Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van OCW
t.a.v. mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart
Postbus 16375,
2500 BJ DEN HAAG
Doorkiesnummer uw kenmerk bijlage(n)
(070) 373 8618 13
Onderwerp ons kenmerk datum
regionalisering leerplichtfunctie BAOZW/4200701767
Geachte mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart,
Hierbij treft u ons advies ten aanzien van regionalisering van de leerplicht. U hebt aan ons de volgende
vragen gesteld:
1. Hoe kijken gemeenten naar regionalisering van de leerplicht en de RMC-functie?
2. Welke voor- en nadelen zijn af te wegen bij een eventueel besluit over regionalisering?
3. Het betrekken van de relatie met de Centra voor Jeugd en Gezin en de Zorg- en Adviesteams.
Een aandachtspunt is hoe de aanpalende functies goed in (regionale) samenhang kunnen worden
uitgevoerd, zonder dat dit moet leiden tot één organisatiemodel. Voor het advies is contact geweest
met 15 kleine en middelgrote gemeenten. De G4 en de G27 hebben te kennen gegeven voor
regionalisering van de leerplichtfunctie te zijn. Verder is er gebruik gemaakt van onderzoeken van het
ministerie van OCW en Ingrado over uitvoering van de leerplicht en regionalisering. Het advies is
besproken met Ingrado.
Kort samengevat komt het advies neer op de volgende punten:
- Regionalisering van de leerplichtfunctie draagt bij aan de kwaliteit van de uitvoering van de
leerplichtfunctie
Uit onderzoeken van Ingrado en uit contacten met regionale bureau's RMC-leerplicht blijkt dat
regionalisering loont. De kwaliteit en capaciteit van de leerplichtfunctie gaat omhoog, er wordt meer
pro-actief beleid gevoerd, er komt een betere afstemming tussen de leerplicht- en de RMC-functie,
gemeenten zijn een betere gesprekspartner voor regionale partijen, de registratie wordt verbeterd en
tenslotte is er nog maar één loket voor scholen. De voor- en nadelen hebben alleen betrekking op de
vergaande vormen van samenwerking zoals een intergemeentelijk bureau leerplicht/RMC of een
leerplichtwinkel.
- Het draagvlak voor regionalisering bij gemeenten is groot, vooral bij kleine en grote
gemeenten.
Kleine gemeenten zien veel voordelen in regionalisering omdat zij vaak onvoldoende capaciteit hebben
om de leerplichtfunctie goed te vervullen. Middelgrote gemeenten hebben de minste voordelen bij
regionalisering. Zij hebben de leerplichtfunctie vaak wel op orde en zijn bang dat hun eigen specifieke
aanpak niet meer mogelijk is door regionalisering. Grote gemeenten zijn uiteraard een regio op zich.
- Regionalisering moet vanuit de gemeenten zelf komen.
Het draagvlak om te regionaliseren is groot. Bijna alle gemeenten zijn wel bezig met een vorm van
regionalisering. Voor gemeenten is het belangrijk dat zij de reikwijdte bepalen van de regio. Met welke
gemeenten kan gezien de arbeidsmarkt, de jeugdzorg en de onderwijsinstellingen het beste worden
geregionaliseerd? Niet elke gemeente wil regionaliseren met de RMC-regio.
- Regionalisering van de leerplichtfunctie moet vanuit het Rijk gestimuleerd worden.
Regionalisering moet vanuit de gemeenten komen. Het Rijk zal echter de voorwaarden moeten
creëren om dit mogelijk te maken. Door onvoldoende capaciteit, expertise, of tegenstrijdige landelijke
regels, komt regionalisering moeilijk of niet tot stand. Het Rijk zou daarom regionalisering moeten
stimuleren. De VNG kan hierover een vervolgadvies geven.
- Er is bij gemeenten behoefte aan begeleiding bij regionalisering van de leerplicht.
Gemeenten hebben behoefte aan begeleiding bij het regionaliseringproces. De aanstelling van de
kwartiermaker Regionalisering bij Ingrado zou verlengd moeten worden.
- Een goede uitvoering van de leerplichtfunctie en registratie van verzuim en VSV is een
voorwaarde voor regionalisering.
