Afscheidscollege prof.mr.dr. D. Mentink
Titel afscheidscollege
Tien jaar later
---
Leerstoel:
Bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht
Datum
23 mei 2008 16:00
---
Locatie:
Woudestein, Forumzaal
---
Faculteit
Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FR)
`Grondwetsartikel 23 voldoet nog, maar is verzand in moderne wetgeving'
Hoogleraar onderwijsrecht Dick Mentink neemt afscheid
Het oude grondwetsartikel 23, dat de vrijheid van onderwijs moet
waarborgen, ligt de laatste jaren onder vuur. Voldoet het artikel nog
wel in onze moderne, pluriforme samenleving? Volgens prof.mr.dr. Dick
Mentink ligt het probleem niet bij het grondwetsartikel, maar bij de
moderne wetgever, zoals ook de parlementaire commissie-Dijsselbloem
onlangs nog duidelijk maakte. Met de rede Tien jaar later neemt
Mentink op vrijdag 23 mei 2008 afscheid als bijzonder hoogleraar
Onderwijsrecht op pluriforme grondslag aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam. Hij blijft de komende twee jaar nog wel als onderwijsdecaan
verantwoordelijk voor de onderwijsvernieuwing en curriculumherziening
binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
Dick Mentink geniet grote bekendheid als deskundige van
onderwijswetgeving en het roemruchte onderwijsartikel 23 in onze
Grondwet. Hij adviseert regelmatig overheden, kamerfracties,
schoolbesturen en (landelijke) organisaties in het onderwijs. Zo werd
hij in 2007 door de parlementaire Commissie Onderzoek
Onderwijsvernieuwingen (de commissie-Dijsselbloem) ingeschakeld om
juridisch onderzoek te verrichten naar de rol van het parlement. Deze
studie, deelrapport bij het veel aandacht trekkende eindrapport Tijd
voor Onderwijs, bevat naast een uitgebreide analyse allerlei
onderwijsjuridische aanbevelingen om de verhouding onderwijswetgeving
en onderwijsvernieuwing in de toekomst beter te regelen.
Mentink begon zijn loopbaan als onderwijzer en studeerde daarnaast
pedagogiek (differentiatie onderwijskunde) aan de Universiteit
Utrecht. Zijn proefschrift Orde in onderwijsbeleid. De wettelijk
regeling van deugdelijkheidseisen als grondwettelijk probleem ging in
op de ook nu actuele vraag welke verantwoordelijkheid de rijksoverheid
draagt voor de kwaliteit (deugdelijkheid) van het onderwijs. In 1998
werd hij benoemd als bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht op pluriforme
grondslag aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De leerstoel werd
mogelijk gemaakt door de Stichting bijzondere leerstoel onderwijsrecht
op pluriforme grondslag. In zijn oratie presenteerde hij een voorstel
tot grondwettelijke regeling van de samenwerkingsschool, dat de basis
vormde voor de nieuwe tekst van het in 2006 gewijzigde artikel 23
Grondwet. Dit was de eerste inhoudelijke wijziging van dit artikel
sinds de grondwettelijke regeling van de onderwijspacificatie in 1917.
Mentinks publicaties omvatten een breed terrein van het
onderwijsrecht, met specialisaties als artikel 23 Grondwet (vrijheid
van onderwijs, positie openbaar onderwijs en zorgplichten van de
overheid ), onderwijswetgeving en onderwijsvernieuwing, bestuurlijk
organisatierecht, medezeggenschap, governance-beleid en toezicht en
decentralisatie van onderwijsbeleid. Hij is onder meer voorzitter van
de Nederlandse Vereniging voor Onderwijsrecht (NVOR) en van de
Commissies van beroep voor het primair en voortgezet onderwijs in het
algemeen bijzonder onderwijs.
Voorafgaand aan zijn afscheidsrede op vrijdag 23 mei 2008 vindt het
symposium plaats Onderwijs(recht) in een pluriforme samenleving.
Erasmus Universiteit Rotterdam