Medebewind dierenwelzijnsregelgeving
30 mei 2008 - kamerstuk
Juridische Zaken
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EK DEN HAAG
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
TRCJZ/2008/1384 30 mei 2008
onderwerp bijlagen
medebewind dierenwelzijnsregelgeving
Geachte Voorzitter,
Bij de behandeling van het wetsvoorstel houdende Regeling van de inwerkingtreding van
het Legkippenbesluit 2003 (Handelingen II 2003/04, nr. 60, blz. 3897-3914) heeft mijn
ambtsvoorganger aangegeven de Kamer nader te zullen informeren over de
mogelijkheden voor het in medebewind geven van dierenwelzijnsregelgeving voor
huisvesting en verzorging van landbouwproductiedieren aan de onderscheiden
productschappen. Deze toezegging geschiedde naar aanleiding van een motie van de
leden Koopmans en Oplaat (Kamerstukken II 2003/04, 28968, nr. 11).
Eind 2006 is de keuze gemaakt de formele besluitvorming over de overdracht in
medebewind van dierenwelzijnsregelgeving over te hevelen naar de huidige
kabinetsperiode. Hierbij breng ik u op de hoogte van de uitkomsten van deze
besluitvorming.
De bescherming van het welzijn van dieren is een onderwerp waarvoor een brede
maatschappelijke en politieke belangstelling bestaat. Er spelen diverse, vaak
tegengestelde belangen een rol bij de besluitvorming over de invulling van het beleid met
betrekking tot dierenwelzijn.
Mede in het licht van mijn ambities, neergelegd in mijn nota dierenwelzijn (Kamerstukken
II 2007/08, 28 286, nr. 76), ben ik van mening dat het dierenwelzijn een onderwerp is
waarop ik als verantwoordelijke minister direct wil kunnen worden aangesproken.
Om deze reden zal de regelgeving op het terrein van dierenwelzijn op rijksniveau worden
vastgesteld en zal er geen medewerking van het productschap worden gevorderd.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit