Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal
ostbus 20017
P

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van
30 mei 2008 DK/B&B/19249

Onderwerp
Lijst van vragen Europees jaar van de

Interculturele Dialoog

Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over mijn brief van d.d. 25 februari 2008 inzake activiteiten in het kader van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog (Kamerstuk 31 268, nr. 4).

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

dr. Ronald H.A. Plasterk


5

44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 2/10

Jaarnota Integratiebeleid 2007-2011

Verslag van een schriftelijk overleg
Vastgesteld d.d. ...

De voorzitter van de commissie
Van de Camp

Adjunct-griffier van de commissie
La Rocca

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties


1. Algemeen

2. Nederlandse inzet

3. Uitwerking van doelstellingen

4. Voorgenomen concrete activiteiten op wijkniveau
5. Voorgenomen concrete activiteiten op internationaal niveau
6. Lancering

II Reactie van de minister


1. Algemeen

2. Nederlandse inzet

3. Uitwerking van doelstellingen

4. Voorgenomen concrete activiteiten op wijkniveau
5. Voorgenomen concrete activiteiten op internationaal niveau
6. Lancering

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 3/10

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties


1. Algemeen
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief waarin de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uitlegt wat de Nederlandse inzet is bij het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog (EJID). Zij hebben nog een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie onderstrepen het belang van burgers in Europa die openstaan voor de wereld en de waarde van culturele diversiteit erkennen. Dialoog tussen en met culturen en religies en het uitwisselen van kennis en meningen helpen bij het doorbreken van scheidslijnen. De leden van deze fractie zijn daarom blij dat 2008 is uitgeroepen tot Europees Jaar van de Interculturele Dialoog.

De leden van de SP hebben kennisgenomen van de brief van de minister van OCW over het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog.


2. Nederlandse inzet
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van het creëren van begrip tussen de verschillende bevolkingsgroepen en het stimuleren van een actief Europees burgerschap. Zij vragen waarom het kabinet er niet voor heeft gekozen om de Europese doelstelling wat substantiëler in te vullen. De leden van deze fractie betreuren het dat het kabinet is blijven hangen in een aantal losse, op de Randstad gerichte integratieprojecten en vragen het kabinet of deze wel allemaal speciaal zijn ontwikkeld voor het EJID.
Verder vragen de leden van deze fractie het kabinet, op welke manier samenhang wordt gebracht tussen alle activiteiten; losse initiatieven zijn leuk en mooi, maar hebben volgens hen pas impact als ze in een samenhangend kader staan. Deze leden vragen het kabinet tevens om meer informatie over het samenhangende kader en het doel van de diverse activiteiten. De leden van deze fractie zijn van mening dat de migrantenorganisaties een grote rol zouden kunnen spelen bij het welslagen van het EJID. Zij vinden het dan ook heel belangrijk de migrantenorganisaties bij de activiteiten te betrekken en vragen het kabinet in hoeverre dat daadwerkelijk is gebeurd. Voorts achten de leden van deze fractie de bijdrage van de Europese Unie voor het EJID, namelijk 10 min. voor alle lidstaten, laag. Zij vragen het kabinet om toe te lichten waarom de Europese Unie, mede gezien de oproep die zij wil doen aan Turkije, Kroatië en de FYRO Macedonië, niet meer financiële prioriteit aan het EJID heeft gegeven. Tevens willen deze leden weten welk deel van deze 10 min. ten goede komt aan projecten in Nederland en wat het totale bedrag is dat Nederland in het EJID investeert.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 4/10

De leden van de SP-fractie zien dat er dit jaar verschillende activiteiten worden georganiseerd in het kader van het EJID. Tijdens deze activiteiten staat de dialoog tussen mensen met diverse etnische achtergronden centraal. De leden van deze fractie willen van het kabinet weten waarom dit project nodig is en waarom het Europees wordt georganiseerd. Deze leden missen een concrete uitwerking van de wijze waarop aan deze dialoog een permanent karakter kan worden gegeven en vragen het kabinet om daarvan per project voorbeelden te geven. Zij vragen het kabinet tevens wat het project in het geheel kost, of dit in zijn geheel Europees geld betreft en zo neen, hoe groot in dat geval het respectievelijke Europese en Nederlandse deel is.
Ook willen deze leden weten hoeveel geld direct naar de projecten gaat en hoeveel geld gaat naar de overhead bij de verschillende organiserende organisaties.