Regionalisering is geen oplossing voor een slechte uitvoering van de leerplichtfunctie. Naast
regionalisering dienen ook andere instrumenten ingezet worden om de leerplichtfunctie te verbeteren
bijvoorbeeld de ontwikkeling van een digitaal loket voor voortijdig schoolverlaten bij de Informatie
Beheer Groep.
- Regionalisering afstemmen met andere ontwikkelingen zoals regionalisering arbeidsmarkt,
Centra voor Jeugd en Gezin en ZAT's
De regionalisering van de leerplicht functie moet afgestemd worden op andere ontwikkelingen zoals
regionalisering arbeidsmarkt, Centra voor Jeugd en Gezin en ZAT's. Ook kan er gekeken worden naar
de reikwijdte van andere regionale organisaties zoals de GGD, AMW, de onderwijsinstellingen en het
CWI. Gemeenten moeten hierin zelf kunnen bepalen welke organisaties voor leerplicht lokaal het
meest van belang kunnen zijn.
Hierbij treft u het uitgebreide advies zoals deze is besproken in onze commissie OZW. Wij nemen aan
dat u met dit advies een goed beeld heeft van het draagvlak bij gemeente voor regionalisering van de
leerplichtfunctie. Tot slot zouden wij graag betrokken willen worden bij het definitieve voorstel over de
sluitende keten voor de lokale aanpak van verzuim en schooluitval.
Hoogachtend,
Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
Dr. W. Kuiper,
lid directieraad
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 02/13
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 03/13
Regionalisering van de leerplichtfunctie
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 04/13
Regionalisering van de leerplichtfunctie.............................................................................................6
1. Aanleiding ..........................................................................................................................................6
2. VNG-kaders........................................................................................................................................6
3. De huidige stand van zaken leerplichtfunctie................................................................................7
4.1 Soorten van regionalisering...........................................................................................................7
4.2 De voordelen van regionale uitvoering van de leerplichtfunctie ...............................................8
4.3 Voorwaarden om succesvol te regionaliseren.............................................................................8
5. Draagvlak bij gemeenten. ...............................................................................................................10
6. Ontwikkelingen op andere beleidsterreinen m.b.t. regionalisering leerplicht...........................11
7. Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................................12
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 05/13
Regionalisering van de leerplichtfunctie
1. Aanleiding
Het Ministerie van OCW wil stimuleren dat gemeenten de leerplichtfunctie regionaliseren. Het
Ministerie van OCW heeft daartoe Ingrado, de vereniging voor leerplichtambtenaren en RMC-
functionarissen, subsidie verleent voor de aanstelling van een "kwartiermaker regionalisering". De VNG
vindt het belangrijk dat de discussie over regionalisering van de leerplicht breed wordt gevoerd. Het
Ministerie van OCW heeft aan de VNG advies gevraagd over regionalisering van de leerplichtfunctie.
Hierbij zijn de volgende vragen van belang:
1. Hoe kijken gemeenten naar regionalisering van de leerplicht en de rmc-functie?
2. Welke voor- en nadelen zijn af te wegen bij een eventueel besluit over regionalisering?
3. Het betrekken van de relatie met de Centra voor Jeugd en Gezin en de Zorg- en Adviesteams.
Aandachtspunt hierbij is hoe de aanpalende functies goed in (regionale) samenhang kunnen worden
uitgevoerd, zonder dat dit moet leiden tot één organisatiemodel.
Voor deze notitie is contact geweest met enkele kleine en middelgrote gemeenten. De G4 en de G27
hebben te kennen gegeven voor regionalisering van de leerplichtfunctie te zijn. Verder is er gebruik
gemaakt van onderzoeken van het ministerie van OCW en Ingrado over uitvoering van de leerplicht en
regionalisering. Omdat Ingrado betrokken dient te worden in het advies is de notitie besproken in de
bestuursvergadering van Ingrado. De opmerkingen van de bestuursleden zijn verwerkt in deze notitie.
Het advies van de VNG is een onderdeel van een integraal voorstel van het Ministerie van OCW over
de sluitende keten voor de lokale aanpak van verzuim en schooluitval. Naast het advies van de VNG
zal hierin het onderzoek "handhaving leerplichtwet en RMC" van Regioplan en de onderzoeken van ITJ
betrokken worden. In het ITJ (Integraal Toezicht Jeugdzaken) werken vijf inspecties samen: de
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), Inspectie van het Onderwijs (IvhO), Inspectie jeugdzorg
(IJZ), Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) en Inspectie Werk en Inkomen (IWI).
