Na onderzoek NMa: ouders hebben weer meer keuze bij kinderopvang Amsterdam
08-17 / 30-06-2008
Ouders in Amsterdam werden mogelijk in hun keuzemogelijkheden beperkt
doordat vijf Amsterdamse kinderopvangorganisaties afspraken maakten
over het al dan niet toe toetreden tot elkaars werkgebied. De
kinderopvangorganisaties zegden de NMa toe per direct hun gedrag
aantoonbaar te wijzigen waardoor zij een mogelijke boete van de
toezichthouder ontlopen. De NMa houdt de naleving van deze toezegging
scherp in de gaten. Indien een onderneming de toezegging niet nakomt,
dan kan de NMa een boete opleggen van ten hoogste tien procent van de
jaaromzet.
Pieter Kalbfleisch, voorzitter van de Raad van Bestuur van de NMa: De
Wet Kinderopvang beoogt juist de keuzevrijheid van ouders te vergroten
bij het kiezen van een kinderopvangorganisatie. Daarom is het van
belang om gedrag dat deze vrijheid kan beperken, snel en effectief aan
te pakken. Inmiddels hebben de betrokken kinderopvangorganisaties een
mailing gestuurd naar de scholen in Amsterdam waarin wordt aangegeven
dat iedere school vrij is in het contracteren van een
kinderopvangorganisatie naar hun keuze voor tussenschoolse opvang. Dit
is van belang omdat de contracten die scholen met aanbieders van
tussenschoolse opvang sluiten meestal in mei en juni worden afgesloten
voor één of twee schooljaren. Ook hebben de kinderopvangorganisaties
toegezegd elkaar geen informatie te verschaffen over plannen toe te
treden tot elkaars historische werkgebied en om geen andere
concurrentiegevoelige informatie meer uit te wisselen.
Kalbfleisch vertelt dat het de eerste keer is dat de NMa een zogenaamd
toezeggingsbesluit neemt. Ondernemingen kunnen sinds 1 oktober 2007
bij de NMa een toezegging indienen. Kortgezegd betekent dit dat zij
hun gedrag, dat mogelijk in strijd is met de Mededingingswet,
aantoonbaar staken of niet (meer) vertonen, zo licht de
bestuursvoorzitter toe.
Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)