Gemeente Bergen


Gemeente Bergen: Standpuntbepaling inzake het rapport 'Onderzoek naar meerwaarde herindeling Bergen, Gennep en Mook en Middelaar'

Aan de raad,

Inleiding
De gemeenteraden van Bergen, Gennep en Mook en Middelaar hebben november 2007 het rapport Tijd voor Keuzes vastgesteld over de strategische visie voor de drie gemeenten. Op basis van Tijd voor Keuzes hebben de drie raden de volgende twee beslispunten vastgesteld:

Besluit 1
Gegeven de uitkomsten van 'Tijd voor keuzes' en teneinde de regie in eigen hand te houden, de discussie over mogelijke herindeling openen. Daartoe verzoekt de raad het college een nader onderzoek in te stellen naar de in het voorstel vermelde criteria om uiteindelijk tot een afgewogen oordeel te kunnen komen aangaande een gemeentelijke herindeling. Na gereedkomen van het onderzoeksrapport zal in elk van de raden op 4 juni 2008 besluitvorming plaatsvinden.

Besluit 2
De drie gemeenten gaan vergaande samenwerking aan door op alle beleidsterreinen de krachten te bundelen. Daartoe verzoekt de raad het college met kracht voorbereidingen te treffen om tot een plan van aanpak te komen gericht op het uiteindelijk samenvoegen van de drie ambtelijke organisaties op datum van herindeling . Over dit plan zal ook in de raad op 4 juni 2008 besluitvorming plaatsvinden.

In de maanden januari 2008 tot en met half april 2008 heeft Berenschot een onderzoek uitgevoerd naar de meerwaarde van herindeling ten opzichte van zelfstandigheid van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar. Medewerkers van de drie gemeenten hebben in verschillende werkgroepen - strategische doelen, kernenbeleid en dienstverlening, bedrijfsvoering en P&O en Financiën - input geleverd voor het rapport. Daarnaast zijn in de drie gemeenten per kern bijeenkomsten georganiseerd met de bevolking met de vraag wat zij belangrijk vinden in hun gemeente. Tevens zijn bijeenkomsten met maatschappelijke organisaties georganiseerd.

Hoofdlijnen rapport meerwaarde herindeling
Het rapport is genuanceerd over de meerwaarde van herindeling ten opzichte van zelfstandigheid. In het rapport wordt geconstateerd dat de gemeenten nu en in de komende jaren worden geconfronteerd met verschillende belangrijke ontwikkelingen, zoals de decentralisatie van wet- en regelgeving, de verwachtte afname van de bevolking, de krapte op de arbeidsmarkt en verschillende herindelingen in de regio. Hieronder wordt ingegaan op de belangrijkste elementen voor de afweging voor zelfstandigheid of herindeling.

Consequenties als partner

Een heringedeelde gemeente is een volwaardige, gelijkwaardige partner in Noord-Limburg als gemeente van 38.000 inwoners, tezamen met andere qua omvang gelijkwaardige gemeenten, naast Venlo als 'leading' 100.000+gemeente in Noord-Limburg. Een grotere gemeente ontwikkelt meer bestuurlijke regionale slagkracht binnen het krachtenveld in de regio. Dit betekent een sterkere positie in vier windstreken: regio Venlo, stadsregio Arnhem Nijmegen, Oostelijk Noord-Brabant en Nordrhein-Westfalen. Daarnaast biedt een grotere gemeente meer mogelijkheden om als partner op te treden naar derden, zoals LLTB (Limburgse Land- en Tuinbouw Bond), CWI/UWV (Centrum voor Werk en Inkomen/ Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) en onderwijsorganisaties.

Consequenties voor de dienstverlening

Het kernenbeleid, zoals dat nu in meer of minder mate al in de drie gemeente wordt gehanteerd, kan een belangrijke bijdrage leveren in een betere aansluiting tussen burger en bestuur. Het kernenbeleid geldt daarom als speerpunt voor de toekomst en zal verder ontwikkeld worden. Dit leidt ertoe dat in de drie gemeenten verder geïnvesteerd zal moeten worden in het intensiveren van de relatie tussen bestuur en burger en in financiële ruimte voor de DOP's (dorpsontwikkelingsplannen). De investeringen om het kernenbeleid op het gewenste niveau te willen krijgen, zijn onafhankelijk van herindeling. De beschreven dienstverlening die sterk aansluit op het programma 'Overheid heeft antwoord' zal in de drie gemeenten leiden tot een forse verbetering, onder meer in het digitale aanbod van producten en diensten. De investeringen die gedaan zullen moeten worden in de ICT (Informatie en Communicatie Technologie) en de bedrijfsvoering in het kader van dit programma zullen relatief (en absoluut) lager zijn bij een heringedeelde gemeente. Aangaande de dienstverlening aan bedrijven zal een heringedeelde gemeente in staat zijn meer gespecialiseerde medewerkers in dienst te hebben, waardoor ze een meer volwaardige gesprekspartner zal zijn voor bedrijven.

