Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 23-05-2008

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over zijn pleidooi voor positivisme in Nederland en zijn uitlatingen over Rita Verdonk.

SCHILHAM:
Wat was voor u het meest positieve nieuws van de afgelopen week?


BALKENENDE:
U weet dat ik vorige week niet hier kon zijn. Toen was ik in Zuid-Amerika. Ik ben in Suriname geweest en in Peru. Ik ben zondag teruggekeerd, aan het begin van deze week, en als u vraagt naar positief nieuws dan wil ik eigenlijk vooral refereren aan de goede contacten tussen Suriname en Nederland. En ik was eerlijk gezegd wel onder de indruk van een aantal heel positieve ontwikkelingen die ik daar zag. Wegenaanleg, een economie die goed draait, overheidsfinanciën op orde: een aantal heel positieve ontwikkelingen. En ook veel Nederlanders die ik daar ben tegengekomen. Die goede betrekkingen tussen Nederland en Suriname vind ik iets om te koesteren en dat vind ik een heel positieve ontwikkeling.

SCHILHAM:
U praat graag over positieve ontwikkelingen hebben we deze week begrepen.


BALKENENDE:
Dat is ook zo.

SCHILHAM:
Want u heeft zich gekeerd tegen het negativisme in Nederland. Heeft u op enig moment eigenlijk spijt gehad van die opmerking? Bijvoorbeeld toen in het Kamerdebat gisteren de hele oppositie over u heen viel.


BALKENENDE:
Nee, ik heb er geen enkele spijt van. Ik heb vorige week een interview gegeven in de Telegraaf en dat had als kop 'Weg met het negativisme' omdat het mijn oprechte overtuiging is dat een land alleen verder komt met een positieve instelling. Ik heb ook deze week in mijn contacten met de pers nog eens aangegeven dat ik echt ontzettend gelukkig ben met vrijwilligers, mantelzorgers, mensen die actief zijn in het onderwijs en in de zorg en ondernemers die het beste uit zichzelf halen. Die positieve krachten geven een samenleving veerkracht. En dat was mijn boodschap. Alleen, wat hebben we daarna gezien? Men is aan de haal gegaan met mijn woorden. Men heeft mijn woorden verdraaid. En vervolgens gaat men op de premier inhakken.

SCHILHAM:
En het kwam als een boomerang op u terug eigenlijk in het debat: allemaal leuk en aardig, meneer de premier, maar het komt door u en uw kabinet.


BALKENENDE:
Maar als Kamerleden woorden van de premier gaan verdraaien om er vervolgens kritiek op te hebben dan zegt dat iets meer over de Kamerleden dan over de premier.

SCHILHAM:
Heeft u het idee dat u dat voldoende duidelijk heeft kunnen maken in dat debat?


BALKENENDE:
Ik denk dat ik goed heb kunnen aangeven wat me eigenlijk beweegt en waarom ik deze opmerking heb gemaakt, want er was natuurlijk een zurige sfeer in de Tweede Kamer toen men zei: u neemt Nederlanders de maat en u zegt dat Nederlanders zeurpieten zijn. Ja, dat had ik helemaal niet gezegd.

SCHILHAM:
U vindt niet dat er een zurige sfeer in Nederland is?


BALKENENDE:
Nee, toen ik die opmerking maakte over 'soms hebben we een negatief zelfbeeld', toen was er een van de journalisten die zei ook: hoe komt dat tot uitdrukking? Toen heb ik gezegd: bijvoorbeeld als je de kranten open slaat en, u weet ook, vaak is het zo dat goed nieuws geen nieuws is. Natuurlijk is het terecht dat kritiek uit daar waar er aanleiding voor is. Als er zaken niet goed lopen, dan moet je er aandacht aan besteden. Alleen wanneer de aandacht zo sterk wordt gericht op zaken die niet goed gaan, maar we vergeten de positieve dingen, dan krijg je een heel eenzijdig beeld. Dus ik heb het niet gehad over Nederlanders. Ik heb het gehad over het soms negatief bekijken van een aantal ontwikkelingen waardoor ons zelfbeeld wel eens wat eenzijdig is.

SCHILHAM:
Door politici, journalisten, opiniemakers?


BALKENENDE:
Ik heb gezegd: in het debat en soms ook in de media. Wat mij dus opvalt als premier... Toen heb ik ook verwezen naar wat ik van collega's uit andere landen hoor. Want die zeggen: eigenlijk is dat heel merkwaardig, want Nederland doet het economisch gezien gewoon goed. Ook ten opzichte van andere Europese landen. De economische groei was vorig jaar erg hoog. De werkloosheid is op het laagste niveau. De inkomensontwikkeling, dat weet iedereen, is gemiddeld genomen het hoogste van Europa en van de wereld. Dat zijn echt behoorlijke salarissen die worden verdiend. Wanneer je kijkt hoe het met het geluk van de Nederlanders gesteld is, dan zitten wij na IJsland altijd het hoogst.

