Radboud Universiteit Nijmegen


Nijmegen start nationaal project voor verbetering welzijn proefdieren

Datum bericht: 4 juni 2008

Is een voorgenomen dierproef echt noodzakelijk? En zo ja, kan het met minder dieren? En op een manier die minder belastend is voor de dieren? Het is de verantwoordelijkheid van onderzoekers om uitputtend te zoeken naar alternatieven. In de praktijk is dat niet eenvoudig. De Radboud Universiteit werkt aan een methode om dat te verbeteren, met subsidie van ZonMw.

Volgens de Wet op de dierproeven is het verboden om een dierproef te doen voor een doel dat ook anders kan worden bereikt. Het is de verantwoordelijkheid van onderzoekers om uitputtend te zoeken naar alternatieven. Driekwart van de onderzoekers die met dierproeven werken, heeft behoefte aan beter toegankelijke informatie over alternatieven voor die dierproeven, en 20 procent is niet bekend met de begrippen Replacement, Reduction and Refinement, de 3 R's (vervanging, vermindering en verfijning). Dat bleek in 2006 uit onderzoek van Merel Ritskes-Hoitinga, hoogleraar Proefdierkunde. Hierop werd in Nijmegen het 3R Research Centre (www.umcn.nl/3rrc) opgericht, als onderdeel van het Centraal Dierenlaboratorium van de Radboud Universiteit. Het centrum heeft als voornaamste doel onderzoekers actief te ondersteunen bij het vinden en toepassen van de 3 R's in hun onderzoek.

'We zijn direct gestart met het inventariseren en ontsluiten van proefdierkundige literatuur,' zegt dr. ir. Bart Savenije, coördinator van het Nijmeegse 3R Research Centre. Hij is ook projectleider van het nieuwe nationale onderzoek naar de informatiebehoefte van proefdieronderzoekers dat nu van start gaat. Voor dit project heeft ZonMw 87.600 euro subsidie toegewezen. In 2009 moet dit leiden tot aanbevelingen. 'Als je alle kennis deelt en gebruikt, zijn er minder proefdieren nodig, en als een dierexperiment tóch nodig is, kan het met meer welzijn voor de dieren.'

Wat zijn de problemen die onderzoekers tegenkomen? 'Het zoeken naar informatie blijkt niet eenvoudig', aldus Savenije. 'Gegevens zijn verspreid over wel honderd databases met literatuur. Ze zijn vaak slecht geïndexeerd. De wetenschappelijke kwaliteit is wisselend en niet gedocumenteerd. Daarnaast is veel informatie niet gedigitaliseerd maar opgeslagen in boeken, rapporten, audiovisuele materialen en als ervaringskennis bij personen aanwezig. Daarnaast zijn de onderzoekers zelf ook niet voldoende getraind in het efficiënt en effectief gebruiken van zoekstrategieën. Hierdoor wordt veel 3R-informatie niet gevonden en dus ook niet toegepast.'

Savenije gaat bekijken hoe onderzoekers, proefdierdeskundigen en leden vandierexperimentencommissies zoeken naar manieren om dierproeven te vervangen, te verminderen en te verfijnen. Niet alleen binnen Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstituten, maar ook bij de industrie. Gekeken wordt naar het type onderzoeksvragen, het onderzoeksplan, de selectie van bronnen, zoekstrategie, praktische uitvoering, de zoekresultaten, verslaglegging en de toepassing van de gevonden 3R-alternatieven in het onderzoek.

'We willen er ook achter komen welk informatie-aanbod onderzoekers zelf handig vinden. Wanneer zijn ze tevreden met hun zoektocht en het gevonden alternatief? En wat motiveert hen om de 3 R's toe te passen? Zijn ze bereid om deze informatie te delen? En hoe kan dat zonder concurrentiegevoelige informatie vrij te geven?'

Eind 2009 presenteert het team van Bart Savenije de antwoorden op deze vragen. 'We hebben dan overzicht over de verschillende werkwijzen in Nederland. Het rapport zal mogelijkheden bieden tot uitwisseling, aanvulling en harmonisatie. Het zoeken naar methoden voor Replacement, Reduction and Refinement zal verbeteren, waardoor het welzijn van proefdieren verbetert en de kwaliteit van het onderzoek bevorderd wordt.'

Wetenschapsredactie Radboud Universiteit Nijmegen
De link voor de media
(024) 361 60 00
wetenschapsredactie@communicatie.ru.nl