Consequenties ruimtegebruik

Doordat het grondgebied van de drie gemeenten bij een fusie in samenhang kan worden bezien, kan op termijn (na twee tot drie jaar) een krachtiger integraal ruimtelijke-ordeningsbeleid worden gevoerd. Een gefuseerde gemeente kan vanuit een breder perspectief afwegingen maken op het gebied van ruimtelijke ordening. Daarin kunnen ook lokale prioriteiten worden verdeeld. Een heringedeelde gemeente betekent daarnaast een krachtiger partner voor woningbouwcorporaties, die al op grotere schaal zijn georganiseerd. Tot slot kan een gefuseerde gemeente een krachtiger partner zijn in de richting van de provincie bijvoorbeeld bij de reconstructie van het buitengebied.

Financiële consequenties

De financiële positie van de huidige drie gemeenten is gezond. Een lagere uitkering uit het gemeentefonds bij herindeling (E 0,9 miljoen) zal ruim gecompenseerd kunnen worden door structurele bezuinigingen ten gevolge van verminderde overlap, waardoor de financiële positie van de heringedeelde gemeente (bij gelijkblijvende omstandigheden) ook gezond zal zijn en ook enige extra ruimte ontstaat voor nieuw beleid. De lasten voor de burgers lopen zo'n 10 % uiteen tussen de duurste en de goedkoopste gemeente. Wanneer voor fusie wordt gekozen, zal dit op termijn moeten worden geharmoniseerd. Dit betekent dat de lasten voor een deel van de inwoners zullen toenemen en voor anderen zullen dalen, dan wel dat gekozen wordt voor het laagste tarief en dat de dekking op een andere wijze gefinancierd wordt. Ondanks het feit dat de consequenties van de nieuwe taken in de huidige en toekomstige situatie nog niet voldoende concreet gemaakt kunnen worden, onder andere omdat de wetgeving daarover nog niet geheel duidelijk is, wordt verwacht dat de impact van de gedecentraliseerde taken significant zal zijn. In een heringedeelde gemeente kunnen de kosten van deze nieuwe taken ongeveer gelijk zijn aan de daarvoor beschikbaar gestelde middelen vanuit het gemeentefonds. Indien gemeenten zelfstandig blijven, moet gerekend worden met hogere kosten om nieuwe taken te kunnen uitvoeren op een voldoende kwaliteitsniveau. Een verkennend aanvullend onderzoek over de personeelsformatie, dat samen met het hoofdrapport en de bijlagen ook ter inzage is gelegd, geeft een indicatie van de personele consequenties bij zelfstandig voortbestaan of indien tot herindeling wordt besloten.

Personele consequenties

Een fusie biedt meer mogelijkheden om de personele problemen het hoofd te bieden. Op termijn zijn er meer mogelijkheden om voldoende en gekwalificeerd personeel aan te trekken en medewerkers een aantrekkelijk loopbaanperspectief te geven. Op dit moment zijn de aard en omvang van de problemen in de drie gemeenten nog zeer wisselend, zowel op strategisch als uitvoerend niveau, maar ook de gekozen oplossingsrichtingen. De verwachting is dat het voor de drie afzonderlijke gemeenten steeds moeilijker zal worden voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken en te behouden.

Consequenties organisatie

De grotere schaal van een heringedeelde gemeente leidt op termijn tot meer efficiency en effectiviteit, waardoor besparingen kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast leidt een gefuseerde gemeente tot een grotere organisatie, die een zakelijkere en professionelere afstand heeft tot burgers en bedrijven. Dit kan tot gevolg hebben dat de afstand voor sommige burgers en bedrijven toeneemt, omdat zij momenteel beschikken over directe contacten in het ambtenarenapparaat of het bestuur. De afstand wordt hiermee wel voor iedereen gelijk en is niet afhankelijk van toevallige contacten.

Conclusies rapport
De onderzoekers bezien de meerwaarde van herindeling in het perspectief van de komende tien tot twintig jaar en de ontwikkelingen die op de gemeente(n) afkomen. Op basis daarvan komen zij tot de conclusie dat fusie voor de drie gemeenten de beste keuze is.