SCHILHAM:
Maar dat is waarschijnlijk niet echt aan het kabinet te danken, dat hebben de mensen in eigen hand.


BALKENENDE:
Dat is iets anders. Het gaat erom hoe de situatie van een land is en het debat wat we met elkaar voeren. En dan vind ik wel eens dat er een zekere spanning bestaat tussen ontwikkelingen die vaak goed zijn en de negatieve kleur die je in het debat tegenkomt.

SCHILHAM:
Het viel me wel op dat uw collega Bos toch een wat andere benadering koos. Hij zei: we hebben altijd gezegd dat 2008 een niet zo leuk jaar voor de Nederlanders wordt. Hij begreep dat chagrijn eigenlijk beter dan u, leek het wel.


BALKENENDE:
Dat vond ik zo leuk toen op die persconferentie die de heer Bos en ik samen gegeven hebben. Dan merk je onmiddellijk dat die journalisten vooral bezig waren om te kijken van: kunnen we een tegenstelling ontdekken tussen de minister van Financiën...

SCHILHAM:
Maar volgens mij zat die er ook in!


BALKENENDE:
Nee, de journalisten wilden een tegenstelling construeren. Hetzelfde gebeurde toen de heer Bos bij Knevel en Van den Brink was 's avonds. Toen was het zo van: de premier zegt dat Nederland zeurt. En toen zei de heer Bos: ik ben erbij geweest, maar dat heeft de premier helemaal niet gezegd.

SCHILHAM:
Dat heeft u net uitgelegd. Maar toch, wat Bos wel zei - en daar ben ik zelf bij geweest - is: 2008 is nu eenmaal niet zo'n leuk jaar is, dat hebben we altijd gezegd. Ik begrijp wel dat mensen dat niet zo leuk vinden. Daar zat wat meer begrip in dan in uw verhaal.


BALKENENDE:
Dan vind ik ook dat u mij recht moet doen, want dat heb ik toen ook gezegd: natuurlijk zijn er veel mensen die problemen hebben in Nederland. Mensen in achterstandsituaties. Mensen die geen werk kunnen krijgen. Mensen, ondernemers bijvoorbeeld, die te maken hebben met criminaliteit en diefstal. Er zijn veel voorbeelden te noemen en ik doe niets af aan de houding en de kritiek van deze mensen. Dat voel ik zelf natuurlijk ook als ik in het land ben en ik spreek de mensen tijdens mijn werkbezoeken. Daar doe ik helemaal niets aan af en het feit dat mensen zich ergeren bijvoorbeeld aan files of dat je zegt 'de olieprijzen zijn hoog en als ik benzine tank kost dat een hoop geld' kan ik me zeer goed voorstellen. Alleen, waar het mij om ging dat was de boodschap van: we moeten ook het positieve benadrukken en evenzeer oog hebben voor de kritiek. Als minister Bos zegt 'we hebben altijd aangegeven dat 2008 wat betreft koopkracht een wat lastig jaar zou zijn' - maatregelen die we nu treffen hebben we ook bewust gedaan aan het begin van de kabinetsperiode - dan zijn dat de woorden van de minister van Financiën, maar het zijn ook mijn woorden.

SCHILHAM:
U zegt: dat is logisch. Dat doet elk kabinet trouwens: de pijnlijke maatregelen een beetje in het begin, zodat je richting de verkiezingen...


BALKENENDE:
Het is niet direct een zaak van verkiezingen of helemaal niet. We hebben natuurlijk bij het begin van de kabinetsperiode wel vastgesteld dat wij hoog zitten wat betreft de economische ontwikkeling. De conjunctuur is nu hoog. We hadden vorig jaar een economische groei van meer dan 3% en we zien dus nu, ook door internationale ontwikkelingen, een zekere afvlakking van die groei. Dan is het ook verstandig om bepaalde maatregelen aan het begin van een periode te nemen en niet als de economische ontwikkeling toch wat lager zal zijn.

SCHILHAM:
U houdt staande dat mensen volgend jaar en het jaar daarna zullen zien waar het allemaal goed voor geweest is?


BALKENENDE:
Ja.

SCHILHAM:
U schrijft ook in uw brief deze week: de eerste resultaten worden zichtbaar in het dagelijks leven. Vervolgens begint er een opsomming, maar dat zijn nog niet zo veel resultaten. U heeft het over 125 extra agenten die op straat zijn, maar mensen wachten natuurlijk op kortere files en schonere lucht.


