Gemeente Utrecht

Mondelinge vragen over het Muziekcentrum Vredenburg in Leidsche Rijn Utrecht

Mondelinge vragen van M. Peetoom (Stadspartij Leefbaar Utrecht) over het Muziekcentrum Vredenburg in Leidsche Rijn.

Al enige tijd wordt Leefbaar Utrecht benaderd door verontruste medewerkers als andere betrokkenen van het Muziekcentrum Vredenburg, evenals door journalisten die navraag doen naar de ontwikkelingen bij het muziekcentrum. De alsmaar teruglopende bezoekersaantallen; een programma-aanbod dat hier niet op inspeelt en personeelsleden die vertrekken uit grote onvrede met het gevoerde dagelijkse beleid (en dus niet vanwege de reorganisatie in aanloop naar het Muziekpaleis), nopen Leefbaar Utrecht om aan de bel te trekken.

Wij deden dat ook al in december 2006 over het Centraal Museum. Toen werd door een aantal partijen in deze raad gesteld dat wij niet "gaan" over de bedrijfsvoering en het personeel. De landelijke pers nam het voortouw en toen kon de politiek zich niet meer terughoudend opstellen.

Deze keer wil Leefbaar Utrecht diezelfde media voor zijn, om te voorkomen dat we eenzelfde herhaling van zetten krijgen als bij het Centraal Museum. Niet dat dat proces slecht is afgelopen, maar wel omdat het veel te laat in gang werd gezet.

Daarom hebben wij een aantal vragen:


1. Hoe verklaart u een programmering bij het Muziekcentrum, die niet anticipeert op haar veranderde locatie en veranderde ambiance van het gebouw en daarmee de kans laat liggen nieuwe bezoekersgroepen aan te trekken?
2. Waar is in de programmering te herkennen dat -bijvoorbeeld- het toegezegde aanbod voor de wijk Leidsche Rijn (gezinsprogrammering op zondagmiddag o.i.d.) voor een nieuwe publieksgroep zou zorgen?
3. Waarom weet de Schouwburg haar succes met de extra opening in de zomerperiode te gelde te maken en sluit Vredenburg LR haar deuren in dezelfde periode?
4. Deelt de wethouder de zorg van de commissie Staal, die in haar advies over de aanvragen voor het Utrechtse cultuurconvenant ook liet weten zeer bezorgd te zijn over het uitblijven van een visie over de invulling van het nieuwe Muziekpaleis? Zo ja: welke conclusies trekt hij hieruit?
5. Hoe gaat het college garanderen dat er brede betrokkenheid en brede inspraak van het personeel op de ontwikkelingen behouden blijft, waarbij vrijheid van spreken zonder angst voor intimidatie gegarandeerd is?
6. Mag de raad op korte termijn een overzicht -ter kennisname- ontvangen van de gerealiseerde en nog te verwachten mutaties in het personeelsbestand van Muziekcentrum Vredenburg? Zijn er functies verdwenen of nieuw gecreëerd en hoe zijn deze ingevuld?
7. Is het college bereid om alsnog op korte termijn op zoek te gaan naar een nieuwe directeur voor het nieuwe Muziekpaleis in plaats van te wachten tot een jaar voor de oplevering?



Gemeente Utrecht