Voorbereidingen plan van aanpak
In de Elementen voor een plan van aanpak integratie ambtelijke organisatie op datum herindeling Bergen, Gennep en Mook en Middelaar, is op hoofdlijnen aangegeven welke stappen ondernomen moeten worden om te komen tot een samenvoeging van de drie ambtelijke organisaties op datum herindeling. Een eerste raming van de kosten voor de uitvoering van het plan van aanpak wordt geschat op E 2 miljoen. Het tijdpad voor de integratie van de drie organisaties is gericht op het fuseren van de drie gemeenten per 1 januari 2011.

Afweging van het College
In het voorgaande deel van dit raadsvoorstel is een nadere toelichting gegeven op de hoofdlijnen van het rapport en de conclusies die Berenschot verbindt aan haar onderzoek en haar weging van de verschillende argumenten. In de Task Force is afgesproken dat dit algemene deel op identieke wijze aan elke gemeenteraad wordt aangeboden. Verder is de afspraak gemaakt dat elk college en elke gemeenteraad zijn eigen afweging verwoordt naar aanleiding van het onderzoeksrapport. Het beoordelen van de meerwaarde moet vooral gezien worden in het perspectief van de komende tien tot twintig jaar en de ontwikkelingen die op de gemeenten in zijn algemeenheid afkomen. Verwezen wordt naar hetgeen hierover onder meer in de samenvatting is weergegeven. Hierna geven wij onze weging in de volgorde van de aspecten vermeld op pagina 90 van het onderzoeksrapport.

Positie in de regio
De bestuurskrachtmonitor 2007 heeft voor onze gemeente vastgesteld dat wij op tactisch en operationeel gebied voldoende scoren. Ook grotere gemeenten hadden vergelijkbare of mindere scores: groter is derhalve niet per definitie garantie voor bestuurskracht. Wij hebben overigens eerder te kennen gegeven dat wij het gegeven bestuurskrachtinstrument als te subjectief hebben ervaren en onvoldoende weergeeft hoe de rol van de gemeente wordt ingevuld als dienstverlener en participant in de relatie met de burger.

Op de gebieden van regionale samenwerking en integrale beleidsontwikkeling zijn verbeteringen te behalen, zoals het Berenschotrapport op pagina 15 vermeld. Wij hebben dan ook con amore meegewerkt aan het Berenschot onderzoek zoals dat nu heeft plaatsgevonden. In zijn algemeenheid vinden wij het jammer dat het rapport in vergelijkende meerwaarde niet méér is toegesneden op de situatie van de individuele gemeenten. Te veel zaken zijn daardoor onder één algemene noemer gebracht waaruit algemene conclusies zijn getrokken. Per gemeente is de situatie echter anders en bij de een ligt de noodzaak tot samenwerking en herindeling anders dan bij de ander. Wij staan op het standpunt dat voor onze gemeente de situatie op het gebied van de positie in de regio niet betekent dat herindeling de enig juiste oplossing is. Wij zien mogelijkheden om ook bij regionale samenwerking de regionale positie te verbeteren, mits daartoe adequate randvoorwaarden en uitgangspunten worden gehanteerd. Tot nu toe zijn wij altijd loyaal en solidair met de regio geweest. Wij zijn ook altijd bereid geweest en nog bereid autonome bevoegdheden via delegatie en/of mandaat over te dragen c.q. te verkrijgen mede ter vermindering van bestuurlijke drukte.

Deze bestuurlijke drukte was onder meer reden in 2007 een regionaal onderzoek door Berenschot te laten houden in opdracht van de Regio Venlo. De resultaten van het onderzoek zijn regionaal niet besproken maar de Regio Venlo heeft het onderzoek 'geparkeerd' en in overleg met de provincie voorrang gegeven aan de herindelingsdiscussie. Wij zijn bereid onze verantwoordelijkheid te nemen, ook onze financiële verantwoordelijkheid, om een bijdrage te leveren aan de regionale samenwerking.

Gemeentelijke taken
Tot op heden kunnen wij onze taken op adequate wijze goed vervullen. Ook taken als gevolg van nieuwe wetgeving en gedecentraliseerde taken pakken wij adequaat op, zonodig met uitbreiding van formatie (bijvoorbeeld de WMO). We hebben geen achterstanden in het huidige takenpakket. De formatie is op orde. Indien sprake is van druk op de uitvoering van de taken door wat voor omstandigheden ook wordt capaciteit ingehuurd of worden taken uitbesteed. Daartoe zijn budgetten beschikbaar. Wij zien momenteel niet in dat door verdere decentralisatie van taken naar de gemeente wij nu zouden moeten kiezen voor herindeling. Ook samenwerking, eventueel in de vorm van uitbesteding, kan bijdragen aan een juiste taakvervulling.