3. Uitwerking van doelstellingen
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om in te gaan op de rol en de onderlinge verhouding van de organisatoren van het EJID, Kosmopolis en de Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA). Verder vragen deze leden het kabinet of, en zo ja waarom de SICA in een latere instantie is toegevoegd. Ook vragen zij het kabinet naar de onderlinge taakverdeling, de budgetverdeling en de wijze waarop deze organisaties samenwerken.

De leden van de PvdA-fractie vragen het kabinet wanneer de geselecteerde projectvoorstellen door Kosmopolis/SICA in 2008 zijn te verwachten. De leden zijn daarnaast benieuwd naar voorbeelden van de voornemens van de minister van Europese Zaken.
Verder wijzen de leden van deze fractie op de zinsnede dat bij het EJID "verschillende ministeries" zijn betrokken. Deze leden vragen het kabinet welke ministeries er precies bij zijn betrokken en op welke manier.


4. Voorgenomen concrete activiteiten op wijkniveau De leden van de CDA-fractie vragen of het kabinet kan bevestigen dat de geselecteerde projecten niet alleen hoeven neer te slaan in de veertig prachtwijken. De leden vragen tevens of de genoemde projecten op wijkniveau speciaal voor het EJID zijn ontwikkeld, of dat deze later onder deze noemer zijn gebracht. Verder vragen zij het kabinet in hoeverre de dialoog tussen de culturen verplicht in deze projecten is betrokken of louter een bijkomstig voordeel is. Ook vragen de leden of het kabinet een voorbeeld kan geven van een subproject dat aan de voorwaarden van het programma "Ruimte voor Contact" zou kunnen voldoen; het gaat om grote bedragen per subproject.

De leden van de PvdA-fractie vragen het kabinet welke initiatieven in het programma "Ruimte voor Contact" plaatsvinden.

De leden van de SP-fractie zijn positief over de aandacht voor de etnische dialoog op wijkniveau, al hebben zij nog wel een aantal kritische vragen over de invulling daarvan. Zo vragen deze leden het kabinet waaruit de kosten voor de wijkactiviteiten worden betaald: zij willen weten of deze middelen Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 5/10

afkomstig zijn uit de extra rijksgelden die in het kader van de wijkaanpak zijn gegenereerd door de heffing van de integrale vennootschapsbelasting bij de woningcorporaties, of wellicht uit een andere bron.
Verder constateren de leden van deze fractie dat het programma "Eigen Wijze Buurten" in veertig verschillende buurten activiteiten zal ontplooien. Later in de paragraaf wordt ook gesproken over de "veertig wijken". De leden vragen het kabinet of dit de befaamde "prachtwijken" betreft. Zo ja, dan vragen zij het kabinet om aan te geven waarom in dit project juist wordt gekozen voor deze wijken en of er ook geld beschikbaar is voor andere wijken; volgens deze leden moet de dialoog daar immers ook worden gevoerd. Verder wijzen de leden van deze fractie erop dat het Zinaplatform is gericht op de verbetering van de dialoog tussen vrouwen in "aandachts wijken". Deze leden vragen het kabinet waarom specifiek is gekozen voor de dialoog tussen vrouwen en waarom dit relevanter zou zijn in de "aandachts wijken" dan in andere wijken in Nederland, bijvoorbeeld in de wijken die op de longlist staan.
Ook vragen deze leden het kabinet aan welke voorwaarden de uitkomst van het pilotproject in Bos en Lommer in Amsterdam moet voldoen om het ook in de andere 39 wijken uit te voeren. Zij vragen het kabinet verder naar zijn verwachtingen over de uitkomst van alle wijkactiviteiten, naar de concrete doelstellingen en naar de voorwaarden waaraan de projecten concreet moeten voldoen voordat ze als "geslaagd" worden getypeerd.


