Ouderen nemen zorginkoop verzekeraars onder de loep

26/05/2008 15:00

Unie KBO

's-Hertogenbosch, 26 mei 2008. Uit grootschalig onderzoek van de ouderenorganisaties ANBO, PCOB en Unie KBO en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) blijkt dat zorgverzekeraars richting verzekerden transparanter moeten zijn over hun zorgsturing. Zorgverzekeraars maken steeds meer keuzes voor hun verzekerden, terwijl keuzevrijheid één van de speerpunten van het nieuwe zorgstelsel is.

Van de 1.738 respondenten kon de afgelopen twee jaar 11 procent van de 55-plussers niet terecht bij een zorgverlener van eigen voorkeur. Bijvoorbeeld omdat die zorgverlener niet gecontracteerd was door de eigen zorgverzekeraar. Liefst éénderde van de respondenten had vooraf toestemming nodig voor een bepaalde behandeling. Hoe hoger de leeftijd, hoe groter de kans is dat hij of zij vooraf toestemming moest vragen voor zaken als hulpmiddelen, fysiotherapie en specialistische hulp. Bijna 60 procent van de ondervraagden heeft voor ontvangen zorg, waaronder ook medicijnen, moeten bijbetalen.

Het onderzoek richtte zich op de gevolgen van de nieuwe zorgverzekeringswet voor ouderen. Deze wet is nu drie jaar van kracht en biedt zorgverzekeraars de mogelijkheid om een eigen inkoop- en preferentiebeleid te voeren. Zorgverzekeraars geven aan dat zij hierbij steeds meer letten op prijs en kwaliteit van de zorgverleners. Een bepaalde mate van zorgsturing is dan ook steeds vaker de uitkomst van het inkoopbeleid van zorgverzekeraars.

De respondenten van dit onderzoek vinden de keuzevrijheid van huisartsen het allerbelangrijkst, gevolgd door tandarts, specialist en fysiotherapeut. 55-Plussers vinden dat zorgverzekeraars bij hun zorginkoop vooral moeten letten op kwaliteit, bereikbaarheid en service. Slechts 14 procent van de oudere verzekerden vindt het positief dat de zorgverzekeraar hen stimuleert gebruik te maken van geselecteerde zorgverleners.

Bij de contractering van opticiens ondervinden oudere verzekerden duidelijk hinder van zorgsturing. Zorgverzekeraars maken doorgaans prijsafspraken met een beperkt aantal opticienketens. Dit is vaak niet de opticien van hun voorkeur. Bovendien lopen verzekerden hierdoor hoge kortingen mis van andere opticiens.

De ouderenorganisaties en de NPCF concluderen dat de informatievoorziening over zorgsturing en contractering te wensen overlaat. Ook moet toestemming voor een bepaalde behandeling sneller worden afgehandeld. En bij hun zorginkoop moeten verzekeraars steevast rekening houden met de specifieke belangen van ouderen. Ouderen moeten ervan op aan kunnen dat zorginkoop geschiedt op basis van kwaliteit. Het ministerie van VWS doet er verstandig aan om alle eigen betalingen in de zorg, waaronder het verplichte eigen risico van 150 euro, tegen het licht te houden en te bezien op negatieve effecten als zorgmijding.

De ouderenorganisaties en de NPCF zullen de gevolgen van de marktwerking in de zorg ook in de toekomst blijven monitoren. De tendens om oudere verzekerden bij de acceptatie van aanvullende verzekeringen aan te merken als risicogroep zal hierbij worden onderzocht.

Het onderzoeksrapport met daarin de aanbevelingen, is vandaag aangeboden aan de Dhr. H. Wiegel van Zorgverzekeraars Nederland, het ministerie van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit.