Ministerraad
Kabinet neemt aanbevelingen commissie Elverding over
Persbericht | 23-05-2008
Door de aanbevelingen van de Commissie versnelling besluitvorming
infrastructurele projecten (Commissie Elverding) over te nemen zet het
kabinet in op structurele versnelling van de besluitvorming over
infrastructuurprojecten. Het streven is hierbij de besluitvormingstijd
te halveren. Het kabinet beoordeelt het rapport van de Commissie
Elverding als een goede balans tussen snelheid, zorgvuldigheid en
kwaliteit. Over drie maanden zal het kabinet een actieplan presenteren
waarin de aanbevelingen van de Commissie concreet zijn uitgewerkt. Dit
staat in het kabinetsstandpunt over het advies van de Commissie
Elverding dat op voorstel van de ministers Eurlings van Verkeer en
Waterstaat en Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer door het kabinet is vastgesteld. Het kabinetsstandpunt
zal aan de Tweede Kamer worden gezonden.
Het kabinetsbesluit gaat in op het proces zoals de commissie Elverding
zich dat voor zich ziet, maar ook op de noodzakelijke voorwaarden die
het proces omkleden. Het betreft voldoende budgettaire ruimte,
verbeterde ambtelijk voorbereiding en een verandering van de
bestuurscultuur. Bij dat laatste schetst de commissie onder meer het
beeld dat verschillende overheidslagen in steeds wisselende coalities
met verschillende belangen vaak over een reeks van jaren betrokken
zijn waardoor het proces vertraging oploopt. Om dit te doorbreken wil
het kabinet integrale besluitvorming, duidelijke beslismomenten met
deadlines en het aantal betrokkenen terugbrengen door bijvoorbeeld een
bestuurder mede namens anderen te laten opereren, zoals dat bij het
kabinetsprogramma Randstad Urgent is geïntroduceerd. Alleen als aan
alle voorwaarden wordt voldaan is een forse versnelling haalbaar.
Het kabinet neemt de aanbeveling over om tijdens de verkenningfase
voor nieuwe projecten te investeren in een vroegtijdige betrokkenheid
van alle belanghebbenden. Het uitgangspunt hierbij is dat niet het
infrastructurele project op zich zelf, maar in zijn omgeving wordt
beoordeeld. Deze verkenning wordt gekoppeld aan een termijn en zal
worden afgesloten met een politiek voorkeursbesluit. Dit besluit gaat
gepaard met een gepaste financiële dekking die ook in eventuele latere
inpassingen kan voorzien.
Het kabinet deelt de aanbeveling van de Commissie Elverding om de
uitwerking van plannen eenvoudiger te realiseren. Dit gebeurt door in
het politieke voorkeursbesluit één alternatief te selecteren en door
te rekenen. Hierbij staat voorop dat altijd moet worden voldaan aan
milieunormen voor geluid en luchtkwaliteit. Echter, het kabinet wil af
van de schijnzekerheid die is ontstaan door de huidige
rekensystematiek. Het kabinet zal dan ook vaststellen op welke wijze
tot een eenvoudiger, transparante en meer robuuste manier de
milieueffecten van infrastructuurprojecten kan worden berekend. Een
oplevertoets die na ingebruikname van het project wordt gedaan kan
aanleiding geven voor extra milieumaatregelen, waarmee in het
Tracébesluit (inclusief financiering) dan al rekening is gehouden.
Het kabinet wil voorkomen dat bij kleine onvolkomenheden een heel
besluit wordt vernietigd, maar dat deze binnen het besluit worden
hersteld. Daartoe stuurt het kabinet binnenkort een voorstel naar de
Tweede Kamer. Ook zal het kabinet met de Raad van State bezien of de
termijn waarop uitspraak wordt gedaan over beroepen kan worden
ingekort. Verder vereisen de keuzes van het kabinet in dit standpunt
aanpassing van het omgevingsrecht, de Tracéwet en de Spoedwet
wegverbreding. Over drie maanden zal er een voorstel zijn hoe dit te
doen.
Omdat sommige infrastructurele projecten niet kunnen wachten op de
doorwerking van het advies van de Commissie Elverding, volgt het
kabinet de aanbeveling om op korte termijn de Spoedwet wegverbreding
aan te passen. Het kabinet streeft ernaar nog voor de zomer het
ontwerp klaar te hebben. In de brief aan de Kamer staan indicatief de
voorgenomen projecten opgenomen. Voor andere projecten met een hoge
urgentie en breed draagvlak zal de minister onderzoeken of
interimwetgeving een geschikt middel is om die projecten te
realiseren. In aanloop naar het structureel 'inbedden' van de
aanbevelingen van de commissie wordt ervoor gekozen om in ieder geval
de A74 te realiseren met gebruikmaking van deze zogenaamde lex
specialis.