Nog weinig verbeteringen voor kindsoldaten
22 mei 2008, Den Haag - Hoewel er meer internationale aandacht is voor
kindsoldaten, de wetgeving op dit gebied is uitgebreid en het aantal
conflicten wereldwijd is afgenomen, moeten tienduizenden kinderen nog
steeds elke dag vechten in legers van regeringen of gewapende
groeperingen. De kinderen die aan hun soldatenbestaan kunnen ontkomen,
reïntegreren vaak niet succesvol in de samenleving, zodat de kans dat
ze opnieuw gerekruteerd worden groot is.
Tekening van een voormalige kindsoldaat van de National Liberation
Forces, Burundi (Coalition 2006)
Tekening van een voormalige kindsoldaat van de National Liberation
Forces, Burundi (Coalition 2006)
Deze conclusies staan in het Child Soldiers Global Report 2008, dat is
opgesteld door de Internationale Coalitie tegen het gebruik van
kindsoldaten. De makers van het rapport hebben in 190 landen in kaart
gebracht hoe het staat met de wetgeving, het beleid en de dagelijkse
praktijk met betrekking tot de rekrutering van kindsoldaten. Zoals al
vermeld, is er meer internationale aandacht voor deze problematiek, is
de wetgeving erop aangepast en is het aantal conflicten wereldwijd
gedaald van 27 naar 17. Het Internationale Verdrag voor de Rechten van
het Kind is in 2002 uitgebreid met een Optioneel Protocol waarin is
vastgelegd dat minderjarige kinderen niet door legers mogen worden
gerekruteerd. Het aantal landen dat dit Protocol heeft ondertekend, is
in de periode dat het onderzoek is uitgevoerd gestegen van 88 naar
120.
Helaas hebben vele kinderen die in legers zitten nog niets van deze
positieve ontwikkelingen gemerkt. In 24 landen maken kindsoldaten deel
uit van legers van gewapende groeperingen en in negen landen,
waaronder Sudan, Israël, Tsjaad, Uganda en de Democratische Republiek
Congo, zijn ze onderdeel van het regeringsleger. Tussen 2004 en 2007
werden in 19 landen kinderen ingezet voor gevechtshandelingen. Zo
heeft Groot-Brittannië soldaten die jonger waren dan 18 jaar tot medio
2005 ingezet in Irak en heeft het Israëlische leger Palestijnse
kinderen als menselijk schild gebruikt.
Reïntegratie faalt
In het ideale geval wacht kinderen nadat ze uit een leger komen een
proces van ontwapening, demobilisatie en reïntegratie in de
samenleving. Uit het rapport blijkt dat veel voormalige kindsoldaten
dit proces helemaal niet doormaken. Zonder hulp keren ze terug naar
een burgerbestaan, waarin ze hun draai moeten zien te vinden terwijl
ze niet naar school zijn geweest, geen vak hebben geleerd en geplaagd
worden door traumatische ervaringen die ze in hun soldatenleven hebben
opgedaan. De kans dat ze opnieuw kiezen voor het leger is dan ook
levensgroot. Meisjes worden vaak door legertjes ingelijfd om als
seksslaven te dienen en voor hun specifieke problemen - inclusief de
stigma's waarmee ze te maken krijgen bij terugkeer naar hun oude
dorpen - is weinig aandacht.
Nederland moet nog ratificeren
Ook het Nederlandse leger werft onder minderjarigen. Jongeren kunnen
als ze willen vanaf 17 jaar het leger in. Ze mogen niet bij
gevechtshandelingen worden ingezet, maar mogen tot ze meerderjarig
zijn wel een opleiding in het leger volgen. Nederland is een van de
landen die het Optionele Protocol dat de rekrutering van minderjarige
soldaten verbiedt, nog niet heeft geratificeerd. Het Protocol is door
de Tweede Kamer behandeld en ligt nu ter goedkeuring bij de Eerste
Kamer.
De Internationale Coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten - Unicef
maakt in Nederland deel uit van deze coalitie en vervult in
internationaal verband een adviserende rol - hoopt uiteraard dat ons
land het Optionele Protocol snel zal ratificeren.
Bekijk het rapport