Persbericht
Datum 5 juni 2008
Kenmerk 092
Woningbouw voor studenten loopt achter
Nieuwbouw huurwoningen op schema
De gemeente Amsterdam en de Amsterdamse corporaties stellen vast dat na één
jaar `Bouwen aan de Stad' er op verschillende onderdelen sprake is van goede
voortgang, zoals de bouw van sociale huurwoningen, maar dat er zorgen zijn over
de productie van voldoende grote woningen en studentenwoningen in de stad. Dat
bleek op een conferentie in Pakhuis de Zwijger op dinsdagavond 3 juni. Bouwen
aan de Stad werd in november 2006 gesloten, een serie afspraken over
nieuwbouwproductie, verkoop en aanbod van goedkope huurwoningen tot 2011.
De resultaten zijn positief als het gaat om de voorgenomen productie van sociale
huurwoningen tot en met 2010. De inzet van de corporaties voor het middensegment ligt
zelfs hoger dan is overeengekomen in Bouwen aan de Stad. De gemeente heeft wel
zorgen over de voortgang van de bouw van grote woningen. Er zijn 1.500 nieuwe grote
woningen in vier jaar afgesproken, de teller dreigt te blijven steken op ruim 1.200. Ook de
bouw van studentenhuisvesting blijft vooralsnog achter bij de verwachtingen. De
corporaties doen een uiterste inspanning om de ontbrekende grote woningen alsnog te
gaan bouwen en de mogelijkheden te onderzoeken ook voor studentenhuisvesting meer
te bouwen. Dit werd duidelijk op een bestuurdersconferentie met de verantwoordelijke
wethouders Herrema en Van Poelgeest, corporatiedirecteuren, portefeuillehouders uit de
stadsdelen en vertegenwoordigers van de Huurdersvereniging Amsterdam.
Nieuwbouw 2007 2010
In Bouwen aan de Stad is als doelstelling geformuleerd dat tussen 2007 en 2011 6.500
sociale huurwoningen en 1.600 middensegmentwoningen gebouwd zouden worden. De
corporaties zetten veel hoger in: 22.667 woningen bouwen, waarvan 8.409 sociale
huurwoningen en 6.500 middensegmentwoningen. De productiecijfers over 2006 en 2007
zijn redelijk goed, maar er zijn in 2008 nog te weinig nieuwe plannen in aanbouw
genomen. Afgaand op het totale planaanbod verwachten gemeente en woningcorporaties
wel dat een inhaalslag mogelijk is.
De doelstelling van 1.500 zorgwoningen wordt net niet gehaald (inzet van de corporaties
is nu 1.490 woningen). Daarnaast zetten de corporaties in op de bouw van 1.208 grote
sociale huurwoningen en 420 studentenwoningen. Die aantallen liggen onder de
nagestreefde aantallen van respectievelijk 1.500 en 1.000. Met name bij grote woningen
en studentenwoningen is dus extra inzet nodig.
Corporaties gaan ook werk maken van sociale koop voor het (lagere) middensegment.
Partijen ramen dat tussen 2007 en 2011 zo'n 500 woningen `onder voorwaarden' worden
verkocht. (De klant kan de woning dan met korting kopen. Indien de klant de woning wil
doorverkopen, koopt de corporatie de woning terug. De winst wordt gedeeld tussen
corporatie en klant). Sommige corporaties hebben al concrete projecten in voorbereiding.
Voordat die kunnen starten, zal de gemeente eerst enkele knelpunten rond erfpacht
moeten oplossen. De gemeente heeft toegezegd dit te zullen doen.
Aanbiedingsafspraken
De aanbiedingsafspraken liggen behoorlijk goed op schema. De garantie dat jaarlijks
8.500 huurwoningen beschikbaar komen voor mensen met een inkomen tot de
voormalige ziekenfondsgrens wordt waarschijnlijk gerealiseerd. Voor het eerste jaar,
2007, worden over het totaal van de drie marktgebieden waarin Amsterdam is opgedeeld
de afgesproken percentages behaald. 66% (afspraak was 65% in vier jaar) werd
toegewezen aan de laagste inkomens (de primaire doelgroep) en 86% (afspraak: 85% in
vier jaar) aan de groep tot de voormalige ziekenfondsgrens. Van de drie marktgebieden
afzonderlijk worden de percentages gehaald in gebied 2 en gebied 3. In gebied 1 blijven
de percentages steken op respectievelijk 61% en 84%. Inzet is nu dat door labeling voor
lagere inkomensgroepen over een periode van vier jaar het afgesproken percentage ook
in gebied 1 zal worden gehaald. Tot nu toe was labeling nog slechts op beperkte schaal
mogelijk.
Met Bouwen aan de Stad zijn er voor het eerst aanbiedingsafspraken tussen gemeente
en corporaties gemaakt. Deze afspraken zijn in plaats van `kernvoorraadafspraken'
gekomen. Die kernvoorraadafspraken hielden in dat ieder stadsdeel minimaal 25 %
goedkope huurwoningen (maximale huur 520) moest hebben. De omvang van de
kernvoorraad zegt weinig over de beschikbaarheid van die woningen. Voor de
woningzoekende is het een grote verbetering dat er nu aanbiedingsafspraken zijn.
Verkoop Sociale Huurwoningen
Het ziet er naar uit dat de corporaties minder huurwoningen verkopen dan het maximum
van 15.000 dat was toegestaan, namelijk 11.500 in vijf jaar tijd. In 2007 was 93 procent
van de verkochte woningen bereikbaar voor de middeninkomens en 73 % voor de lagere
middeninkomens.
Pb-092
Gemeente Amsterdam