Gemeente Maastricht

Kadernota 2008 Maastricht

Fors meer geld voor cultuur en kenniseconomie

27.05.08

De gemeente Maastricht trekt het komend jaar fors meer geld uit voor de versterking van het culturele leven in de stad en de kenniseconomie. Andere speerpunten zijn het verbeteren van bereikbaarheid en mobiliteit, kwaliteit van wonen en leefbaarheid. Dat schrijft het College van B&W in de kaderbrief 2008, waar de beleidsvoorstellen voor het komende jaar voor de eerste keer gepresenteerd worden.

In de kaderbrief schrijft het College dat de afspraken uit het bestuursakkoord voor het overgrote deel zijn nagekomen. De regeringscoalitie van PvdA, CDA en Groen Links ligt dus op de goede koers. Maar dat is geen reden om tevreden achterover te leunen. Signalen over de terugloop van de bevolking en economische veranderingen zijn reden om op een aantal terreinen extra inspanningen te doen. Daarom is het voorgesteld beleid voor de lange termijn, zoals dat beschreven is in de Stadsvisie, kritisch bekeken en op onderdelen aangepast aan nieuwe inzichten

Voortbordurend op de aanpassing van de stadsvisie en de 22 beleidsafspraken uit het bestuursakkoord steltt het college voor om op enkele terreinen extra maatregelen te nemen. Wanneer de stad op langere termijn aantrekkelijk wil blijven als woon- en werkstad en voldoende nieuwe bedrijvigheid met extra arbeidsplaatsen wil aantrekken, zijn stevige investeringen nodig op het gebied van cultuur en kenniseconomie en bereikbaarheid. Wanneer de gemeenteraad daarmee akkoord gaat, worden ze verder uitgewerkt in de begroting 2009, die in het najaar besproken wordt.

Op cultureel gebied wordt geld vrijgemaakt voor nieuwe huisvesting van verschillende culturele instellingen als gezamenlijke cultuurwerkplaats in de Timmerfabriek (o.a. Huis van Bourgondië, Intro In Situ, Lumière, het Vervolg en een muziekzaal), meer cultuurparticipatie in de buurten, ondersteuning en vernieuwing van amateurkunsten en een verbetering van de relatie tussen amateur- en professionele kunsten. Ook voor nieuw evenementenbeleid en een welkomstfestival voor nieuwe en oude Maastrichtenaren wordt extra geld vrij gemaakt.

Op economisch terrein wordt geld vrijgemaakt voor de positionering van Maastricht als kennisstad met een internationale ambitie. De contacten met de universiteit en internationale instituten worden aangehaald, de ontvangstcultuur van buitenlandse gasten en werknemers wordt verbeterd en er komt een internationale onderwijscampus. Er komen verder extra mogelijkheden voor startende ondernemers. Maar ook wordt ingezet op de ontwikkeling van de kenniseconomie in sectoren als food, technologische topzorg in de medische sector, vrijetijdseconomie en bundeling van financiële en administratieve kennis.

Bij het verbeteren van de bereikbaarheid zijn de volgende acties voorgesteld:


* de aanpak van topdruktedagen, met extra inzet van verkeersregelaars, communicatie en verkeersmaatregelen;
* de aanleg van het nieuwe Park & Rideterrein, inclusief busshuttle naar de Markt;
* een experiment met goedkoop dan wel gratis openbaar vervoer.

B&W maken in de kaderbrief duidelijk dat de gemeente deze opdrachten financieel niet alleen kan dragen. Hulp van het Rijk en de Provincie blijft noodzakelijk. Om de extra maatregelen te kunnen bekostigen worden de gemeentelijke tarieven kostendekkend gemaakt en wordt nagedacht over een verhoging van plaatselijke belastingen. Dat is volgens het College te verdedigen omdat het voorzieningenniveau in kwantiteit en kwaliteit stijgt. Dit uit zich o.a. door een verbeterde digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven, een betere bereikbaarheid van de stad en de versterking van het culturele klimaat.

De extra maatregelen worden, voor zover mogelijk, slechts voor twee jaren genomen. Het College wil daarbij niet over haar graf heen regeren. Daarmee wordt voorkomen dat het volgende stadsbestuur te maken krijgt met langdurige verplichtingen, die nieuwe beleidskeuzes onmogelijk maken.

Op deze wijze kunnen de nieuwe beleidsmaatregelen in de huidige coalitieperiode gerealiseerd worden zonder dat er onnodige risico's gelopen worden en bestuurlijke wensen in de toekomst haalbaar blijven.