2. VNG-kaders
Belangrijke kaders zijn het bestuursakkoord met het Rijk "Samen aan de slag" en het rapport "De
eerste overheid" van de VNG-commissie Grondwet en Gemeentewet onder leiding van Jozias van
Aartsen. In beide notities wordt gesteld dat decentralisatie van taken moet worden gestimuleerd: "De
gemeente de eerste uitkijkpost is van de overheid. (...) Gemeenten staan dichter bij de bevolking:
daarmee krijgt de overheid weer een gezicht voor mensen". Een taak als de leerplichtfunctie is daarom
ook een verantwoordelijkheid van de gemeente. Tegelijkertijd wordt zowel in het bestuursakkoord als
in het rapport erkend dat gemeenten niet altijd de bestuurskracht bezitten om de vele taken die naar
hun toekomen te verwerken. Gemeenten moeten bestuurskracht hebben om hun taken goed te
kunnen uitvoeren. In het bestuursakkoord staat:
"De komende kabinetsperiode zal geïnvesteerd worden in het versterken van de bestuurskracht van
gemeenten.
- Gemeenten krijgen daarbij de instrumenten die zij nodig hebben, door decentralisatie en het
verruimen van de beleidsvrijheid.
- Gemeenten werken actief aan het vergroten van hun slagvaardigheid en kwaliteit bijvoorbeeld door
benchmarking, samenwerking met andere gemeenten en herindelingen.
- Gemeenten krijgen de tijd en ruimte zicht te concentreren op het behalen van maatschappelijke
resultaten door een rijksoverheid die zijn uiterste best doet het bestuurlijk eenvoudig te houden en
actief bestuurlijk drukte te bestrijden."
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 06/13
3. De huidige stand van zaken leerplichtfunctie
Er is de laatste tijd veel onderzoek gedaan naar de uitvoering van de leerplichtfunctie. Het laatste
onderzoek was in opdracht van het Ministerie van OCW uitgevoerd door Regioplan. In dit onderzoek
komt geen eenduidig beeld naar voren over de uitvoering van de leerplichtfunctie. De caseload is per
gemeente zeer verschillend en gemeenten voeren op geheel eigen wijze de leerplichtfunctie uit. Bij de
ene gemeente is de leerplichtfunctie meer gericht op preventie, bij de andere meer op handhaving.
Uit alle onderzoeken komt naar voren dat de leerplichtfunctie in kleine gemeenten erg kwetsbaar is.
Een gemeente erkende dat de afgelopen vijf jaar, zowel in deze gemeente als de omliggende
eveneens kleine gemeenten, er géén leerplichtfunctionaris aanwezig was. De leerplichtfunctie werd
uitgevoerd door inzet van de politie. De bestuurskracht van kleine gemeenten op het gebied van de
leerplicht en voortijdig schoolverlaten is vaak minimaal.
4.1 Soorten van regionalisering
In de VNG/Ingrado modelinstructie "leerplicht en voortijdig schoolverlaten" worden 4 verschillende
vormen van regionalisering benoemd:
1. Het vormen van een intergemeentelijk bureau leerplicht/RMC
Het vormen van een regionaal bureau leerplicht/RMC is de meest vergaande vorm van regionalisering.
Onder een regionaal enkelvoudig of meervoudig bestuursorgaan functioneert een bureau
leerplicht/RMC op gelijke wijze voor alle leerplichtigen en niet-leerplichtige voortijdig schoolverlaters
die in de regiogemeenten wonen. Er zijn in Nederland 39 RMC-regio's waarvan 9 regiobureau's1.
2. Het opzetten van een regionale leerplichtwinkel
In de regio wordt een regionale organisatie (de `winkel') opgezet waarvan de gemeenten in de regio
diensten afnemen, op basis van jaarafspraken. Gemeenten kunnen kiezen wat zij afnemen.
3. Het werken met een dienstverleningscontract
Gemeenten maken de afspraak dat een (of meer) gemeente(n) diensten op het gebied van de
leerplichttaken afneemt (afnemen) van een andere gemeente (vaak een centrumgemeente).