5. Voorgenomen concrete activiteiten op nationaal en internationaal niveau De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of genoemde projecten op nationaal niveau speciaal voor het EJID zijn ontwikkeld, of later onder deze noemer zijn gebracht. Ook willen zij weten hoe is beslist welke projecten (mede) door de Europese Unie zullen worden gefinancierd.

De leden van de SP-fractie vragen het kabinet om bij alle activiteiten op nationaal niveau per activiteit aan te geven of deze is gericht op een dialoog tussen Europese culturen onderling of ook tussen Europese en niet-Europese culturen. Ook vragen zij het kabinet op welke wijze in deze projecten de groep wordt aangesproken die normaal niet zou deelnemen aan een interculturele dialoog. Voorts vragen de leden van deze fractie het kabinet waarom bij de activiteiten op internationaal niveau de aandacht vooral gaat naar een dialoog met Turkije en Marokko. Tevens vragen zij het kabinet hoe deze dialoog zich vertaalt naar een landelijke en lokale dialoog: zij vragen het kabinet naar de koppeling tussen deze internationale dialoog en de dagelijkse interculturele ontmoetingen op straat in de wijk.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 6/10


6. Lancering
Bij de leden van de CDA-fractie heerst nog verwarring over de wijze waarop het EJID wordt geopend. Deze leden vragen het kabinet of de opening in verschillende steden plaatsvindt onder verschillende noemers, of dat er één officiële plechtigheid en daarbij behorend mediamoment zal komen.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 7/10

II Reactie van de minister


1. Algemeen
In deze brief ga ik, mede namens de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de staatssecretaris voor Europese Zaken , in op vragen van de fracties van CDA, PvdA en SP naar aanleiding van de kamerbrief (kamerstuk 31 268, nr 4) over de Nederlandse invulling van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog (EJID).


2. Nederlandse inzet
De CDA-fractie stelt verschillende vragen over de uitwerking van de doelstelling; de samenhang en spreiding binnen het projecten programma; de betrokkenheid van migrantenorganisaties en meer inzicht in de financiën. De SP fractie wenst ook een beter inzicht in de financiën en vraagt naar de duurzame doorwerking van de dialoog na afloop van het jaar.

Uitwerking doelstelling
De Nederlandse doelstelling voor het Europees jaar van de Interculturele Dialoog (EJID) luidt:

"Het bevorderen van de interculturele dialoog en het actief burgerschap, door interetnische ontmoetingen en activiteiten met een gemeenschappelijk belang van groepen met diverse culturele achtergronden."

Nederland richt zich hiermee nadrukkelijk op de dialoog met migrantengroepen uit herkomstlanden.

Samenhang en spreiding
Rode draad in de programmering vormen activiteiten waarin de interculturele dialoog centraal staat; de kracht van kunst en cultuur wordt ingezet om bekende en minder bekende facetten van culturen zichtbaar te maken.

De gehonoreerde projecten zijn verspreid over het hele land en worden uitgevoerd gedurende het hele jaar. Niet álle projecten zijn speciaal ontwikkeld voor het EJID. De integratieprojecten in het kader van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog bouwen voort op de EigenWijze Buurtprijs die al in
2005 plaatsvond en waarvoor drie wijken waren genomineerd.

Migrantenorganisaties
Bij de integratieprojecten in het kader van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog gaat het om kleinschalige activiteiten in wijken die door autochtonen en migranten worden georganiseerd gericht op het realiseren van een concreet en praktisch gemeenschappelijk doel. Bij deze activiteiten staan burgers dus centraal, en niet zozeer (migranten-)organisaties.

Dit neemt dit niet weg dat de samenwerkingsverbanden van minderheden die toegelaten zijn tot het Landelijk Overleg Minderheden (LOM), vertegenwoordigd waren bij de jurering van cultuurprojecten op nationaal niveau. Ook zijn er contacten tussen het LOM-samenwerkingsverband Landelijk Inspraakorgaan Zuid-Europeanen en de "WijkAlliantie", de organisatie die de integratieprojecten in het kader van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog selecteert, ondersteunt en stimuleert.

