Radboud Universiteit Nijmegen

Helft mantelzorgers dementerenden depressief

Datum bericht: 21 mei 2008

Zorg is een wederzijdse relatie. Daarom werkt zorg alléén als de beide betrokkenen - patiënt én verzorgende - kunnen geven en nemen. Veel problemen bij zorg- en hulpverlening zijn te verklaren door het overschrijden van de neem- en geefgrens. Dat stelt Myrra Vernooij-Dassen, hoogleraar aan het UMC St Radboud, tijdens haar oratie 'Het is zaliger te geven dan te ontvangen' op donderdag 22 mei. Zo heeft de helft van de mantelzorgers voor dementerenden een klinische depressie. Ziek van te lang te veel gegeven.

Ruim een kwart van alle ouderen boven de 65 jaar heeft serieuze lichamelijke en/of geestelijke beperkingen vanwege dementie, kanker, hartfalen, een hersenbloeding, enzovoort. Deze kwetsbare groep is afhankelijk van zorg, die vaak thuis wordt gegeven. Van alle demente ouderen woont bijvoorbeeld 65 procent thuis, 17 procent in een verzorginghuis en 18 procent in een verpleeghuis of kleinschalige woonvorm. De belangrijkste zorg wordt bovendien geleverd door partners (50 procent) en kinderen (38 procent) met een gemiddelde leeftijd van 61 jaar. Ouderen hebben dus niet alleen zorg nodig, ze leveren ook zorg. Er bestaat een heuse grijze zorggolf: ouderen voor ouderen.

Een depressie oplopen
Tijdens haar oratie laat hoogleraar Myrra Vernooij-Dassen zien hoezeer de zorg voor demente ouderen niet alleen vraagt om geven, maar ook leidt tot nemen, tot incasseren. Maar liefst de helft van de mantelzorgers lijdt bijvoorbeeld aan een klinische depressie, terwijl slechts 20 procent van hen voor deze ziekteverschijnselen wordt behandeld. Vernooij-Dassen: 'Het probleem is hier dus niet zozeer dat mensen andere mensen in de steek laten, maar eerder dat ze te ver gaan in het zichzelf wegcijferen en er zelf ziek van worden.'

'Zorg is een kwestie van geven en nemen', zegt ze. Als leidraad voor haar rede hanteert ze twee stellingen die de verschillende perspectieven vertegenwoordigen: 1. Als ik wat krijg, wil ik wat teruggeven. 2. Als ik wat geef, wil ik wat terugkrijgen.

Effectieve hulp wordt niet gebruikt
Zorg helpt vaak niet. Goede zorg vergt veel deskundigheid. Psychosociale interventies, ofwel ondersteuning van patiënt en mantelzorger, helpen wel als rekening wordt gehouden met de wensen van patiënt en mantelzorger en gelegenheid wordt geboden tot het maken van keuzen. De kwaliteit van leven verbetert en het aantal opnamen in verpleeghuizen vermindert. Succesvolle ondersteuningsprogramma's houden rekening met de balans van geven en ontvangen. 'Maar gek genoeg worden dergelijke interventies nauwelijks gebruikt', zegt Vernooij-Dassen. Daarom is haar onderzoek ook gericht op het bevorderen van het gebruik van effectieve ondersteuningsprogramma's.

Verpleeghuizen
Vernooij-Dassen maakt duidelijk dat vooral de verpleeghuizen fungeren als kraamkamer voor nieuwe methoden om zeer kwetsbare mensen te helpen. Tegelijkertijd kampen verpleeghuizen in toenemende mate met een tekort aan personeel. Dit komt onder meer doordat het werkplezier van verzorgenden verdwijnt wanneer zij niet meer in staat zijn de gewenste kwaliteit van zorg te leveren. Met het verbeteren van de kwaliteit van zorg in verpleeghuizen kan ook het dreigend tekort aan verzorgenden op de arbeidsmarkt worden opgelost.

Myrra Vernooij-Dassen, hoogleraar Psychosociale aspecten van zorg voor kwetsbare ouderen houdt haar oratie op donderdag 22 mei, 15.45 uur te Nijmegen. Zij bekleedt de Joop Michels leerstoel die is ingesteld door de Stichting Kalorama in samenwerking met het UMC St Radboud.