4. Het werken met een goed georganiseerd collegiaal contact
Het op grond van de wet verplichte regionale overleg wordt goed gestructureerd en opgebouwd,
waarbij in de regio tot eenduidig en herkenbaar leerplichtbeleid gekomen wordt en scholen (zo veel
mogelijk) met één contactpersoon te maken hebben.
De VNG gaat ervan uit dat het Ministerie met het regionaliseren van de leerplichtfunctie het vormen
van een regionaal bureau leerplicht/RMC of een regionale leerplichtwinkel bedoelt. Bij de overige 2
vormen van regionalisering wordt niets veranderd aan de positie van de leerplichtfunctie binnen
gemeenten. Dit betekent niet dat deze laatste twee vormen van samenwerking niet betrokken moeten
worden in het regionaliseringproces. Gemeenten die samenwerken op basis van een
dienstverleningscontract of collegiaal contact kunnen gemakkelijker de stap maken naar een regionale
1 Dit zijn: RBL Kop van Noord-Holland, RBL Gooi en Vechtstreek, Bureau VSV Parkstad,
Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten Dordrecht, RBL Holland Rijnland, RBL Hoekse Waard, RBL St. Michielsgestel,
RBL Maastricht & Mergelland, RBL Westelijke Mijnstreek
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 07/13
leerplichtwinkel of een regionaal bureau. Het kan voor gemeenten de eerste stap zijn naar
verdergaande regionalisering.
4.2 De voordelen van regionale uitvoering van de leerplichtfunctie
Gemeenten die hebben geregionaliseerd of willen regionaliseren noemen de volgende voordelen of
argumenten.
- De kwaliteit van de leerplichtfunctie gaat omhoog.
Door leerplichtambtenaren bij elkaar te zetten wordt de kwaliteit van de leerplichtfunctie verhoogd.
Leerplichtambtenaren kunnen elkaar vervangen en ervaringen uitwisselen. De leerplichtfunctie is
hierdoor minder kwetsbaar.
- Meer pro-actief beleid te voeren ten aanzien van voortijdig schoolverlaten.
Door bundeling van capaciteit hebben leerplichtambtenaren meer tijd om ook daadwerkelijk pro-actief
in te spelen op problemen, bijvoorbeeld door meer regulier contact te hebben met scholen of
voorlichting te geven.
- Eén loket voor scholen en instellingen.
Scholen en instellingen hoeven niet meer met diverse gemeenten contact te hebben, maar hebben 1
duidelijk aanspreekpunt. Veel scholen zijn daarom ook voorstander van regionalisering van de
leerplichtfunctie.
- Betere gesprekspartner voor regionale partijen voor onderwijsinstellingen, zorgorganisaties,
politie en justitie.
Door gezamenlijk op te trekken zijn gemeenten een "machtiger" gesprekspartner ten opzichte van de
regionale instellingen.
- Er komt een betere afstemming tussen de leerplicht- en de RMC-functie.
- Betrouwbaar beleids- en managementinformatie voor jeugd- en onderwijsbeleid.
Omdat de registratie meer uniform is, en scholen niet meer hoeven te melden aan alle gemeenten,
wordt de beleids- en managementinformatie meer betrouwbaar.
- Meer capaciteit voor leerplichtadministratie en andere faciliteiten.
Gemeenten hebben gezamenlijk nog maar één leerplichtadministratie uit te voeren waardoor er
capaciteit overblijft voor andere faciliteiten.
- Een regionaal bureau is goedkoper door efficiënt gebruik van bestaande capaciteit.
Een regionaal bureau is uiteindelijk goedkoper. Hoewel er in de opstartfase vaak meer middelen nodig
zijn.
De voor en nadelen hebben vooral betrekking op de vergaande vormen van samenwerking zoals een
intergemeentelijk bureau leerplicht/RMC of een leerplichtwinkel. Een gemeente gaf aan dat zij met de
vijf buurgemeenten één leerplichtambtenaar gaan aanstellen. Uiteraard blijft bij deze vorm de
leerplichtfunctie nog steeds kwetsbaar.
4.3 Voorwaarden om succesvol te regionaliseren
Gemeenten die hebben geregionaliseerd zien ook nadelen of voorwaarden waaraan moet worden
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 08/13
voldaan om succesvol te regionaliseren.
