ChristenUnie


Wetenschappelijk Instituut


ND: "Debat over religie is politiek geworden"

zaterdag 31 mei 2008 11:49 "Door het ontbreken van religieuze instituten, zoals een staatskerk of levensbeschouwelijke opinieleiders, is het Nederland religiedebat in een politieke sfeer beland. Dat is een ,,beklagenswaardig en ironisch gevolg van de verregaande secularisatie''.Dat zei prof. dr. James Kennedy gisteravond in de jaarlijkse Groen van Prinstererlezing van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie." Lees hier het ND-verslag.

De Nederlandse politiek is steeds meer ,,religieus geïnspireerd geraakt'', aldus Kennedy. De historicus stelt vast dat religieuze en politieke zaken in Nederland een beetje door elkaar zijn gaan lopen. Zo werd de 'Staphorster variant' een feit door de regeringsdeelname van de ChristenUnie. Anderzijds ontpopten Kamerleden als Hirsi Ali en Wilders zich als theologen met hun uitspraken over de ware aard van de islam.

Volgens Kennedy moet de politiek haar best doen zich niet te bemoeien met het religieuze leven van andersdenkenden. Staten en politici hebben wel vaak die neiging. Kennedy riep de politici van de ChristenUnie op geen oordeel te vellen over de inhoud van de islam. Hij hoopt op een terugkeer van het besef dat ,,uitspraken over de essentie en aard van andere godsdiensten niet behoren tot het takenpakket van politici''.

Christenen daarentegen hebben wel een taak zich te mengen in het publieke debat. Volgens Kennedy kan het meedoen van christenen aan het debat over de filosofische en religieuze grondslagen van de samenleving eraan bijdragen dat de grens tussen religie en politiek weer beter in acht wordt genomen. Dat wil zeggen dat de politiek zich niet langer bemoeit met de inhoud van het geloof en de levensovertuigingen van haar burgers.

Agressie
In zijn lezing brak Kennedy een lans voor het begrip 'civility' (respect/beleefdheid) in het politieke spreken. Ondanks fundamentele verschillen van opvatting is het mogelijk, juist bij christenen, de gesprekspartner te erkennen en samen te streven naar het algemeen belang. 'Civility' functioneert dan als een ,,rem op de eigen overtuiging''. Die benadering staat haaks op de momenteel gangbare agressieve uitingen, vooral via internetfora.

Beleefd en respectvol met elkaar omgaan kan gedijen in een klimaat waarin partijen niet hun gelijk halen bij de rechter. In het huidige maatschappelijke klimaat ziet Kennedy het tegendeel.

Legerscharen
Het ongeremde beroep op de vrijheid van meningsuiting en de antidiscriminatiebepalingen van artikel 1 grondwet heeft een negatieve uitwerking op de kwaliteit van het debat in Nederland. ,,In een ongedisciplineerde publieke sfeer gooit artikel 1 eigenlijk alleen olie op het vuur. Het ontketent legerscharen die zich gekwetst voelen en hun gram willen halen bij de rechter. Maar het ondermijnt het overheidsgezag, omdat de keus om iemand wel of niet te vervolgen om discriminerende uitlatingen nu de verantwoordelijkheid is van de overheid, die in deze gevallen altijd van partijdigheid of willekeur zal worden beschuldigd.''

Kennedy verwijst in dit verband naar de recente aanhouding van cartoonist Gregorius Nekschot. Overheidsoptreden tegen zo iemand of een radicale imam werkt in de praktijk averechts omdat het daarmee de vrijheid van minderheidsgroeperingen probeert in te perken. De historicus doet de overheid dan ook de suggestie die verantwoordelijkheid naast zich neer te leggen. Tegelijk wordt dan de last voor de samenleving hoger. Deelnemers aan het publieke debat moeten zichzelf bedwingen, het goede voorbeeld geven en anderen op hun uitlatingen aanspreken.