Radboud Universiteit Nijmegen


Een halve eeuw Nachtschade

Vanavond moussaka! Lekkere laagjes nachtschade. Eh, pardon: aardappel en aubergine met een tomaatje erbij. De vruchten en knollen van de Solanaceae (Nachtschadefamilie) staan wereldwijd op het menu. Eén van de redenen om bijzonder zuinig te zijn op de genetische diversiteit van de familie, die ook sierplanten en medicinale planten omvat. In Nijmegen is in de afgelopen jaar 's werelds grootste collectie wilde, niet-knolvormende nachtschade samengebracht. 12 juni viert de verzameling haar vijftigste verjaardag met een wetenschappelijk symposium.

Deze Juanulloa aurantiaca zou bij opkomende oranjegekte niet misstaan bij de bloemist

De Nijmeegse plantenverzameling bestaat uit 3145 niet-knoldragende Solanaceae verspreid over 58 genera. De nadruk ligt op het geslacht Solanum. Naast de collectie is er een genenbank, herbarium, diacollectie en een verzameling literatuur beschikbaar. Alle informatie over de collectie is toegankelijk via internet.

Vijftig jaar geleden is het verzamelen begonnen en dat gaat door tot op de dag van vandaag. In de verzameling zitten verschillende rode-lijstsoorten en soorten die in het wild al zijn uitgestorven.

De zaden van de Datura discolor

Vrucht van een Solandra-soort

Eens in de zoveel jaar mogen de zaden uit de verzameling uitgroeien tot planten, bloeien en vruchtdragen. Zo blijft de collectie vitaal. Het is een heel gepuzzel om te zorgen dat er niet ongemerkt kruisingen ontstaan.

Het spectaculaire, gestekelde blad van een Solanum

Datura ferox in herbarium

Gedroogde, bontbladige Datura stramonium met een mutatie door herbicide. Geen soort maar een fenotypische variatie

Veel taxonomen kennen planten alleen van dergelijke herbariumvellen. In Nijmegen zijn de soorten afwisselend levend te bekijken. De collectie kreeg veel materiaal van andere universiteiten. Deze Datura ferox (3) komt bijvoorbeeld uit Birmingham.

Onderzoek
Tabak, tomaat en petunia zijn alle drie Solanaceae die bekend zijn als modelsysteem voor biologisch onderzoek. In Nijmegen worden ze veel gebruikt. De verzameling Solanaceae was lange tijd iets dat erbij werd gedaan. Maar verzamelen om het verzamelen is uit de tijd. Vanaf 1998 is onderzoek op basis van de collectie steeds belangrijker geworden. Zo participeerde Nijmegen in de EU-projecten op het terrein van biodiversiteit. Vorig jaar leverde dat de collectie het eerste proefschrift op: over Afrikaanse zwarte nachtschaden.

Momenteel loopt - onder de vlag van het Nederlandse Genomics Initiatief - een onderzoek naar Solanum dulcamara - bitterzoet. Deze plant zit genetisch tussen aardappel en tomaat, komt in het wild wijdverbreid voor en is gastheer voor aardappelziekte en bruinrot. De plant is zelfs behoorlijk resistent tegen deze oogst-vernietigende ziektes. Het onderzoek richt zich op de identificatie van de resistentie-genen. Kortgeleden startte een onderzoek in samenwerking met Indonesië waarin de daar voorkomende (wilde) aubergines centraal staan. In Indonesië wordt materiaal verzameld voor de collectie, in Nederland wordt dat verder onderzocht. Ook hier is het ontdekken van genen voor ziekteresistentie een belangrijk punt.

De bloemtros van een Solanum phyllanthum.

Aan voedselgewassen verwante wilde soorten kunnen een bron van besmetting zijn met vernietigende ziektes - maar óók een bron van genetisch materiaal om resistentie tegen die ziektes in te kweken.

Internationale erkenning De Nijmeegse nachtschadeverzameling is onlangs, eind mei 2008, opgenomen in het Multilaterale Systeem van Toegang en Opbrengstdeling. Dit systeem maakt deel uit van het Internationaal Verdrag inzake Plantaardige Genetische Bronnen voor Voedsel en Landbouw. Binnen dit verdrag zijn 64 belangrijke voedsel- en voedergewassen geselecteerd om opgenomen te worden, waaronder dus ook de nachtschaden. In het verdrag is een aantal bepalingen vastgelegd die in de toekomst het behoud en verantwoord gebruik van de collectie garanderen. Ook de collecties van het Centrum voor Genetische Bronnen (CGN) in Wageningen en de appelcollecties van de Pomologische Vereniging Noord-Holland en de Stichting Fruithof Frederiksoord zijn in mei in het Multilaterale Systeem van Toegang en Opbrengstdeling opgenomen.

Voor meer informatie en voor afspraken voor een bezoek neemt u contact op met de beheerder van de collectie, Gerard van der Weerden, van de afdeling Proeftuin en Kassen van het Institute of Water and Wetland Research, Radboud Universiteit Nijmegen.

Wetenschapsredactie Radboud Universiteit Nijmegen
De link voor de media
(024) 361 60 00
wetenschapsredactie@communicatie.ru.nl