- Politiek en bestuurlijk draagvlak moeten aanwezig zijn
Gemeenten moeten bereid zijn te investeren in voortijdig schoolverlaten en leerplicht. Voor sommige
gemeenten is de leerplichtfunctie geen politieke prioriteit. Kleine gemeenten hebben vaak te maken
met een paar verzuimgevallen per jaar. Een team van leerplichtfunctionarissen of zelfs een
leerplichtfunctionaris lijkt onnodig. Gelukkig groeit de afgelopen jaren wel meer het besef dat voortijdig
schoolverlaten niet alleen een probleem is van de grote steden.
- Gemeenten moeten de middelen hebben om te regionaliseren
Voor sommige gemeenten zullen de kosten van een regionaal bureau2 hoger zijn dan individuele
uitvoering. Dit zal vooral gelden voor de wat kleinere gemeenten. Zij voeren de leerplichtfunctie
minimaal uit omdat zij onvoldoende capaciteit hebben.
- Goede afstemming met het gemeentelijk jeugd-, onderwijs en arbeidsmarktbeleid
Omdat een regionaal bureau verder afstaat van gemeenten, is het moeilijker om de leerplichtfunctie
direct af te stemmen met het gemeentelijke jeugd-, onderwijs en arbeidsmarktbeleid. Het bureau moet
regelmatig contact hebben met de gemeenten waarvoor zij werkt. Gemeenten dienen anderzijds het
bureau te betrekken bij het gemeentelijke beleid.
- Een goede overlegstructuur met de deelnemende gemeenten
Gemeenten blijven bestuurlijk verantwoordelijk voor de regionale bureaus. Dit betekent veel overleg en
afstemming. Er moet gezocht worden naar overlegstructuur waar enerzijds de gemeenten de regie
houden over het beleid en anderzijds het bureau haar taken goed kan uitvoeren.
- Deelnemende gemeenten zijn niet gelijk maar moeten gelijkwaardig kunnen participeren
Er zijn veel verschillen tussen gemeenten vooral in de capaciteit en financiële mogelijkheden die ze
kunnen inzetten voor de leerplichtfunctie. Voor het draagvlak dienen deelnemende gemeenten wel op
een gelijkwaardig niveau te participeren in een regionaal bureau.
- Gemeenten moeten de leerplichtfunctie op orde hebben.
Regionalisering is een instrument maar geen oplossing voor het slecht uitvoeren van de
leerplichtfunctie. Een voorwaarde voor deelname aan een regionaal bureau is dat gemeenten hun
leerplichtfunctie al redelijk op orde moeten hebben.
- Landelijke regels zijn niet altijd gericht op regionale uitvoering van de leerplichtfunctie.
Omdat leerplicht een gemeentelijke taak is, stuiten regionale bureau's op problemen om de leerplicht
goed uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van de GBA (gemeentelijke basis
administratie).
- Regionalisering van de gehele leerplicht
Een aantal gemeenten gaf aan de leerplicht voor primair onderwijs (5-12 jaar) niet te willen
regionaliseren. Primair onderwijs bevindt zich vaak binnen de gemeenten en door regionalisering zou
de leerplichtambtenaar minder contact hebben met de scholen. Een gemeente gaf aan de
leerplichtambtenaar liever onderdeel te laten zijn van een gemeentelijk georganiseerde Centrum voor
Jeugd en Gezin (CJG): "Naar mijn idee moet de leerplichtambtenaar voor het basisonderwijs heel
nauw betrokken zijn bij het CJG en daar zelfs onderdeel van uitmaken! Daar ben ik veel meer
2 Waar gesproken wordt over een regionaal bureau, wordt eveneens bedoeld een regionale leerplichtwinkel
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 09/13
voorstander van dan regionalisering van de leerplicht voor het basisonderwijs".
Gemeenten die hebben geregionaliseerd geven echter aan dat een doorgaande leerlijn zeer belangrijk
is. Kinderen moeten vanaf hun eerste schooldag gevolgd kunnen worden. De oorzaken maar ook de
preventie van voortijdig schoolverlaten begint bij het primair onderwijs. In een regionaal bureau wordt
het contact met de scholen geregeld door bijvoorbeeld het aanstellen van een vaste
leerplichtambtenaar per school. Zo is het contact met het primair onderwijs gewaarborgd.
