Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

'Sociale Herovering laat zien wat actief burgerschap kan betekenen'

22-05-2008

Toespraak van minister Vogelaar tijdens de Conferentie Sociale Herovering in Leeuwarden op 22 mei 2008.

Dank u wel voor het boekje "Barrières en breekijzers in de Buurt - belangrijke lessen van sociale herovering in 12 gemeenten". Want daar gaat het vandaag over. Over wat er geleerd is van het Project Sociale Herovering in steden als Leeuwarden en Schiedam, Almelo en Utrecht. Wat twaalf steden hebben gedaan met hun deel van de 25 miljoen euro die we hiervoor hadden uitgetrokken. Wat er allemaal is gebeurd om straten, buurten en wijken in uw steden veiliger en leefbaarder, gezelliger en schoner te maken. Wat u heeft gedaan om uw bewoners enthousiast aan de slag te krijgen met hun eigen ideeën, van bloembakken en barbecues tot afspraken over leefregels en verantwoordelijkheden.

Het is duidelijk dat Sociale Herovering een bijzonder project is met bijzondere resultaten die bijna niet in een middag of in een boekje te vatten zijn. Kijk maar naar DOEN!, het project hier in Leeuwarden, waar u vanmiddag uitgebreid mee gaat kennismaken.

Waarom zijn deze projecten zo bijzonder én zo succesvol? Omdat het gaat om ideeën van, voor en door de bewoners zélf. Omdat het laat zien wat actief burgerschap kan betekenen en bereiken. Omdat de overheid optrad als partner: niet sturend maar ondersteunend.

Ook in de krachtwijken gaat het niet alleen om een sterke economische, fysieke en sociale infrastructuur. Het gaat ook over herstel van de vitale lokale gemeenschap, het tegengaan van maatschappelijke en economische uitsluiting, het vergroten van de leefbaarheid, zelfredzaamheid en weerbaarheid. Dat vraagt om actief, verantwoordelijk burgerschap én om nieuwe vormen van samenwerking tussen bewoners en maatschappelijke organisaties, bestuurders en bedrijven.

Deze werkvorm sluit aan bij de uitgangspunten van onze democratische samenleving: onderling respect en loyaliteit, gelijkwaardigheid en solidariteit. Maar wat daarbij hoort is zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid: het vermogen, maar ook de plicht, om eigen keuzen, eigen afwegingen te maken, binnen de normen die voor de samenleving als geheel gelden. Dat geldt ook als het gaat om de vormgeving en inrichting van onze directe woon- en werkomgeving, onze straat, buurt of wijk: ook dan ligt de keuzemacht bij de inwoners zelf.

Daarmee komen we op een lastig punt. Nederland heeft een steeds hoger opgeleide bevolking, steeds meer mondige mensen die hun eigen keuzen willen maken en niet meer betutteld willen worden. Maar die emancipatie houdt helaas vaak op bij de eigen voordeur, bij het eigen gezin. De samenleving is voor veel mensen de buitenwereld en daar moet de overheid maar voor zorgen. Tegelijkertijd kent Nederland een groeiende groep mensen die aan die emancipatie en mondigheid geen deel heeft. Zij verkeren vaak in isolement en doen geen beroep op hulp die soms wel degelijk nodig is. Daar moeten we niet betuttelen, maar wel een hand uitsteken. Ook als we daarvoor achter de voordeur moeten kijken.

Tussen rechten en plichten, wensen en werkelijkheid, wetten en bezwaren zal een nieuw evenwicht moeten worden gevonden. Daarop zullen we individuele burgers en maatschappelijke organisaties moeten aanspreken. Niet voor niets staat in het Coalitieakkoord van dit kabinet: "De kracht en de kwaliteit van de samenleving wordt bepaald door onderlinge betrokkenheid. Betrokkenheid begint met meedoen."

Het stedelijk beleid is voor een belangrijk deel gebaseerd op meedoen, op actief burgerschap. Het project Sociale Herovering is daarin een zeer goed voorbeeld. Dit project geeft, nóg meer dan voorgaande projecten, ruimte aan bewonersinitiatieven. Bewoners krijgen de macht om zelf dingen te regelen, zelf medestanders te zoeken, zelf te bepalen wat ze belangrijk vinden. En allerlei bewoners in allerlei steden en allerlei wijken deden mee: jongeren en ouderen, werkenden en werklozen, allochtonen en autochtonen, oude en nieuwe vrijwilligers. Zoals Karim in Schiedam en Sally in Amsterdam, Cemal in Nijmegen en Wil in Dordrecht. Allerlei mensen kwamen achter hun voordeur vandaan om samen met anderen ideeën uit te werken en uit te voeren. Mét bijzondere resultaten. Groot en klein, incidenteel en structureel, lange termijn en quick wins.

