. Ik vind dat de banken met het initiatief voor SEPA een bijzondere prestatie leveren.

Maar dat betekent niet dat we niet kritisch moeten blijven. Ook hier geldt het advies van Amy Groskamp-Ten Have: `goedgeloovigheid is ten eenenmale misplaatst'.

Dus moeten we SEPA-producten kritisch vergelijken met de nationale betaalproducten die we al hebben.

De banken moeten dus laten zien dat SEPA-producten tenminste even goed en even goedkoop zijn als de bestaande nationale betaalproducten.

Daarnaast moeten we een aantal zaken in het bijzonder goed in de gaten houden:

* SEPA zorgt voor een grotere betaalmarkt en kan voor meer concurrentie zorgen tussen aanbieders van betaalproducten.

Die concurrentie moet dan wel een échte kans krijgen.

Een nieuwe aanbieder van een Europese betaalkaart, naast Maestro en V Pay, zou ik toejuichen.

* Kill your darlings is misschien een goed motto voor dichters, maar niet voor betalingsverkeer.

We hebben nu PIN en dat werkt voortreffelijk.

Daarom vind ik dat PIN niet moet verdwijnen voordat er een even goed en goedkoop alternatief is waar bedrijven en consumenten de voorkeur aan geven.

Als PIN verdwijnt, moet dat zijn omdat er geen vraag meer naar is, en niet omdat de stekker er opeens uit wordt getrokken.
* Veiligheid in het betalingsverkeer is van het grootste belang.

Het is daarom een goede ontwikkeling dat de veilige EMV-chip wordt ingevoerd.

Zolang er voldoende vraag bestaat naar PIN, is het daarom onwenselijk als banken PIN niet op de EMV chip zetten.

Veiligheid gaat immer vóór alles, óók bij het gebruik van PIN.

Ik verwacht dat banken hier een verantwoorde keuze maken.

Overigens, net als het Nationaal Betalingscircuit is SEPA geen zaak van de banken alleen.

Het succes van SEPA staat of valt bij het gebruik van SEPA-producten door bedrijven, door de overheid en door consumenten.

Alleen zo kan SEPA tot leven komen.

Een product dat door niemand wordt gebruikt, is een dood product.

De Nederlandse overheid maakt zich klaar voor SEPA.

De betaalinfrastructuur wordt zo aangepast dat met SEPA -producten gewerkt kan worden.

Als banken laten zien dat SEPA-producten tenminste even goed en goedkoop zijn als de huidige betaalproducten, zal de overheid graag SEPA-producten afnemen.

Maar het bedrijfsleven, en de detailhandel in het bijzonder, speelt ook een belangrijke rol bij het succes van SEPA.

Ik begrijp de zorgen van de detailhandel over het mogelijke verdwijnen van PIN en over de kosten van betaalproducten in de toekomst.

Maar ik hoop ook dat de detailhandel begrijpt dat samenwerking tussen de banken en de detailhandel nodig is om van SEPA een succes te maken.

De detailhandel is als belangrijke potentiële klant essentieel om SEPA in te voeren en uit te rollen.

Daarom ben ik blij dat de detailhandel en de banken het eens zijn dat iedereen gebaat is bij verdere groei van een efficiënt en veilig betaalmiddel.

Dat is een goede basis voor samenwerking.

Een instrument voor banken en de detailhandel om samen een succes van SEPA te maken zie ik ook in het huidige Convenant Betalingsverkeer.

Met dit convenant wilde u in 2005 geschillen over de hoogte van PIN-tarieven oplossen en samenwerken aan een veilig, maatschappelijk efficiënter en goedkoper betalingsverkeer in Nederland.

De Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen is daarbij in het leven geroepen.

De heer Van den Broek is daarvan de voorzitter.

Met vooruitziende blik is in het Convenant Betalingsverkeer afgesproken dat u, de banken en de detailhandel, bij Europese ontwikkelingen in goed overleg afspraken zult maken.

Over voortzetting van het convenant óf nieuwe afspraken in de geest van het convenant.

Tot slot.

SEPA tot een succes maken is iets wat we met ons allen moeten doen.

Banken, detailhandel en de overheid samen.

Dan blijft het betalingsverkeer vlot doorlopen, als water uit de kraan, met lage kosten en veel gebruiksgemak voor ons allemaal.

Zodat wij, in de woorden van Amy Groskamp-Ten Have `nimmer in twijfel verkeeren omtrent aard, wijze en duur van een verschuldigde betaling' .


* Laatst aangepast: 21-05-2008