BALKENENDE:
Ja, maar er zijn natuurlijk fiscale maatregelen genomen. U heeft het over veiligheid. Daar zijn maatregelen genomen. We hebben vandaag gesproken - ook trouwens eerder al - over wat we aan de achterstandswijken in Nederland doen. Daar komt ook extra geld bij. Het zijn allemaal zaken die mensen ook zullen raken in positieve zin. En natuurlijk is het zo dat als het kabinet begint je zaken op de rails zet en met wetsvoorstellen komt. Er zijn plannen die worden gemaakt. Ik heb ook gisteren in het debat gezegd: je moet een kabinet ook afrekenen over de hele periode en niet alleen na het eerste jaar.

SCHILHAM:
Waarom vond u het eigenlijk nodig om de aanval op Rita Verdonk te openen in het interview in de Telegraaf?


BALKENENDE:
Ik heb niet zozeer de aanval geopend...

SCHILHAM:
Nou, u verweet haar gebrek aan daadkracht.


BALKENENDE:
U moet even goed kijken wat ik heb gezegd, want de krantenkop van de Telegraaf daar ga ik niet over.

SCHILHAM:
U zei: er is sprake van vermeende daadkracht. Ze doet alsof ze daadkrachtig is, maar ze is het niet.


BALKENENDE:
Ik heb gezegd: het valt mij op dat wanneer je zou willen weten hoe mevrouw Verdonk tegen bepaalde ontwikkelingen aan kijkt dat er geen program is. Dat bleek bijvoorbeeld ook gisteren in het Kamerdebat. Toen werd gevraagd: wat doet u dan precies aan de files? En toen zei ze: ja, daar ben ik nog mee bezig. Gelukkig was mevrouw Verdonk gisteren in het Kamerdebat aanwezig, want er zijn ook wel wat momenten geweest dat ze niet aanwezig was. Dat mag. Dat mag. En dat leidde toen ook ertoe van: hoe komt het toch dat iemand zoveel zetels haalt? Toen heb ik gezegd: nou, vermeende daadkracht zou wel eens een verklaring kunnen zijn.

SCHILHAM:
Maar het is toch vrij opmerkelijk dat een premier zelf het initiatief neemt om zo'n aanval - zo noem ik het toch maar - op een leider van een politieke beweging te openen? Het is misschien de hete adem van mevrouw Verdonk in de nek.


BALKENENDE:
Nee, daar gaat het mij niet om. Mij werd gevraagd: hoe verklaart u dat iemand hoog in de peilingen staat? Het is natuurlijk ook zo dat wanneer je het hebt over uitlatingen van politici, dan maak ik ook kritische opmerkingen. Ik heb over de heer Rutte ook een aantal opmerkingen gemaakt toen ik ook hier aan deze tafel zat. Hij gebruikt af en toe ook hele grote woorden. Dan zeg ik: ik zie natuurlijk ook wel dat het met de VVD ook niet zo goed gaat op het ogenblik, maar dan wil ik wel analyseren waarom bepaalde opmerkingen worden gemaakt. Bijvoorbeeld als er wordt gezegd: de vijand zit in het torentje. Om maar eens een opmerking te noemen. Of: dit kabinet moet ophoepelen. Dan vraag ik mezelf ook af: hoe komt het dat dit soort bewoordingen worden gebruikt?

SCHILHAM:
Gisteren in het debat ging het ook weer 'van dik hout zaagt men planken'. En toch, de mensen die goed zijn voor die 25 zetels die mevrouw Verdonk in de peilingen haalt, vinden dat blijkbaar toch niet zo erg als u dat ze geen programma heeft.


BALKENENDE:
Weet u, we zitten nu in een fase waarin het kabinet druk bezig is. We hebben vandaag een uitstekende ministerraad weer gehad. Uiteraard ook nog eens even teruggeblikt op gisteren, maar vooral ook: wat staat ons de komende 3,5 jaar te doen? Ik heb ook gisteren aangegeven: een kabinet wordt afgerekend aan het eind van de rit. Wat heb je beloofd? Wat heb je gedaan? Voor het overige hebben we natuurlijk heel veel te maken met peilingen. Elke week hebben we er een hele hoop. Ach, dat is niet echt het wezen. Iemand zal zich ook moeten bewijzen. Politieke partijen moeten zich bewijzen. En bij de verkiezingen is het moment waarop je echt weet hoe het zit. Niet nu.

SCHILHAM:
Dat vertrouwen in dit kabinet komt nog wel terug, denkt u?


BALKENENDE:
Onze inzet is om dat vertrouwen goed te krijgen, maar vooral om onze agenda te realiseren. Want het gaat ons om een toekomstig Nederland. Een Nederland dat bruist van economie en dynamiek. Een land dat veilig is. Een land met sociale samenhang dat zich inzet voor duurzaamheid. Dat is waar wij aan willen werken. En ik heb vandaag in de ministerraad gemerkt dat iedereen zich met hartstocht daarvoor wil inzetten.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)