Partij van de Arbeid

Den Haag, 27 mei 2008
Bijdrage lid Linthorst (Eerste Kamerfractie PvdA) aan debat gratis schoolboeken Gesproken woord geldt!
MdV,
Dit wetsvoorstel ligt mijn fractie zwaar op de maag. Laat ik maar direct met de kern beginnen: mijn fractie is vóór gratis schoolboeken, maar wij vragen ons af of deze doelstelling met dit wetsvoorstel op een goede manier bereikt zal worden. In de schriftelijke voorbereiding is veel aandacht en energie besteed aan de risico's van de verplicht gebleken Europese aanbestedng. Het ging daarbij vooral om drie zaken: de belasting voor de scholen, de kans op juridische procedures en de keuzevrijheid van docenten om hun eigen lesmateriaal te kunnen blijven kiezen. Voor ons was een belangrijk punt dat de deskundigen het over deze risico's niet eens bleken te zijn. Hoe kunnen wij als Kamer die vooral moet toetsen op de uitvoerbaarheid van wetten, akkoord gaan met een wetsvoorstel waarvan wij de gevolgen niet kunnen overzien? Wij hebben de stas dan ook gevraagd de risico's nog eens voor te leggen aan een in het Europees aanbestedingsrecht gespecialiseerde jurist. De stas heeft dit gedaan en zij heeft bovendien de interpretatie van de aanbestedingsregels voorgelegd aan het Directoraat Generaal Interne Markt van de Europese Commissie. Deze komt tot de conclusie dat scholen boeken mogen bestellen met titel en ISBN-nummer zonder daar de kwalificatie `of gelijkwaardig' aan toe te hoeven voegen. De keuzevrijheid van de docent blijft daarmee overeind. Minstens zo belangwekkend zijn de ervaringen die de Scholengemeenschap Venlo en Omstreken inmiddels met Europese aanbesteding heeft opgedaan. Zij hebben de bestaande boekenlijsten aanbesteed op criteria van levering en prijs. Dat leverde, voor hetzelfde pakket, een forse korting op terwijl ze er naar eigen zeggen nauwelijks méér werk aan hebben gehad dan aan het samenstellen van de reguliere boekenlijst. De school zou ook uitkomen met het begrote bedrag van ¤ 308. Met andere woorden: aanbesteden kàn leiden tot lagere prijzen. En als de keuzevrijheid overeind blijft, de uitvoeringslast voor scholen beperkt is en er geen risico is op juridische procedures dan verdient het wetsvoorstel op dit punt het voordeel van de twijfel. Sterker, het wv zou in zekere zin zelfs een keerpunt kunnen vormen, waarbij Europese richtlijnen niet klakkeloos worden overgenomen, maar de regering probeert aan de Europese richtlijnen een invulling te geven die bij de specifieke Nederlandse situatie past. Hierbij zijn wel twee kanttekeningen te maken. De eerste is dat het in Venlo om een schoolbestuur gaat waarvan de scholen al beschikken over een intern boekenfonds en het schoolbestuur zelf de distributie voor zijn rekening neemt. Voor scholen die (nog) niet over een intern boeknfonds beschikken zullen de kosten waarschijnlijk hoger uitvallen. De tweede kanttekening is dat de gevolgde aanbestedingsprocedure zo `vers' is, dat nog niet overzien kan worden of er juridische procedures zullen volgen. En, mocht dit het geval zijn, hoe deze zullen uitpakken. Het Directoraat Generaal Interne Markt heeft weliswaar uitgesproken dat schoolboeken om pedagogische redenen met titel en ISBN-nummer mogen worden aanbesteed, maar uiteindelijk, zo stelt ook de stas, bepaalt de (nationale of Europese) rechter of dit ook daadwerkelijk is toegestaan. Vz, vanuit deze beide kanttekeningen zou het voor de hand liggen om méér tijd te nemen om het wv in te voeren. Als de overgangsmaatregel met een jaar verlengd zou worden ontstaat er ruimte om te kunnen beoordelen in hoeverre de aanbesteding in Venlo tot procedures leidt. Er ontstaat óók ruimte waarin méér scholen die daar -net zoals de scholengemeenschap in Venlo- aan toe zijn, kunnen experimenteren met aanbesteding, zodat er op basis van de vrijwillige aanbestedingen een werkbare aanpak ontstaat die scholen van elkaar kunnen overnemen. Vz, er vinden wel pilots voor minder ingewikkelde beleidswijzigingen plaats. Kan de stas nog eens beargumenteren waarom zij in dit geval geen heil ziet in een pilot? Het tweede punt waar mijn fractie grote moeite mee heeft is het feit dat de gratis schoolboeken alleen gelden voor vmbo, havo en vwo en niet voor de MBO-leerlingen. Mijn fractie vindt dit een merkwaardig onderscheid. Wij hebben gezamenlijk besloten dat alle leerlingen over een startkwalificatie moeten beschikken en dat een startkwalificatie inhoudt: een havo- of MBO-2-diploma. Het gaat dan om leerplichtige leerlingen. Mijn fractie kan niet uitleggen waarom voor de ene 17-jarige leerling die werkt aan een startkwalificatie de schoolboeken gratis zijn en voor de andere leerling niet. De stas heeft een aantal argumenten genoemd waarom het wv niet voorziet in gratis schoolboeken voor MBO-leerlingen.
- zij heeft er het geld niet voor