Bewoners hebben samen van saaie pleinen aantrekkelijke ontmoetingsplaatsen gemaakt, speeltuinen opgeknapt, voetbalveldjes ingericht, een vissteiger aangelegd, een buurtrestaurant of wijkcentrum opgezet of een wijkkrant opgericht. Maar er zijn ook grotere, bredere projecten van de grond gekomen: werkmakelaars die bemiddelen tussen werkzoekenden en bedrijven, verbeterplannen en geluksbudgetten voor huishoudens, het tegengaan van overlast door jongeren, zorgen voor startkwalificaties voor jongeren, intensivering van achter-de-voordeur-bezoeken. U zult vanmiddag nog veel meer van dit soort voorbeelden horen en leren kennen. Het is duidelijk dat Sociale Herovering een succes is. Burgers hebben door dit project de kans gekregen hun wijken sociaal te heroveren. En die kans hebben ze met beide handen aangepakt!

Wonderbaarlijk? Ja, op het eerste gezicht wel. Maar deze ontwikkeling past bij de bevindingen van het SCP in hun rapporten over de Sociale Staat van Nederland. Daaruit blijkt namelijk een toenemende betrokkenheid van burgers bij maatschappelijke vraagstukken. Maatschappelijke betrokkenheid die geen politiek mag heten, want daar hebben de meeste mensen helaas een broertje aan dood. Maar mensen willen wél iets doen als het gaat om concrete vraagstukken. Als er voor een overzichtelijke periode een direct beroep wordt gedaan op hun creatieve intelligentie en ervaring, zullen velen zich aangesproken voelen. Maar deze boodschap komt met een waarschuwing: deze nieuwe participatie mag niet overwoekerd raken door allerlei ingewikkelde procedureregels en worden bedolven onder het papier. Als er iets is dat de burgers afschrikt, is het bureaucratische rompslomp en administratief gedoe.

Daarom is het belangrijk dat de overheid vooral een ondersteunende rol heeft in dit soort projecten. Niet alleen ondersteuning in de vorm van geld, maar ook ondersteuning door advies, door mensen samen te brengen, door van kleine succesvolle ideeën iets structureels te maken. Dit project heeft laten zien dat, als het gaat om het herstellen van vertrouwen in elkaar, in gemeente, scholen, politie en corporaties, een (financiële) impuls soms net het verschil kan maken. Dit project heeft laten zien dat er echt geluisterd wordt naar bewoners, en dat dat leidt tot enorme betrokkenheid, tot nieuwe energie, tot nieuw verantwoordelijkheidsgevoel. En dat is vooral uw verdienste! U de gemeente, U de school, U de corporatie, U de welzijnswerker, U de wijkmanager.

U heeft dat gedaan door uw creativiteit en uw inzet, door ruimte te maken voor onorthodoxe ideeën en onorthodoxe oplossingen. U heeft dat laten zien door als het echt belangrijk is geen nee te verkopen. U heeft de oude vormen en gedachten durven loslaten, u heeft breekijzers voor vernieuwing gecreëerd, door regels opnieuw te interpreteren of tijdelijk opzij te schuiven. Kortom: u heeft er voor gezorgd dat de keuzemacht van uw inwoners is omgezet in daadkracht!

Het is duidelijk dat dit project niet op zichzelf mag staan, geen bestuurlijk eiland mag zijn. Daarom is het belangrijk dat we vandaag en later goed kijken naar wat we hebben geleerd, welke lijnen, projecten en processen we kunnen doortrekken naar de aanpak van de Krachtwijken. Wat we in ieder geval meenemen zijn de breekijzers, de nadruk op bewoners, de lokale samenwerking en de ketenaanpak.

Want ook daar ligt onze verantwoordelijkheid: zorgen voor opwaartse beweging. Van goed naar beter, van beter naar best. Natuurlijk als het gaat om de doelstellingen van het grotestedenbeleid, de wijkaanpak, maar ook als het gaat om een vernieuwde, moderne verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en samenleving. Minder zelf regelen, meer vertrouwen op de betrokkenen zelf. Ik denk dat dit project overtuigend bewezen heeft dat het één niet zonder het ander kan. Alleen door de Krachtwijken, actief burgerschap en bestuurlijk-maatschappelijke samenwerking blijvend aan elkaar te koppelen kunnen we ons doel bereiken: vitale steden met krachtige wijken waar mensen willen wonen en werken.