5. Draagvlak bij gemeenten.
Gemeenten zijn over het algemeen positief over regionalisering van de leerplicht. Uit de gesprekken
met de gemeenten kan de volgende lijn gevonden worden: het draagvlak voor regionaliseren is vooral
groot bij de kleine (tot 30.000 inwoners) als de grote gemeenten (vanaf 100.00 inwoners). Middelgrote
gemeenten (tussen 30.000 en 100.000 inwoners) lijken het minste te voelen voor regionaliseren.
- Kleine gemeenten
Kleine gemeenten willen vaak regionaliseren omdat zij niet de capaciteit hebben om de
leerplichtfunctie goed te vervullen. Zij zien de leerplichtfunctie graag uitgevoerd worden door een
bureau in een naburige en grotere gemeente. Het kiezen voor regionaliseren komt altijd niet voort uit
financiële redenen maar ook vanuit de wens om de leerplichtfunctie beter uit te voeren. Zij kunnen door
regionalisering meer kwaliteit leveren.
Een gemeente gaf te kennen dat het wel de gemeenten moeten zijn waar ook de leerlingen naar
school gaan en waar de "plattelandscultuur" nog aanwezig is. Dit is niet altijd de RMC-
contactgemeente. Enkele gemeenten gaven aan graag te willen regionaliseren met buurgemeenten die
niet allemaal in dezelfde RMC-regio zitten.
Kleine gemeenten willen graag dat de leerplichtambtenaar bekend is met de lokale situatie. Een
gemeente gaf aan dat bij regionalisering van de leerplichtfunctie het belangrijk is om per gemeente
vaste leerplichtambtenaren aan te stellen. Zo krijgt de leerplichtambtenaar affiniteit met de lokale
situatie: "de leerplichtambtenaar moet gekoppeld worden aan de gemeente! De gemeente is
uiteindelijk verantwoordelijk voor het kind en heeft diverse lokale netwerken en in de toekomst het
centrum voor jeugd en gezin. Ook voor leerlingen en ouders is het belangrijk dat de betrokken
leerplichtambtenaar goede kennis heeft van de lokale situatie, de lokale cultuur en het lokale
(gemeente)beleid. Steeds wisselende leerplichtambtenaren op een kleine gemeente zou zeer
inefficiënt zijn en geen bijdrage leveren aan vroegtijdige signalering en de mogelijkheid tot snelle
interventie".
- Middelgrote gemeenten
Middelgrote gemeenten hebben vaak voldoende capaciteit om hun leerplichtfunctie goed te vervullen.
Ook is er voldoende contact met onderwijsinstellingen omdat deze (voor een deel) binnen de
gemeentegrenzen bevinden. Middelgrote gemeenten hebben vaak een regiofunctie. Bij deze
gemeenten ligt het voor de hand om zelf een "leerplichtwinkel" voor de omliggende gemeenten op te
zetten. Middelgrote gemeenten zien wel veel in regionalisering met de RMC-gemeenten als het gaat
om registratie. Hierbij is de kwaliteit van de RMC belangrijk. Een middelgrote gemeente gaf aan zeer
ontevreden te zijn over de registratie van de RMC en heeft een leerplichtadministratie tot 23 jaar. Het
samengaan met de RMC-regio heeft ook te maken met de aanwezigheid van beroepsonderwijs. In
gemeenten waar wel het voorgezet, maar niet het beroepsonderwijs, aanwezig is, ligt samengaan met
de RMC-regio meer voor de hand.
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 10/13
- Grote gemeenten
Grote gemeenten en veelal de contactgemeenten zien veel voordelen in regionalisering. Als RMC-
contactgemeente ervaren zij het lastig om contact te hebben met al die verschillend opererende
gemeenten. De gebrekkige uitvoering van de leerplichtfunctie bij kleinere gemeenten is een "doorn in
het oog". Voor enkele gemeenten speelt regionalisering geen rol omdat zij een regio op zich zijn, zoals
de G4.