Ruimtegebruik
Zoals het rapport aangeeft zou op termijn een krachtiger ruimtelijk ordeningsbeleid kunnen worden gevoerd in meer onderlinge samenhang. Momenteel doen zich op dit gebied geen problemen voor. Daar waar nu samengewerkt kan worden, wordt samengewerkt. Daar waar nu elke gemeente overleg voert met de woningbouwcorporaties is het zeer denkbaar dat dit overleg beter wordt gestructureerd en dat de drie gemeenten dit overleg in het vervolg gezamenlijk gaan voeren. De Structuurvisie+ is in 2006 door u vastgesteld. Op 13 mei jl. is een voorstel aangaande alternatieve woningbouwlocaties door uw raad vastgesteld. Met Gennep en Mook en Middelaar wordt het regionaal volkshuisvestingsplan geëvalueerd op basis waarvan verdere afspraken kunnen worden gemaakt in brede zin. De gemeente Bergen kent verder geen ruimtelijke problemen. Wij zien dan ook thans geen noodzaak om redenen van ruimtegebruik te kiezen voor herindeling.

Dienstverlening
Recent hebben wij deelgenomen aan het landelijk onderzoek 'Staat van de gemeente'. De resultaten van dit onderzoek geven een indicatie waar wij als gemeente staan in vergelijking met andere gemeenten. Op het punt van dienstverlening scoren wij goed. Ook uit de op eigen initiatief gehouden tevredenheidsonderzoeken en enquêtes is gebleken dat de burgers zeer tevreden zijn over onze dienstverlening. De komende jaren moet de dienstverlening, met name de digitale dienstverlening, op een hoger niveau worden gebracht. Het programma 'Overheid heeft antwoord' vraagt meer professionaliteit van het personeel en zal tot meer investeringen leiden met name in de informatievoorziening en de bedrijfsvoering, onder andere meer specialistische kennis bij personeel. Met de gemeenten Gennep en Mook en Middelaar zijn hierover afspraken gemaakt over intensieve samenwerking op dit punt, herindeling of geen herindeling, en nu wordt, bestuurlijk en ambtelijk, gewerkt aan het zogenaamde 'EGEM-I' traject, dat zich richt op gezamenlijke ontwikkeling van één informatiserings- en communicatietraject voor de drie gemeenten gezamenlijk. Ook hier achten wij het niet noodzakelijk dat herindeling een voorwaarde is om tot een gezamenlijk ICT beleid voor de drie gemeenten te komen. Voorbeelden elders van samenwerking tussen gemeenten op ICT gebied hebben dit bewezen.

Kernenbeleid
Wij konstateren dat wij sedert jaren een uitstekend kleine kernenbeleid voeren. Dit wordt door velen, ook door Berenschot en door de provincie, onderschreven. Ruim 12 jaar geleden hebben wij beleidsmatig vastgesteld wat wij onder kernenbeleid verstaan en welke niet-commerciële voorzieningen daartoe in elke kern aanwezig moeten zijn. Ook laten wij bestuurlijk en ambtelijk zien wat wij met kleine kernenbeleid bedoelen. Bekend zijn de tweejaarlijkse dorpenrondes van het college, de thema-avonden per kern, het frequente kontakt met de dorpsraden, de aanstelling van een leefbaarheidscoördinator voor de kernen, de totstandkoming van een dorpsontwikkelingsplan in elke kern. Tijdens de burgeravonden en de rondetafelbijeenkomsten in onze gemeente hebben wij van de burgers en van de verenigingen vernomen dat er grote tevredenheid bestaat ten aanzien van het gevoerde kernenbeleid en de aandacht die de kernen en verenigingen van ons en van u krijgen. Op die avonden zijn zeer veel vragen gesteld over vele thema's. Belangrijke wensen en aandachtspunten die de burgers naar voren hebben gebracht zijn onder meer de grote tevredenheid over het niveau van de huidige dienstverlening, de korte lijnen van burgers met het bestuur, de acceptabele huidige lastendruk van de gemeentelijke belastingen, het huidige goede subsidiebeleid voor verenigingen, de succesvolle privatisering van de sportparken met gebouwen 10 jaar geleden met elke twee jaar een zorgvuldige evaluatie en eventuele bijstelling van het beleid. In het onderzoeksrapport van Berenschot op pagina 38 leest u dat ten aanzien van consequenties zelfstandige gemeenten voor de bewoners van onze gemeente er niet veel zal veranderen ten aanzien van een kernenbeleid. De andere gemeenten zullen hierin beduidend meer moeten investeren in de komende jaren. Wij vrezen dan ook dat bij gezamenlijke aanpak van een beleid voor 14 kernen dit een achteruitgang zal betekenen voor onze kernen. Méér aandacht voor andere kernen betekent minder aandacht voor onze huidige kernen. Een kernwethouder, zoals het rapport als suggestie aangeeft, geeft absoluut geen garantie dat er bestuurlijk meer aandacht voor alle kernen kan komen. Wij zien ook wat betreft dit onderdeel niet in dat wij om reden van een goed kernenbeleid voor herindeling zouden moeten kiezen. Het huidige kernenbeleid in onze gemeente kan bij zelfstandig blijven succesvol worden voortgezet.

