Gemeente Leeuwarden

Logo CDA Leeuwarden Logo CDA Leeuwarden

Vragen CDA Bomen Bonifatius

Bron: CDA (05-06-2008)
Schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders zoals bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het reglement van orde van de gemeenteraad van Leeuwarden.
Voor de tweede keer in enkele weken tijd hebben wij als raadsleden een afschrift ontvangen van een brief van de bewoners van de Troelstraweg 100-124, waarin zij hun zorg uitspreken over de wijze waarop met de te behouden bomen aan de achterzijde van hun woningen wordt omgegaan en de moeizame communicatie hierover met de projectontwikkelaar en de gemeente.

Dit geeft de CDA-fractie aanleiding tot het stellen van de volgende vragen:


1. Klopt de informatie dat de te behouden waardevolle bomen van hinderlijke takken mogen worden ontdaan t.b.v. de bouw, ook als dit gaat om takken met een dikte van ca. 25 cm (doorsnede)? Worden daarmee de bomen niet zodanig aangetast dat, los van het aanzien van de bomen, moet worden gevreesd voor het voortbestaan daarvan? Is daarover voorafgaand aan de zagerij deskundig advies over ingewonnen? Zo ja, wat is de strekking van dat advies?


2a. Is het waar dat ondanks de afspraken over het behoud van deze bomen, 2 ervan op de nominatie staan om alsnog op korte termijn gerooid te worden? Indien dit het geval is, wat is daarvan dan de reden? Realiseert het college zich dat daarmee de afspraken die er met de gemeenteraad zijn, worden doorbroken zonder dat dit met de raad wordt gecommuniceerd?
2b. Is er een kapvergunning aangevraagd en verleend? Zo niet, wordt er dan door het college de hand aan gehouden d.m.v. contact met de projectontwikkelaar en toezicht op de bouwplaats dat de kap in ieder geval niet plaatsvindt voordat de procedure is doorlopen en de kapvergunning is verleend?


3. Is de informatie juist dat t.b.v. de aanleg van de bouwweg de wortels van een van de behoudenswaardige bomen bij de voormalige hoofdingang zijn afgestoken? Is ook hierover deskundig advies ingewonnen?


4. Ligt er niet de afspraak met de gemeenteraad, dat juist t.b.v. het behoud van deze bomen bij de voormalige hoofdingang aan de raad nog een afzonderlijk voorstel zal worden gedaan over de bouw van de poortwoningen? (Wethouder Waanders, raadsvergadering 26 maart 2007)? Wanneer kan de raad dit voorstel tegemoet zien?


5. Tenslotte: zou het niet van wijsheid getuigen indien het college en de projectontwikkelaar zorgvuldig en adequaat met de omwonenden communiceren over de wijze waarop met de bomen wordt omgegaan, om daarmee te voorkomen dat omwonenden zich genoodzaakt zien brandbrieven als de onderhavige te versturen?