Gemeente Rotterdam
3 juni 2008

1.500 kinderen gebruiken 50% van de zorg

Aanbod jeugdzorg komt niet overeen met de vraag

Een groot deel van zorg aan jongeren in de stadsregio Rotterdam wordt gebruikt door een relatief kleine groep jongeren met ernstige problematiek. Het gaat om 1.500 kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel. Hier is het ouderlijke gezag beperkt of ontnomen door de kinderrechter. Deze kinderen gebruiken 50% van het zorgaanbod. Door dit onevenredige beroep op de zorg ontstaan lange en hardnekkige wachtlijsten. Dit is de belangrijkste bevinding uit een onderzoek van de regiegroep Ieder Kind Wint naar de zorgbehoefte van jeugd in de Rotterdamse regio.

Jeugdwethouder Leonard Geluk (voorzitter regiegroep): "Nooit eerder hadden we zo'n gedetailleerd overzicht van het gebruik van zorg. Dat was hard nodig. Het aanbod moet veel beter bij de vraag aansluiten. Een omslag is noodzakelijk. Ieder kind moet de zorg krijgen die het verdient. Daarbij moeten we veel meer in zetten op preventie en het bereik vergroten. We besteden nu veel geld aan een kleine groep. Met het Rijk wil ik afspreken hoe we in de stadsregio meer regie krijgen op het aanbod en de financiering van de zorg".

Zware problematiek

Uit het onderzoek blijkt dat de problematiek waar jongeren mee kampen in de stadsregio (en dan vooral in de stad Rotterdam) veel ernstiger is dan in andere gebieden in Nederland. Het onderzoek concludeert onder meer:
* Bij bijna 3.000 kinderen is het ouderlijk gezag beperkt of ontnomen door de kinderrechter (een jeugdbeschermingsmaatregel). Kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel maken onevenredig veel gebruik van het beschikbare zorgaanbod, namelijk ruim 50%. Meestal gaat het om problematiek veroorzaakt door onmacht of onwenselijk gedrag van ouders en niet om problemen van het kind zelf.
* Van die 3.000 kinderen hebben 2400 kinderen een ondertoezichtstelling (begeleiding van en toezicht op het gezin). Dat is een forse groei ten opzichte van de 1760 kinderen in 2005. Deze groei lijkt zich door te zetten. Opvallend is dat 60% van de kinderen met een ondertoezichtstelling geen gebruik maakt van het zorgaanbod.
* Het aantal kinderen met een voogdijmaatregel (het ontnemen van het ouderlijk gezag) is met 600 stabiel. Het aantal kinderen met een voogdijmaatregel ligt 30 tot 40 procent hoger dan in de stadsregio's Haaglanden en Amsterdam.

Bestanden 132.000 kinderen onderzocht

Het onderzoek is uniek in Nederland. Voor het eerst zijn de bestanden van ruim 132.000 kinderen bij verschillende instellingen met elkaar vergeleken. Dit is gebeurd op de naam van het kind, de geboortedatum en de postcode. Daardoor zijn alle dubbeltellingen verwijderd. In totaal wonen in de stadsregio Rotterdam 250.000 kinderen tot 18 jaar. Daarvan maken 9.000 kinderen (ruim 3,5%) gebruik van de zogeheten geïndiceerde zorg. Dit is lager dan tot nu toe werd aangenomen. Tot nu toe werd uitgegaan van 5%.

In Rotterdam gaat het nu om 4.800 kinderen, in de overige gemeenten in totaal om 4.200. In de stad Rotterdam maken daarnaast 10.500 kinderen gebruik van preventieve voorzieningen. Van de andere gemeenten in de stadsregio is het niet bekend hoeveel kinderen gebruik maken van preventieve voorzieningen. Aangenomen wordt dat het aanbod daar aanzienlijk kleiner is dan in Rotterdam.

Regiegroep Ieder Kind Wint

Het onderzoek is verricht in opdracht van de regiegroep Ieder Kind Wint. Hierin zijn alle regiogemeenten, de stadsregio en de gehele keten in de jeugdzorg vertegenwoordigd. Niet alleen jeugdzorginstellingen zijn vertegenwoordigd maar ook bijvoorbeeld het onderwijs en de Raad voor de Kinderbescherming. Het is voor het eerst in Nederland dat partijen in de jeugdketen op deze manier de handen ineen slaan om gezamenlijk problemen aan te pakken. De regiegroep heeft tot doel de organisaties beter op elkaar te laten aansluiten en te zorgen dat ieder kind de zorg krijgt die het nodig heeft.

Convenant met minister van Jeugd en Gezin

Donderdag 5 juni tekenen minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) en Jeugdwethouder Leonard Geluk een convenant over de zorg aan jeugd in de stadsregio. Kern van dit convenant is dat de minister toestemming verleent voor pilots voor nieuwe vormen van samenwerking. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet om het aanbod van zorg in onze regio beter aan te sluiten bij de vraag.

Noot voor de redactie/