Personeel
Zoals onder het kopje 'gemeentelijke taken' vermeld hebben wij tot nu toe ons takenpakket goed kunnen vervullen met het beschikbare personeel. Dat geldt voor vele beleidsterreinen. Een recent voorbeeld is de opening eind 2007 van het Centrum voor Jeugd en Gezin in onze gemeente, het eerste in de provincie Limburg. In veel gremia heeft u kunnen lezen dat de kleine gemeenten hun taken niet meer aankunnen. Wij hebben tot op heden bewezen dat wel te kunnen, met kwalitatief goed personeel. En daar waar het even niet lukte, door ziekte, vacatures of behoefte aan specialisme van werkzaamheden, is of wordt tijdelijk personeel ingehuurd dan wel worden taken uitbesteed. U heeft kennis genomen van het additioneel onderzoek naar de behoefte aan personele formatie bij handhaving van zelfstandige gemeente, dan wel als heringedeelde gemeente. Dit onderzoek moet als een indicatie worden gezien en niet als een absoluut gegeven. Wij ramen dat een beperkte extra structurele formatie van 1,6 fte nodig zal zijn om de taken als zelfstandige gemeente ook in de komende jaren te vervullen. Ook voor de toekomst verwachten wij met adequate arbeidsvoorwaarden kwalitatief goede medewerkers te kunnen binnenhalen en personeel te kunnen binden en te behouden. Hierbij moet wel worden bedacht dat grotere gemeenten in de omgeving meer aantrekkingskracht zullen hebben op medewerkers die vanwege ambities en andere persoonlijke en zakelijke motieven mogelijk vertrekken. Onze geografische arbeidsmarkt is niet alleen op Noord Limburg gericht maar meer nog op Noord-Oost Brabant en Gelderland.

Financiën (korte termijn)
Na gehouden onderzoek door de drie gemeenten met ondersteuning van Berenschot is geconcludeerd dat de financiële vermogenspositie van onze gemeente gezond is. Dat geldt overigens ook voor Gennep en Mook en Middelaar. De eerste 3 tot 7 jaar bestaat er geen financiële noodzaak tot fusie. Na die termijn moet er, volgens het rapport, gerekend worden met hogere kosten om de nieuwe taken die op de gemeente afkomen op voldoende kwalitatief niveau uit te voeren, indien de gemeente zelfstandig blijft. Het probleem nu is dat noch een concreet beeld kan worden gevormd van de consequenties van die nieuwe taken die op de gemeenten de komende jaren afkomen, noch een beeld van de extra middelen uit het gemeentefonds bij overdracht van die taken. Wij vinden een dergelijke termijn te lang om nu al om die reden voor een fusie te opteren. Wij denken dat de personele omvang en de aanwezige personele kwaliteit van onze gemeente voldoende waarborg biedt om aanvullende taken, ook in financiële zin, aan te kunnen. Zou op termijn blijken dat zulks onmogelijk wordt, dan behoort fusie alsnog tot de mogelijkheden waarvoor gekozen kan worden.

Financiën (langere termijn)
Zoals in het onderzoeksrapport wordt geconcludeerd door Berenschot is de financiële positie gezond. Naast een voldoende reservepositie zijn er ook voldoende voorzieningen om aan toekomstige verplichtingen te voldoen. De beheer- en onderhoudsplannen zijn actueel. Het weerstandsvermogen is meer dan voldoende voor het afdekken van risico's. Daarnaast beschikken wij over aanzienlijke stille reserves, zoals landbouwgronden, natuurterreinen, gebouwen. Indien de financiële situatie ons daartoe zou noodzaken, wat wij absoluut niet verwachten, kunnen deze eigendommen geheel of ten dele te gelde worden gemaakt. Als we de belastingdruk per huishouden bezien (onroerende zaakbelasting, rioolrecht en afvalstoffenheffing) dan zijn er aanzienlijke verschillen per gemeente, zoals vermeld op de pagina's 60 en volgende. De lasten voor de burgers lopen zo'n 10 % uiteen tussen de duurste (Mook en Middelaar) en de goedkoopste (Bergen) gemeente. Wanneer voor fusie wordt gekozen zal dit verschil op korte termijn moeten worden geharmoniseerd. Dit betekent dat de lasten voor een deel van de inwoners zal toenemen en voor een ander deel zal dalen, afhankelijk van de gekozen oplossing en afhankelijk van de financiële dekking van de harmonisatie. Daartoe is een tweetal opties in de rapportage weergegeven om de consequenties van harmonisatie helder te maken. Als gekozen wordt voor overal in de drie gemeenten het laagste tarief dan daalt de belastingdruk voor alle bewoners. Geen van de burgers wordt dan geconfronteerd met kostenstijging. Dit is optie 1. Als gekozen wordt voor gewogen gemiddelde tarieven dan wordt de belastingdruk voor onze inwoners en voor die van Gennep hoger, terwijl de belastingdruk in Mook en Middelaar lager wordt. Dat is optie 2.

