Ingezonden persbericht

Topsporters zetten door, zijn resultaatgerichtheid en verbeteren bedrijfsimago
Randstad Topsport Onderzoek:
Topsporters brengen meerwaarde op werkvloer, maar: HR-managers twijfelen

Diemen, 22 mei 2008

Met een topsporter als medewerker haalt een organisatie een extra dosis doorzettingsvermogen en resultaatgerichtheid in huis. Een bekende hockeyster of een topvolleyballer levert de organisatie bovendien een beter imago op, met een grotere kans op het genereren van free publicity.

Dat is de uitkomst van een onderzoek dat Randstad liet houden onder een groot aantal topsporters. Ook werkgevers spreken zich uit tijdens het onderzoek: HR-managers zijn op zich bereid te geloven dat topsporters 'iets extra's' brengen. Maar ze nemen topsporters er niet om aan. Dat verklaart mogelijk waarom veel topsporters moeite hebben om zich na hun sportieve loopbaan op de arbeidsmarkt te manifesteren, ondanks de kwaliteiten die topsporters zichzelf toedichten. Uit het onderzoek blijkt dat de verwachtingen van de sporters en van de HR-managers die ze zouden moeten aannemen, mijlenver uit elkaar liggen. Een topsportcarrière is dus zeker geen garantie voor een succesvolle entree op de arbeidsmarkt, zo wijst het onderzoek uit.

Topsporters én HR-managers ondervraagd
Het Randstad Topsport Onderzoek is in opdracht van Randstad uitgevoerd door MarketResponse. Onderzoekers registreerden de mening van 78 topsporters over werk. Ook werd aan HR-managers van 204 bedrijven gevraagd hoe zij de specifieke kwaliteiten inschatten die topsporters vóór hebben op 'gewone' kandidaten.

Toegevoegde waarde, volgens topsporters
Zo'n tien procent van bedrijven in Nederland heeft op dit moment een topsporter in dienst, of in het verleden gehad. Maar waarom zou een organisatie moeten overwegen een topsporter aan te nemen? Voor de topsporters is dat een combinatie van 'een groter dan gemiddeld doorzettingsvermogen' (zegt 95 procent van de topsporters), 'grotere resultaatgerichtheid' (zegt 91 procent), 'meer dan gemiddeld gemotiveerd zijn' (zegt 82 procent) en beter dan gemiddeld omgaan met tegenslagen (zet 81 procent). "Een sporter heeft een drang om altijd de beste te willen zijn of te worden in wat hij ook doet", zo zei bijvoorbeeld veldrijder Thijs Al tijdens het onderzoek.
Verreweg de meeste (91 procent) van de topsporters beschouwen hun ervaring als topsporter als toegevoegde waarde voor hun functioneren. Bijna driekwart denkt dat het in dienst hebben van een topsporter een positief imago oplevert of het genereren van free publicity eenvoudiger maakt.

Waarde voor bedrijven en instellingen
Jan Vermeulen, algemeen directeur van Randstad Nederland, denkt dat topsporters wel degelijk waarde kunnen hebben voor bedrijven en instellingen. "Zij beschikken over specifieke competenties, die sporters tot bijzondere collega's kunnen maken. Het zijn wellicht niet de competenties die letterlijk genoemd worden in de functie-omschrijving. Maar topsporters beschikken wel over de instelling en de ervaring om elke dag weer te winnen. Dat zijn eigenschappen die bijzonder inspirerend kunnen zijn."

Sport als compensatie tekort werkervaring
Bijna de helft van de topsporters denkt dat een sportcarrière het tekort aan werkervaring kan compenseren. Dat wordt tegengesproken door circa 70% van de ondervraagde HR-managers; zij menen dat de sportcarrière dit tekort niet compenseert.
Topsporters achten de kans dat zij aangenomen worden op een 'gewone' functie tijdens hun sportcarrière kleiner, maar na hun sportcarrière groter dan voor een gewone sollicitant. HR-managers hebben ook daar hun vraagtekens bij. Zij dichten topsporters na hun sportloopbaan bepaald geen hogere kansen op een baan toe dan 'gewone' sollicitanten. Slechts 17 procent geeft een topsporter een grotere kans op een baan bij een organisatie. Bij een topsporter die nog midden in zijn carrière zit, is die kans nog kleiner: 6 procent.

Werken en topsport: lastige combinatie
Werken en topsport laten zich lastig combineren, zo blijkt uit het onderzoek. Weinig topsporters werken en als ze al een baan hebben, is die part-time. Veel topsporters zien op tegen het hebben van een gewone baan naast hun sportloopbaan, omdat werken en topsport bedrijven veel tijd kosten. Ook meent een kwart van de topsporters dat gebrek aan kennis en ervaring het moeilijk maakt om aan het werk te komen en te blijven. Nog eens een kwart van de sporters verwacht problemen bij de gewenning aan het werkritme.

Hoe dan wel? Duidelijkheid voorop
Toch zijn er wel kansen om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, zeker als beide partijen oog hebben voor elkaars belangen. Twee lessen uit het onderzoek:
* Werken naast de sport betekent voor beide partijen geven en nemen. Topsporters vragen veel flexibiliteit van de werkgever om naast hun carrière te kunnen werken. Werkgevers vragen echter ook flexibiliteit en zekerheid van de topsporters.
* Maak duidelijke afspraken. Zowel sporters als werkgevers hebben behoefte aan duidelijkheid over elkaars verwachtingen, zowel over beschikbaarheid als resultaat van het werken. Zonder duidelijke afspraken wordt het lastig om de combinatie tot een succes te maken.

Organisaties die - met succes - een topsporter tijdens zijn sportloopbaan aannemen (dit zijn meer dan gemiddeld organisaties die een link met sport hebben), stellen duidelijke voorwaarden: een minimaal aantal te werken uren, een parttime functie en het voldoen aan de functie-eisen.

Randstad is al jaren dé arbeidsmarktpartner van topsporters, met de Randstad Topsport Academie (RTA). Sporters die tijdens hun carrière willen werken aan hun toekomst in de samenleving, hebben met hun diploma van deze academie een prima startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.

Noot voor de redactie -