- er is een groot verschil tussen de verschillende MBO-opleidingen. Voor een aantal MBO-opleidingen draagt de branche bij aan de kosten. Bovendien zijn de kosten verschillend samengesteld. Voor de ene MBO-opleiding vormen boeken een belangrijke kostenpost, voor een andere is dat gereedschap en voor een derde speciale kleding. Om die reden is het niet goed mogelijk om voor het MBO een met het voortgezet onderwijs vergelijkbare regeling te treffen.
- Anders dan in het regulier voortgezet onderwijs is er in het MBO sprake van veelvuldige uitval, opnieuw inschrijven en overstap. Vz, wij vinden het van belang om deze argumenten nog eens goed tegen het licht te houden. Voor wat betreft het beschikbare budget is geen rekening gehouden met MBO-leerlingen. Dat is opmerkelijk. In de Tweede Kamer heeft de stas gezegd dat het `pittig' is voor ouders met kinderen in het het voortgezet onderwijs en dat deze ouders ondersteuning verdienen. Vz, mijn fractie onderschrijft deze stellingname, maar wij menen dat deze minstens zozeer van toepassing is op de MBO-leerlingen. Het gaat, nogmaals, immers in beide gevallen om leerplichtige leerlingen die werken aan een door ons noodzakelijk geachte startkwalificatie. Kan de stas aangeven hoe zij hier ten principale tegenover staat? Vz, het argument dat er in het MBO sprake is van veelvuldige overstap en uitval vindt mijn fractie tamelijk wrang. Door voorgaande ministers en staatssecretarissen is de oude route mavo-havo-vwo moeilijker gemaakt. Mavo-leerlingen moesten opgaan in het vmbo om zo de vbo-leerlingen op te trekken. Om een startkwalificatie te behalen zou bij voorkeur de wat genoemd werd `koninklijke weg' gevolgd moeten worden: vmbo-mbo-hbo. Het kort en lang middelbaar beroepsonderwijs was inmiddels opgegaan in grootschalige ROC's. Deze beleidskeuze betekende dat leerlingen van 16 jaar na het vmbo terecht kwamen op grote onderwijsinstellingen, die zeker in het begin niet waren toegerust om jonge kinderen goed te begeleiden. De gesignaleerde uitval heeft daar zeker mee te maken en mijn fractie vindt het zuur dat dit nu een argument vormt om de MBO-leerlingen buiten het wv te houden. Vz, de ROC's hebben de laatste jaren grote verbeteringen gerealiseerd in de begeleiding van de MBO-leerlingen. Dat is geen gemakkelijke taak. Het zijn vaak jongeren die niet in de meest perspectiefrijke omstandigheden verkeren. Juist die groep en hun ouders verdienen onze ondersteuning. Vz, dat brengt mij bij het laatste argument: het feit dat MBO-opleidingen divers zijn en dat schoolboeken in lang niet alle MBO-opleidingen een belangrijke kostenpost vormen. Wij onderkennen dat. Maar dat neemt niet weg dat ouders met kinderen op het MBO het, net als ouders met leerlingen op het vo, pittig hebben en ondersteuning verdienen. Dit punt weegt voor mijn fractie zwaar en wij overwegen op dit punt een motie in te dienen. Gezien de diversiteit in het MBO hoeft de financiële tegemoetkoming wat ons betreft niet per definitie in de vorm van gratis schoolboeken. Maatwerk is vaak mooier dan het treffen van generieke maatregelen. Er zou bijvoorbeeld kunnen worden gekeken naar de voor het MBO vaak hoge reiskosten, maar -nogmaals- er mag wat ons betreft ook op een andere manier in een financiële tegemoetkoming worden voorzien. Wij wachten de antwoorden van de stas met belangstelling af.


---- --