Uitvoering van optie 2 betekent dat de bestaande inkomsten voor de nieuwe gemeente gehandhaafd blijven. Bij uitvoering van optie 1 ontstaan lagere inkomsten van E 0,9 miljoen. Dit heeft negatieve consequenties voor bestaand beleid en voor nieuw te ontwikkelen beleid. Wij vinden dat een fusie geen nadelige consequenties mag hebben voor de belastingdruk voor onze inwoners. Wat betreft de jaarlijkse begrotingsexploitatie kan gekonstateerd worden dat er de eerste 4 jaar na herindeling geen nadelige consequenties zijn voor de begroting van de nieuwe gemeente door de extra uitkeringen uit het gemeentefonds. Na 4 jaar houdt die extra uitkering echter op en zal de nieuwe gemeente verder op eigen benen moeten staan. Er zijn momenteel teveel onzekerheden wat betreft de mogelijkheden van jaarlijks financieel nieuw beleid voor de nieuwe gemeente. Geen helderheid is in het rapport gegeven over de kosten van centrale huisvesting van de ambtelijke organisatie en harmonisatie van beleid, zoals subsidies, arbeidsvoorwaarden, WMO voorzieningen. Globaal, zie de betreffende paragraaf 5.4.4. in het rapport, zijn de kapitaallasten van centrale (deels bestaande) huisvesting in Gennep berekend op structureel E 500.000,--. Daarnaast is het volgens ons zeer de vraag of er voldoende middelen gereserveerd kunnen worden voor lokale dienstverlening in de kernen en de uitvoering van de dorpsontwikkelingsplannen in de 14 kernen. Een bedrag hiervoor van structureel E 420.000,-- voor 14 kernen lijkt ons aan de lage kant. Overigens vinden wij m??r dan drie servicepunten, die er nu ook niet zijn, in een heringedeelde gemeente niet noodzakelijk en geldverslindend. Wij vrezen door deze onzekerheden dat er financieel weinig ruimte overblijft voor o.a. de MFC's in Well en Siebengewald en voor de uitvoering van het centrumplan in Nieuw Bergen. Een en ander staat nog los van overige te ontwikkelen zaken in de gemeente waar momenteel nog geen financiële dekking voor bestaat en waar in de Voorjaarsnota 2008 keuzes door u moeten worden gemaakt. Wij achten dan ook in de gegeven situatie de stap naar herindeling uit financiële overwegingen te risicovol. Naast vorenstaande aspecten willen wij u ook de volgende overwegingen meegeven.

Strategische doelen
Door de drie gemeenteraden is eerder in het rapport 'Tijd voor keuzes' vastgesteld dat de gemeenschappelijke ambities van de strategische doelen op een viertal terreinen ligt: Verhogen van de leefbaarheid, verbeteren van de woonfunctie, verhogen van de dienstverlening aan burgers en bedrijven en versterken van de economische ontwikkeling. In het rapport 'Onderzoek naar meerwaarde herindeling' is dit in par. 2.3 verder uitgewerkt. De eerste drie genoemde strategische doelen voor de gefuseerde gemeente zijn in principe naar onze mening ook per afzonderlijke gemeente te realiseren. Versterken van de economische ontwikkeling in brede zin en de dienstverlening aan bedrijven, inclusief een centraal ondernemersloket, is een beleidsveld dat door intensieve samenwerking op ambtelijk en bestuurlijk niveau ter hand moet worden genomen. Echter niet alleen beperkt tot de drie Maasduinengemeenten, maar dan in een groter regioverband waarbij wij denken aan samenwerking met het gebied rond Boxmeer, Cuijk e.o. en met Venray. Een herindeling zoals nu voorgesteld geeft daartoe geen oplossing.