6. Ontwikkelingen op andere beleidsterreinen m.b.t. regionalisering leerplicht
- Digitaal loket bij de Informatiebeheergroep
Een goede verzuim- en VSV registratie is een van de belangrijkste argumenten voor gemeenten om te
regionaliseren. De ontwikkeling van het digitaal loket verzuim en voortijdig schoolverlaten bij de
Informatie Beheer Groep kan een bijdrage leveren aan een betere registratie. Het is belangrijk dat
deze ontwikkeling meegenomen wordt in de discussie rond regionalisering van de leerplicht. Welke
bijdrage kan de IB-groep leveren aan de registratie van verzuim en voortijdig schoolverlaten? Voor
welke registratie blijven de gemeenten verantwoordelijk (bijvoorbeeld het leerlingvolgsysteem en het
elektronisch kinddossier)? Hoe kan dit het beste georganiseerd worden, regionaal of gemeentelijk?
- Centrum Jeugd en Gezin (CJG)
In het bestuursakkoord tussen rijk en gemeenten is uitdrukkelijk afgesproken dat gemeenten een
cruciale rol spelen in het jeugdbeleid. Er moet voldoende opvoed- en opgroeiondersteuning aanwezig
zijn voor ouders en kinderen. Aan het einde van deze regeerperiode moet er een landelijk dekkend
netwerk van CJG's aanwezig zijn. Hierbij verwacht de VNG dat niet elke gemeente in staat zal zijn een
eigen CJG te realiseren en dat er dus sprake zal zijn van regionale samenwerking. Regionalisering van
de leerplicht kan dus goed aansluiten bij de CJG's. Een geregionaliseerde CJG sluit overigens niet uit
dat er ook op gemeentelijk niveau voorzieningen worden gecreëerd. Het gaat tenslotte om een
samenwerkingsverband en niet om één groot gebouw in de grootste gemeente van de regio.
Aandachtspunt in het kader van de ontwikkeling in de CJG is de Jeugdzorg voor jongeren. Deze sluit
met haar leeftijdsgrens tot 18 jaar niet aan bij het beleid op het gebied van voortijdig schoolverlaten tot
23 jaar. Hierdoor kunnen jongeren met meervoudige problematiek onvoldoende worden geholpen.
- Zorgadviesteams (ZAT's)
Een onderdeel van de Centra voor Jeugd en Gezin zijn de ZAT's. Gemeenten vinden het belangrijk dat
leerplichtambtenaren deelnemen aan Zorgadviesteams. Door regionalisering en het efficiënter inzetten
van de capaciteit wordt het mogelijk om meer leerplichtambtenaren deel te laten nemen aan de ZAT's.
Regionalisering alleen is niet voldoende. Om een landelijk netwerk van ZAT's te krijgen is meer fte
nodig. Uit de quick scan `Investeren in Jong', door SGBO in opdracht van de VNG blijkt dat er 10
miljoen euro nodig is om de leerplichtfunctie te realiseren in de ZAT's. Op dit moment is deze
deelname nog onvoldoende. Volgens het SGBO-rapport is de landelijke inzet van de leerplichtfunctie
in ZAT's
in WSNS verband 16 %
in het voortgezet onderwijs 81%
en in het beroepsonderwijs nog nauwelijks gerealiseerd.
- Regionalisering gemeentelijk arbeidsmarktbeleid
Regionaal arbeidsmarktbeleid onder regie van gemeenten is voor de VNG een speerpunt. Doel hiervan
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 11/13
is een betere aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Deze regionaliseringtendens sluit
prima aan bij die van de leerplicht. Bij de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid wordt de
regiovorming bewust aan gemeenten zelf overgelaten. Zij hebben immers het meeste inzicht in
de regionale economische structuur; de (opleidings)- en demografische kenmerken, de werkzame en
werkzoekende personen en de verbondenheid met andere gemeenten. Er is wel sprake van regie op
dit proces. De VNG heeft circa 60 gemeenten gevraagd hebben om trekker te zijn in hun regio. Dit
omdat 60 een schaal is waarop gemakkelijker afstemming plaatsvindt. De "contactgemeenten"
stemmen af met de buurgemeenten en met regionale instellingen zoals de provincie. Voorop staat dat
er draagvlak moet zijn voor de "contactgemeente".
Bij het arbeidsmarktbeleid wordt gekeken naar de door de meeste inwoners acceptabel geachte woon-
werkafstand. Infrastructuur en openbaar vervoer bepalen de regio. De leerplicht- en RMC-functie wordt
hierin eveneens meegenomen; in een aantal gemeenten is er al de koppeling met een Jongerenloket
en een RMC-meldpunt. De economische structuur bepaalt de opleidingsbehoefte en bij slim
arbeidsmarktbeleid zal zowel onderwijsaanbieder, als werkgevers als gemeenten ervoor zorgen dat
werk en opleiding in elkaar directe omgeving bevinden, dan wel op acceptabele reisafstand. Het
spreekt voor zich dat het behalen van een startkwalificatie ook een belangrijke prioriteit is bij de
regionalisering van de arbeidsmarkt.
