Ingezonden persbericht

Persbericht, 23 mei 2008

Laat Grensgevallen van het pardon niet in de steek!

Vluchtelingenorganisaties maken zich over de 'grensgevallen': de groep die buiten het pardon valt omdat zij na 1 april 2001 een tijdje in het buitenland is geweest. Het gaat om minder dan 2.500 mensen. Aanstaande dinsdag 27 mei wordt in de Tweede Kamer over het pardon gesproken, we vragen de Kamerleden om staatssecretaris Albayrak dan ook aan te spreken op deze groep. Asielzoekers die tijdelijk in het buitenland zijn geweest zouden ook onder het pardon moeten vallen.

Een deel van deze 'grensgevallen' was alleen in het buitenland voor een kort bezoek. Een ander deel vertrok uit Nederland omdat hun asielprocedure afgelopen was, en zij geen verblijfplaats meer hadden.

Asielzoekers kunnen goede redenen hebben om naar het buitenland te reizen. Wij kennen verhalen van mensen die naar het buitenland gingen om op zoek te gaan naar familieleden die zich daar zouden bevinden, of naar organisaties in het buitenland reisden om informatie over hun familie in het herkomstland te krijgen, mensen die naar een begrafenis gingen, of die aangifte wilden doen tegen diegenen die hen bedreigd hadden en die inmiddels in het buitenland waren. In deze gevallen had de betrokkene geen intentie om zich in dat buitenland te vestigen, en reisde dan ook al snel weer terug naar Nederland. Ondanks de verzekering van Albayrak dat gekeken wordt naar de /intentie/ van de reis naar het buitenland, vallen zij nu buiten het pardon.

Anderen werden verplicht Nederland te verlaten na afwijzing van hun asielverzoek. Sommigen hebben asiel hebben gevraagd in een ander land, vaak direct over de grens in bijvoorbeeld. België of Duitsland. Dat zijn de Dublin-claimanten. Het land waar zij naar toe gingen, heeft hen weer teruggestuurd naar Nederland omdat ze hier als eerste asiel hebben aangevraagd. Nederland heeft hen weer geaccepteerd. Nu vallen deze 'grensgevallen' buiten het generaal pardon omdat zij niet steeds in Nederland zijn gebleven. Onder hen zijn veel kinderen die het grootste deel van hun leven in Nederland wonen, hier geworteld zijn geraakt en niets hebben met het land waar hun ouders vandaan komen.

Vaak gaat het om families die het leven als uitgeprocedeerden op straat niet volhielden. Geen plaats om te slapen, geen geld om eten te kopen, maar heel moeizaam toegang tot medische zorg. Dit bestaan in Nederland verlaten en de grens over gaan was voor hen vaak een laatste kans om onderdak en de noodzakelijke zorg te vinden.

Heel langzaamaan lijkt de onredelijkheid van het besluit om deze mensen uit te sluiten van het generaal pardon door te dringen. De 'grensgevallen' zijn immers óók precies die mensen waarvoor Nederland massaal om een generaal pardon riep. Anders dan de andere pardonners, zijn de 'grensgevallen' in al hun ellende nog zo goed geweest om de instructie het land te verlaten op te volgen.

Inmiddels wordt een verblijf van twee weken of korter in een buurland (België, Duitsland) niet langer tegengeworpen. Ook zijn er steeds meer voorbeelden van zaken waarin een uitzondering gemaakt wordt en verblijf in het buitenland niet langer wordt tegengeworpen. Soms krijgen mensen alsnog een vergunning op grond van de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris. Hier kunnen advocaten mee aan de slag. Ook burgemeesters en solidariteitsorganisaties blijven bij deze mensen betrokken. Dat betekent dat deze groep voorlopig ook niet uitgezet zal kunnen worden.

Wij blijven opkomen voor de 'grensgevallen', omdat het onredelijk en onrechtvaardig is om deze groep uit te sluiten van het pardon.

Deze campagne wordt georganiseerd door: ASKV, Defence for Children International, Stichting LOS, Steunpunt Illegalen Utrecht (STIL) en Vluchtelingen in de Knel, VluchtelingenCordonFriesland.