Arhi criteria

Draagvlak: Het college heeft burgeravonden en rondetafelbijeenkomsten in elke kern in februari, maart en april georganiseerd. De gemeenteraad heeft afgelopen weken in elke kern nogmaals burgeravonden gehouden, nadat de rapportages bekend zijn gemaakt aan de burgers en men hiervan kennis heeft kunnen nemen via de website van de gemeente. Een sterk vereenvoudigde versie van de rapportage is huis aan huis in alle kernen verspreid. Expliciet is op de laatste burgeravonden aan de burger gevraagd hoe men denkt over herindeling of over zelfstandigheid. Op basis van de reacties van de burgers concluderen wij dat er bij de burgers geen draagvlak is voor een herindeling. Daarmee ontbreekt ook bij ons draagvlak voor een herindeling.

Bestuurskracht: De huidige positie van de drie gemeenten in de regio wordt in de bestuurskrachtmonitor als zwak punt beoordeeld. In een gefuseerde gemeente neemt de bestuurlijke organisatie een krachtiger positie in binnen de regio en wordt daarmee een meer relevante speler voor andere gemeenten, andere overheidsorganisaties en voor maatschappelijke organisaties. De bestuurskracht vertaalt zich ook in de ambtelijke organisatie, in hoeverre die in staat is om de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden goed uit te voeren en niet per definitie in de grootte van de gemeente. Zoals eerder in dit voorstel vermeld voldoen wij nu aan het lokale criterium wat betreft bestuurskracht. Regionale bestuurskracht kan versterkt wordt door intensieve samenwerking zoals eerder in dit voorstel vermeld, alsmede door het delegeren van bevoegdheden naar elkaar.

Interne samenhang: Wij constateren, mede ingegeven uit de reacties op de burgeravonden, dat er weinig interne samenhang is tussen de 14 kernen in het Maasduinengebied van de drie gemeenten. Elke kern heeft zijn eigen identiteit die ook behouden blijft. Een nieuwe gemeente van ruim 42 km lengte en een breedte van minimaal 2,5 km tot maximaal 9 km. vertoont naar onze mening weinig samenhang. De oriëntatie van de vele kernen op de gebieden van werkgelegenheid, winkelvoorzieningen, onderwijs, gezondheidszorg, naar noord, west en zuid is te divers om te spreken van een goede interne samenhang van de kernen.

Duurzaamheid: Criterium is dat een nieuwe gemeente goed is toegerust voor een langere periode. Zoals eerder gesteld hebben wij twijfels over de financiële situatie van de nieuwe gemeente. De vraag kan ook gesteld worden of de drie gemeenten en de kernen daarvan voor de hand liggende partners zijn. Meermalen is de uitdrukking gebruikt dat de drie gemeenten gezien de geografische situatie tot elkaar veroordeeld zijn. Voor een logischer geheel zullen provinciegrenzen overschreden moeten worden. Dat weigeren Gedeputeerde Staten van Limburg.

Regionale samenhang: Belangrijk is dat goede evenwichtige regionale verhoudingen ontstaan. Wij zien ook de voordelen van goede verhoudingen en de noodzaak meer regionale bestuurskracht te ontwikkelen. Zoals eerder gesteld willen wij daar onze bijdrage aan leveren. Daartoe is het middel van herindeling niet voor alle gemeenten een must en zijn er ook andere modellen denkbaar om die regionale bestuurskracht te versterken zoals hiervoor vermeld onder het kopje 'Positie in de regio'.

Planologische ruimtebehoefte: Op dit gebied kent onze gemeente thans geen ruimtelijke knelpunten en voorzien wij die ook niet voor de nabije toekomst.

Ondernemingsraad (OR)
Bij brief d.d. 20 mei 2008, waarvan ook u kennis hebt genomen, geeft de OR aan zich ernstige zorgen te maken dat wij ons niet uitspreken over de samenwerking als zelfstandige gemeente met andere gemeenten in de toekomst. Daarnaast is voor de OR leidend de zorg over de slagkracht en wervingskracht van de ambtelijke organisatie op de langere termijn. De OR vraagt ons haar opmerkingen hieromtrent mee te nemen bij de formulering van het raadsvoorstel. In dit voorstel zijn wij uitdrukkelijk ingegaan op de beide onderwerpen bij de onderdelen 'gemeentelijke taken', 'financiën', 'personeel' en 'strategische doelen'. Wij vragen ook aan uw raad uw mening hierover te geven zodat wij de OR adequaat kunnen informeren over ons en over uw standpunt.

