Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht

PB08-042
29 mei 2008

Daling bijstandsuitkeringen vlakt af

· Afname één procent
· Stijging kortdurende uitkeringen · Daling bij mannen vrijwel gestagneerd In het eerste kwartaal van 2008 is het aantal bijstandsuitkeringen aan personen tot 65 jaar gedaald tot 271 duizend. Ten opzichte van eind 2007 is dat een afname met 3 duizend uitkeringen. Het laatste halfjaar neemt de daling van het aantal bijstandsuitkeringen af. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Het aantal bijstandsuitkeringen is ten opzichte van 31 maart 2007 gedaald met ruim 25 duizend uitkeringen. De daling van het aantal uitkeringen neemt echter sinds september 2007 duidelijk af. In het derde kwartaal van 2007 bedroeg de daling van het aantal bijstandsuitkeringen 3,3 procent. In het laatste kwartaal was dit 2,0 procent en in het eerste kwartaal van 2008 is dit afgenomen tot 1,1 procent.

Ondanks de licht dalende trend, is het aantal kortdurende uitkeringen opgelopen. Het aantal bijstandsuitkeringen korter dan 1 jaar is het eerste kwartaal van 2008 met bijna 3 procent gestegen. Ter vergelijking: in het derde kwartaal van 2007 was nog sprake van een daling met bijna 7 procent.

De daling van het aantal bijstandsuitkeringen is met 1,6 procent in het eerste kwartaal van 2008 het grootst bij vrouwen. De daling bij mannen kwam in het eerste kwartaal van 2008 uit op 0,4 procent. Het aandeel jonge mannen tot 25 jaar liet in het eerste kwartaal zelfs een kleine stijging zien.



Grafiek 1. Geïndexeerd aantal bijstandsuitkeringen naar duur (31 dec. 2004=100) )001=4002.ced 120 100 ln. 13( 80 negnirektiu korter dan 1 jaar 60 sbc. 1 jaar of langer sdnatsjiblatnaa 40 20 w 0 w dreexednieg31dec.2004 31 mrt.2005 30 jun.2005 30 sep.2005 31 dec.2005 31 mrt.2006 30 jun.2006 30 sep.2006 31 dec.2006 31 mrt.2007 30 jun.2007 30 sep.2007 31 dec.2007 31 mrt.2008 w Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-042 pagina 1 van 4

Technische toelichting
De uitkomsten zijn gebaseerd op informatie van gemeenten over het aantal bijstandsuitkeringen krachtens de Wet werk en bijstand (WWB). De WWB is per 1 januari 2004 in de plaats gekomen van de Algemene bijstandswet (ABW). De uitkomsten hebben betrekking op thuiswonenden met een periodieke, algemene bijstandsuitkering. Bijstand wordt toegekend aan huishoudens. Hierbij wordt doorgaans één persoon als aanvrager aangemerkt. Bij de toedeling van uitkeringen aan een persoon zijn voorheen altijd de kenmerken overgenomen van degene die de uitkering had aangevraagd. Omdat dit bij (echt)paren niet altijd duidelijk was, is er dit jaar voor gekozen om met terugwerkende kracht vanaf 2005, bij het toedelen van uitkeringen aan (echt)paren, de persoonskenmerken over te nemen van de oudste persoon van het (echt)paar. De eerdere uitkomsten over 2005 tot en met 2007 zijn in mei 2008 herberekend. De herberekende cijfers zijn herkenbaar weergegeven (zie laatste alinea).
Vanaf 2005 worden alleen die uitkeringen geteld die in de desbetreffende maand geregistreerd staan. Nagekomen informatie over uitkeringen die met terugwerkende kracht worden toegekend, wordt niet meer meegeteld. Door deze wijziging wordt nu dezelfde methode gehanteerd als voor vaststelling van het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en WW-uitkeringen. De mutaties zijn berekend op onafgeronde aantallen en kunnen daardoor afwijken van het verschil van de afgeronde aantallen in de tabellen. Cijfers van de voorafgaande perioden kunnen zijn aangepast op grond van de meest recente gegevens. Deze cijfers zijn herkenbaar weergegeven met een #.

CBS Persbericht PB08-042 pagina 2 van 4

Tabel 1. Bijstandsuitkeringen van thuiswonenden onder de 65 jaar 2006# 2007# 2008* Mutatie 31 mrt. 31 mrt. 30 jun. 30 sep. 31 dec. 31 mrt.* 31 mrt. '07 - 31 mrt. '08 * x 1 000
Totaal 1) 325 296 289 280 274 271 -25 Mannen 140 123 119 114 112 112 -12 15 tot 25 jaar 11 7 6 5 5 5 -2 25 tot 35 jaar 30 23 21 19 19 18 -4 35 tot 45 jaar 39 35 34 32 31 31 -4 45 tot 55 jaar 33 32 32 32 31 31 -1 55 tot 65 jaar 27 26 26 26 26 26 0 Vrouwen 185 173 170 166 162 159 -13 15 tot 25 jaar 16 12 11 11 10 10 -2 25 tot 35 jaar 38 33 31 30 29 28 -5 35 tot 45 jaar 50 47 46 44 43 42 -5 45 tot 55 jaar 43 43 42 42 41 41 -1 55 tot 65 jaar 39 39 39 39 39 39 0 Leefvorm
Alleenstaande 186 170 167 161 159 158 -12 Alleenstaande ouder 88 81 79 77 74 72 -8 (Echt)paar 51 45 43 41 41 40 -5 Anders 1 1 1 0 0 1 0 Duur
Korter dan 1 jaar 65 53 51 47 48 49 -4 1 jaar of langer 260 243 239 232 226 222 -21 1) Inclusief onbekend

* Voorlopig cijfer
# Deze cijfers zijn bijgesteld op grond van de meest recente gegevens (zie technische toelichting)

Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-042 pagina 3 van 4

Tabel 2. Bijstandsuitkeringen van thuiswonenden onder de 65 jaar naar duur, absoluut en geïndexeerd (31 december 2004=100) Perioden Aantal Index Duur korter dan Duur een jaar Duur korter dan Duur een jaar een jaar of langer een jaar of langer x 1000 31 dec. 2004 =100 31 dec. 2004 76,3 262,3 100 100 31 mrt. 2005 75,0 265,7 98 101 30 jun. 2005 71,2 265,7 93 101 30 sep. 2005 66,8 264,3 87 101 31 dec. 2005 65,9 262,1 86 100 31 mrt. 2006 65,5 259,8 86 99 30 jun. 2006 63,8 256,8 84 98 30 sep. 2006 58,0 252,1 76 96 31 dec. 2006 53,7 247,3 70 94 31 mrt. 2007 52,7 243,4 69 93 30 jun. 2007 50,7 238,7 66 91 30 sep. 2007 47,2 232,5 62 89 31 dec. 2007 47,6 226,4 62 86 31 mrt. 2008 49,0 222,0 64 85 Bron: CBS

CBS Persbericht PB08-042 pagina 4 van 4


---- --