Financiën
De Europese Commissie heeft voor het EJID in totaal 10 mln. beschikbaar gesteld. Hiervan wordt 4 miljoen besteed aan een communicatiecampagne. 3 miljoen is bestemd voor de medefinanciering van acties op communautair niveau. Hierbinnen zijn zeven projecten met een Europese schaal geselecteerd, waarvan er twee ook in Nederland te zien zijn. De overige 3 miljoen is bestemd voor de medefinanciering van acties op nationaal niveau. Voor Nederland is uit dit budget een bedrag van
113.000,- beschikbaar voor het uitvoeren van projecten (oproep A).

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 8/10

Naast de twee projecten die mede met EU gelden worden gefinancierd hebben Kosmopolis en de Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA) een tweede oproep (oproep B) voor het indienen van voorstellen gepubliceerd. Kosmopolis heeft voor de financiering van deze projecten 400.000 gereserveerd. Hieruit worden bijdragen tussen de 5.000 en 20.000 beschikbaar gesteld.

Elk ministerie stelt voorts op zijn eigen terrein binnen bestaande kaders financiële middelen beschikbaar. Zo heeft OCW aan Kosmopolis en SICA een bedrag van 237.000 meegegeven om het EJID voor te bereiden. Dit bedrag is bestemd voor co-financiering van de met EU gelden gesteunde projecten en voor de communicatie over het EJID binnen Nederland.

De integratieprojecten in het kader van het EJID worden bekostigd vanuit de middelen die gereserveerd zijn voor het integratiebeleid. Zij worden dus niet gegenereerd door de heffing van de integrale vennootschapsbelasting, of een andere bron.

Duurzame doorwerking
De door het kabinet geformuleerde doelstelling voor het EJID blijft ook in de komende jaren van belang. Enkele van de gepresenteerde projecten zijn dan ook meerjarig van aard. Bij de beoordeling van de projectvoorstellen heeft de jury gelet op duurzaamheid, door na te gaan hoe de betreffende organisaties deze activiteit in de toekomst een vervolg zullen geven. De minister voor WWI zal, afhankelijk van de bereikte resultaten, beslissen over de continuering van de integratieprojecten. Kosmopolis zal de opgedane ervaring en expertise inzetten om de dialoog en ontmoeting tussen verschillende culturen te blijven stimuleren.


3. uitwerking van doelstellingen
De leden van de CDA-fractie en de PvdA-fractie vragen naar de onderlinge verhouding tussen de organisatoren en betrokken ministeries.
De PvdA vraagt voorts naar inzicht in de geselecteerde projectvoorstellen en de activiteiten van de staatssecretaris voor Europese Zaken in het kader van EJID.

organisatie
De ministeries van OCW, BZ en WWI werken samen om de door het kabinet geformuleerde doelstelling voor EJID te realiseren. Zij hebben Kosmopolis en SICA opdracht gegeven om het jaar vorm te geven. Kosmopolis en SICA werken samen in opdracht van, maar niet namens, de drie genoemde ministeries.

projecten
Er zijn 2 oproepen verspreid: Oproep A, op basis waarvan 2 theaterproducties op nationale schaal zijn gehonoreerd, en oproep B voor kleinschaliger activiteiten, verspreid over het hele land, waarvan 25 zijn gehonoreerd. De voorstellen die binnenkwamen op beide oproepen zijn door een jury van deskundigen uit diverse sectoren beoordeeld.

De voorstellen op basis van oproep B zijn beoordeeld op de mate waarin de activiteiten op duurzame wijze bijdragen aan vernieuwing en verdieping van de interculturele dialoog. Ook werd rekening gehouden met aandacht voor jongeren (een Europese prioriteit), spreiding over het land en aanwezigheid van een Europese dimensie.
De gehonoreerde voorstellen zijn allemaal terug te vinden op www.intercultureledialoog2008.nl

staatssecretaris voor Europese Zaken
In januari jl. heeft de staatssecretaris voor Europese Zaken een bezoek aan Turkije gebracht, waar hij een ontmoeting in Istanbul had met vertegenwoordigers van het culturele veld. Het thema interculturele dialoog kwam daar uitgebreid aan bod. Verder worden de mogelijkheden bezien voor een reis van de staatssecretaris naar Marokko dit najaar. Tijdens dit voorgenomen bezoek zal bij de verschillende gesprekken interculturele dialoog een belangrijke plaats innemen.