Tot slot

1. Voordat wij tot de samenvattende conclusie komen hebben wij er behoefte aan in onze overwegingen te betrekken de ongehoorde invloed en druk van de provincie Limburg in dit herindelingsproces de afgelopen maanden. Deze druk was buitengewoon groot en is nog altijd aanwezig.
2. Hiervóór is aangegeven dat wij, gegeven de omschreven huidige feiten en omstandigheden, momenteel méér zien in de verdere ontwikkeling van een goede intensieve samenwerking in de regio. Wij willen onze bijdrage hieraan leveren om deze samenwerking tot een succes te brengen. Dit proces moet naar onze mening een kans gegeven worden. Uiterlijk in 2012 willen wij de dan bestaande situatie evalueren aan de hand van een adequate bestuurskrachtmethodiek om vervolgens te bezien of dan conclusies moeten worden getrokken die dan wellicht leiden tot herindeling.

Samenvattende conclusie
In de samenvatting van het rapport adviseert Berenschot de drie gemeenten op grond van de gegeven argumenten in de diverse hoofdstukken om te kiezen voor fusie. Daarbij wegen vooral de regionale positie en de personele consequenties zwaar. De bestuurlijke en politieke afweging is aan ons college en aan uw raad. Wij vinden op grond van bovenstaande afwegingen dat er thans niet voldoende argumenten zijn om voor een fusie te adviseren. Wij hebben vertouwen in de personele consequenties, i.c. dat wij onze taken ook de komende jaren ruimschoots op adequate wijze kunnen vervullen. De regionale positie van onze gemeente behoeft niet te worden verzwakt in het geheel van de nu bekende situatie dat er één gemeente Venlo 100.000+ ontstaat met een aantal grotere gemeenten van rond de 40.000 inwoners. Wij vinden dat dit laatste gegeven niet van doorslaggevende betekenis kan zijn, dit afgezet tegenover de andere argumenten. Immers goede intensieve samenwerking met de andere gemeenten blijft overeind en wij zullen naar beste vermogen daaraan onze bijdrage verstrekken.

Wij stellen u dan ook voor niet in te stemmen met de conclusies van Berenschot en uit te spreken dat u als gemeente Bergen zelfstandig wenst te blijven.

Burgemeester en wethouders van Bergen,
|de secretaris    |de burgemeester                          |
|                 |                                         |
|G.B. Kuipers     |C.W.H.M. Klaverdijk                      |

-----------------------
In het oorspronkelijke voorstel stond per 1 juli 2009. Dit is door een amendement van de Commissie Samenwerking in alle drie de raden gewijzigd in op datum van herindeling.


---- --
Uitnodiging vergadering

Bergen, 27 mei 2008

Aan de leden van de raad van de gemeente Bergen,

Hierbij nodig ik u uit voor de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen, die wordt gehouden op woensdag 4 juni 2008 in het gemeentehuis. De vergadering begint om 19.00 uur.

AGENDA:


1. Opening;


2. Spreekrecht burgers (Art. 14 RvO) met betrekking tot standpuntbepaling inzake het rapport 'Onderzoek naar meerwaarde herindeling Bergen, Gennep en Mook en Middelaar'; (Toelichting: iedere burger is welkom het woord te nemen over een onderwerp dat op de agenda van deze raad staat of enig ander onderwerp).


3. Vaststelling definitieve raadsagenda (Art. 8, lid 3 RvO);


4. Standpuntbepaling inzake het rapport 'Onderzoek naar meerwaarde herindeling Bergen, Gennep en Mook en Middelaar';


5. Sluiting.

Hoogachtend,
C.W.H.M. Klaverdijk, voorzitter


---- --
Besluit van de gemeenteraad
Nummer: 7428

Onderwerp: Standpuntbepaling inzake het rapport 'Onderzoek naar meerwaarde herindeling Bergen, Gennep en Mook en Middelaar

De raad van de gemeente Bergen,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 mei 2008;

besluit:


1. Niet in te stemmen met de wegingen en met de conclusies van het rapport 'Onderzoek naar meerwaarde herindeling' waar Berenschot de drie gemeenten adviseert om te kiezen voor een fusie van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar;
2. Uit te spreken dat de gemeente Bergen als zelfstandige gemeente blijft voortbestaan;
3. Geen verdere voorbereidingen te treffen om tot een plan van aanpak te komen gericht op het uiteindelijk samenvoegen van de drie ambtelijke organisaties op datum van herindeling;
4. Een intensieve bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van de samenwerking in de regio. Deze samenwerking in 2012 te evalueren aan de hand van een adequate bestuurskrachtmethodiek, om vervolgens te bezien of dan conclusies moeten worden getrokken die dan wellicht leiden tot herindeling.

Bergen, 4 juni 2008

|De griffier,              |De voorzitter,                  |
|                          |                                |
|Th.J.M. Pierik            |C.W.H.M. Klaverdijk             |
|                                  |                        |
|                                  |                        |
|                                  |                        |

---- --