Brandweer kan ongevallen met gevaarlijke stoffen beter regionaal aanpakken

Een adequate voorbereiding van de brandweer op ongevallen met gevaarlijke stoffen vraagt om meer regionale regie en meer interregionale samenwerking. Daarbij is ook meer inzicht nodig in de kwaliteit van de organisatie van deze specialistische functie van de brandweer. Hierdoor kan de brandweer beter voldoen aan de professionele normen die gelden voor het brandweeroptreden bij ongevallen met gevaarlijke stoffen. Dit soort ongevallen komt gelukkig zeer weinig voor, maar het kan wel grote effecten hebben op mens en milieu. Daarom is een adequate voorbereiding van groot belang voor de veiligheid.

Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid in het rapport 'Brandweeroptreden bij ongevallen met gevaarlijke stoffen'. In 2001 zijn normen voor de brandweer voor de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen door de beroepsgroep zelf vastgelegd. De Inspectie heeft onderzocht of deze normen worden nageleefd en of de brandweer adequaat is voorbereid op de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen

Minister Ter Horst onderschrijft het belang van meer regionale regie op de Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen en heeft dit punt eerder al opgenomen in het wetsvoorstel Veiligheidsregio's. De taak om ongevallen met gevaarlijke stoffen te bestrijden komt volledig bij de veiligheidsregio's te liggen, in plaats van deels bij de gemeenten. Ook het zorgdragen voor gespecialiseerde 'gaspakkenteams' wordt bij de veiligheidsregio's ondergebracht. Bovendien worden de normen voor de brandweer, die nu nog niet wettelijk afdwingbaar zijn, in de toekomst omgezet in wettelijke eisen.

Bij ongevallen met gevaarlijke stoffen heeft de brandweer een aantal specifieke taken. Naast het bestrijden van het ongewenst vrijkomen van gevaarlijke stoffen, moet de brandweer bijvoorbeeld ook de bevolking waarschuwen. De brandweer meet de hoeveelheid gevaarlijke stoffen en ontsmet mensen die met de stoffen in aanraking zijn gekomen. Voor deze taken zijn professionele normen opgesteld in de Leidraad Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen. De Inspectie constateert dat deze normen niet op alle punten worden nageleefd. Zo heeft niet iedere regio de juist opgeleide mensen en zijn er niet genoeg oefeningen. Ook concludeert de Inspectie dat er vaak onvoldoende inzicht is in de prestaties. Zo is onduidelijk of de opkomsttijden van de specialistische teams worden gehaald. De Inspectie OOV geeft een aantal concrete adviezen om zaken te verbeteren. De rode draad hierin is om met minder eenheden te gaan werken, maar wel met meer aandacht voor de kwaliteit daarvan.

Ongevallen met gevaarlijke stoffen maken minder dan 1 procent uit van het totaal van 159.000 meldingen bij de brandweer per jaar. Door gebrek aan praktijkervaring is voldoende oefenen extra belangrijk.

Noot voor redacties (