De ambassadeur voor culturele samenwerking heeft namens de staatssecretaris voor Europese Zaken deelgenomen aan de conferentie in Slovenië, getiteld: New Paradigms, New Models ­ Culture in the EU Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 9/10

External relations. Deze conferentie stond mede in het licht van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog.
In het kader van het Franse EU voorzitterschap tijdens de 2e helft van 2008 zal speciale aandacht besteed worden aan interculturele dialoog bij het saison culturelle Européenne. De staatssecretaris is gevraagd als keynote speaker optreden tijdens de Etats Généraux de Plurilinguisme op de Sorbonne eind september.


4. voorgenomen concrete activiteiten op wijkniveau De leden van CDA en PvdA-fractie vragen een nadere toelichting op het "Ruimte voor Contact" programma. Het CDA vraagt zich ook af in hoeverre de dialoog tussen culturen in deze projecten verplicht is.
De SP-fractie vraagt nadere toelichting op de programma's "EigenWijze Buurten" en Zinaplatform. ook informeert de SP-fractie naar de voorwaarden waar het pilotproject Bos en Lommer aan moet voldoen om het ook in andere wijken uit te kunnen voeren.

Doel van de integratieprojecten in het kader van het EJID is het stimuleren van de dialoog tussen migranten en autochtonen door de uitvoering van gezamenlijke activiteiten van autochtonen en migranten op wijk- en portiekniveau. Deze activiteiten zijn gericht op het realiseren van een concreet en kleinschalig doel.

Bij de integratieprojecten in het kader van het EJID nemen burgers zelf initiatief voor het organiseren van kleinschalige en goedkope (tot een maximum van 500 per project) activiteiten in de buurt. Het gaat niet om de activiteit op zich, maar om het onderliggende proces waarbij burgers samen de handen uit mouwen steken en investeren in een gemeenschappelijk doel. Dit maakt dat burgers niet zozeer naar onderlinge verschillen kijken, maar gebruik maken van elkaars talenten.

"WijkAlliantie" is verantwoordelijk voor de selectie van deze kleinschalige initiatieven. Deze organisatie past de voorwaarden en spelregels toe door te selecteren op originaliteit, haalbaarheid en draagvlak binnen de buurt. Gedurende de uitvoeringsfase stimuleert en ondersteunt "Wijkalliantie" de geselecteerde initiatieven en ontvangt ten slotte de verantwoording over het besteedde bedrag.

Ruimte voor Contact
Voor wijkinitiatieven tussen minimaal 50.000 en 100.000 is er het programma "Ruimte voor contact". Hiermee ondersteunt de minister voor Wonen, Wijken en Integratie lokale initiatieven voor ontmoeting en contact in multifunctionele wijk- en buurtaccommodaties.

Eigen Wijze Buurten
Het programma `Eigen Wijze Buurten' is er niet alleen voor de veertig prachtwijken. Welke wijken er precies mee gaan doen, is pas na de aanmeldperiode van 1 juni 2008 duidelijk.

Zinaplatform
Het Zinaplatform is met het initiatief gekomen om in de aandachtswijken een project uit te voeren, gericht op de versterking van en het contact tussen vrouwen in de wijk. Meerdere partijen zijn bereid gevonden om het initiatief van het Zinaplatform te ondersteunen. Met dit project levert het Zinaplatform zowel een bijdrage aan het versterken van de emancipatie van niet-Westerse vrouwen als aan het verbeteren van de problemen in aandachtswijken. Het Zinaplatform betrekt zowel Westerse als niet-Westerse vrouwen bij hun projecten en levert daarmee een bijdrage aan de interculturele dialoog in de wijk.