- Herindeling gemeenten
De VNG ziet herindeling van gemeenten als een mogelijkheid om de bestuurskracht van gemeenten te
versterken. Uiteraard moet dit proces wel vanuit de gemeenten komen. Draagvlak is belangrijk.
Gemeenten kunnen door herindeling taken beter uitvoeren, regionalisering is dan niet nodig. Een
kleine gemeente gaf aan nog niet te willen regionaliseren omdat de desbetreffende gemeente wellicht
met een gemeentelijke herindeling al ondergebracht wordt onder de RMC-contactgemeente.
Bestuurlijk heeft herindeling voordelen ten opzichte van een gemeenschappelijke regeling; de
bestuurlijke verantwoordelijkheid en de uitvoering van de leerplicht vallen onder één gemeente.
7. Conclusies en aanbevelingen
Gemeenten staan sympathiek tegenover regionalisering d.w.z. de vorming van een regionaal bureau
leerplicht/RMC of een leerplichtwinkel. Er is echter een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet
worden.
Regionalisering moet vanuit gemeenten tot stand komen
Regionalisering moet van onderaf komen; vanuit de gemeenten zelf. Veel gemeenten hebben immers
al plannen om te regionaliseren. Het draagvlak is groot en regionaliseren verplichten zou een
averechts effect hebben. Gemeenten dienen ook de reikwijdte te bepalen van de regio. Met welke
gemeenten kan gezien de arbeidsmarkt, de jeugdzorg en de onderwijsinstellingen het beste worden
geregionaliseerd? Kiest het ministerie voor een geïntegreerd model met RMC en leerplicht dan is het
onvermijdelijk dat er een discussie ontstaat rond de RMC-regio's.
Regionalisering van de leerplichtfunctie moet vanuit het Rijk gestimuleerd worden.
Regionalisering moet vanuit de gemeenten komen. Het Rijk zal echter de voorwaarden moeten
creëren om dit mogelijk te maken. Door onvoldoende capaciteit, expertise, of tegenstrijdige landelijke
regels, komt regionalisering moeilijk of niet tot stand. Het Rijk zou daarom regionalisering moeten
stimuleren. De VNG kan hierover een vervolgadvies geven. Tenslotte hebben gemeenten behoefte
aan begeleiding bij het regionaliseringproces. De aanstelling van de kwartiermaker Regionalisering bij
Ingrado zou verlengd moeten worden.
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 12/13
Regionalisering is niet de oplossing; blijvende aandacht voor goede uitvoering van de leerplichtfunctie
Regionalisering draagt bij aan een goede uitvoering van de leerplichtfunctie maar is niet de oplossing
voor het slecht uitvoeren van de leerplichtfunctie. Een voorwaarde voor deelname aan een regionaal
bureau is dat gemeenten hun leerplichtfunctie en vooral hun leerlingenadministratie al redelijk op orde
moeten hebben. Hierbij kan het, nog door het Ministerie van OCW te ontwikkelen, digitaal loket
verzuim bij de IB-groep een belangrijk instrument zijn. De leerlingenadministratie is een van de
voornaamste reden voor gemeenten om de leerplichtfunctie te regionaliseren.
Regionalisering afstemmen met andere ontwikkelingen zoals regionalisering arbeidsmarkt, Centra voor
Jeugd en Gezin en ZAT's
Gemeenten werken op allerlei gebieden samen. De regionalisering van de leerplicht functie moet
afgestemd worden op andere ontwikkelingen zoals regionalisering arbeidsmarkt, Centra voor Jeugd
en Gezin en ZAT's. Ook kan er gekeken worden naar de reikwijdte van andere regionale organisaties
zoals de GGD, AMW, de onderwijsinstellingen en het CWI. Gemeenten moeten hierin zelf kunnen
bepalen welke organisaties voor leerplicht lokaal het meest van belang kunnen zijn.
onderwerp regionalisering leerplichtfunctie 13/13