Het succes van de eerste pilot, de flexibiliteit van het programma, het enthousiasme van de deelnemers en theatermaaksters zijn belangrijke voorwaarden voor het slagen van het project. Het traject is zeer intensief en, hoewel in meerdere wijken mogelijk, niet voor elke wijk geschikt. Een bepaalde mix van nationaliteiten is noodzakelijk voor het tot stand brengen van de interculturele dialoog op wijkniveau. Een vervolg in andere aandachtswijken is ook afhankelijk van de vraag vanuit gemeenten. De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie hoopt dat (deel) gemeenten en andere Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 10/10

partijen in de aandachtswijken projecten van het Zinaplatform of vergelijkbare projecten toejuichen, want zij versterken de integratie en emancipatie van nieuwe wijkbewoners.


5. voorgenomen activiteiten op nationaal en internationaal niveau De CDA-fractie vraagt naar de herkomst en beoordeling van genoemde projecten. De leden van de SP fractie vragen zich af of er ook sprake is van dialoog met niet-Europese culturen; of ook groepen worden aangesproken die normaal niet zouden deelnemen aan interculturele dialoog; of er sprake is van een koppeling tussen internationale dialoog en de dagelijkse interculturele ontmoetingen op straat en in de wijk. Tenslotte vraagt de SP fractie zich af waarom de aandacht vooral uitgaat naar een dialoog met Turkije en Marokko.

Herkomst en beoordeling projecten
De op basis van oproep A en B gehonoreerde projecten zijn nieuw. In enkele gevallen gaat het om een bestaand evenement, waar een nieuwe activiteit in het kader van dit jaar voor de interculturele dialoog aan is toegevoegd.

De projecten uit oproep A zijn voor een deel gefinancierd door de Europese Unie (met een bedrag van
113.000 euro). De twee projecten die voortkwamen uit oproep A zijn beoordeeld op basis van de (strikte) Europese criteria die hieraan gesteld werden.

Interculturele dialoog
Nederland stelt de dialoog tussen migranten en autochtonen in Nederland centraal. Hierbij is grote aandacht voor de relatie met de Nederlandse herkomstlanden van grote groepen Nederlanders, zoals Turkije, Marokko, Suriname en de Nederlandse Antillen. Daarnaast spreekt Nederland in Europees verband met verschillende landen over culturele verschillen en migratie. Dit draagt bij aan het vinden van gezamenlijke oplossingen en de uitwisseling van kennis.

Nederland kiest met oproep B bewust voor het financieren van kleinschaliger activiteiten, in samenwerking met organisaties die mensen direct bereiken, zoals scholen, welzijninstellingen en minderheidsorganisaties. Burgers kunnen de positieve effecten van de activiteiten met eigen ogen zien: hun buurt leeft bijvoorbeeld op door een theaterstuk waaraan verschillende bewoners deelnemen.

Veel lokale activiteiten hebben een directe internationale dimensie, bijvoorbeeld doordat in een digitaal project contact gelegd wordt met een school in een ander land. De activiteiten nodigen mensen uit om op een andere wijze te luisteren naar de ander en meer te laten zien van zichzelf. De dialoog ín het buitenland komt bij ons terug doordat we hier via de activiteiten door direct contact kunnen tonen wat elders speelt. Zo maken in het kader van het Europese project Alter Ego jongeren uit heel Europa een serie korte films. Kosmopolis heeft er voor gezorgd dat Suriname, Turkije, Marokko en de Nederlandse Antillen ook deelnemen in workshops ter plaatse. De beelden van de jongeren worden vertoond op het Alter Ego Festival later dit jaar en op MTV.

Turkije en Marokko
Hoewel specifieke aandacht uitgaat naar de voor Nederland belangrijke herkomstlanden Turkije en Marokko, komen andere migratielanden, zoals Suriname en de Nederlandse Antillen ook aan bod. Daarnaast is er culturele uitwisseling met landen in het Midden Oosten.


6. lancering
Het is de CDA-fractie niet duidelijk hoe de lancering van EJID gestalte krijgt.

Kosmopolis organiseerde op 27 februari 2008 de lancering in Den Haag. In het Paard van Troje werden verschillende projecten voorgesteld waaraan de Haagse Scholengemeenschap Zuid West heeft meegewerkt.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl