VNG: Aanpak leegstand niet gebaat bij verbod op kraken
30/06/2008 14:28
VNG
De VNG wil geen algemeen geldend kraakverbod om leegstand aan te pakken. Leegstand van woningen kan effectiever en efficiënter worden bestreden met een 'leegstandsheffing' en het verbod om een gebouw binnen 12 maanden na leegkomst te kraken. Zij laat dit weten in reactie op het initiatiefwetsvoorstel dat de Tweede Kamerleden Ten Hoopen, Van der Burg en Slob opstellen.
De VNG is positief over het opstellen van een leegstandsverordening. Deze kan door gemeenten opgesteld worden op grond van de leegstandswet maar wellicht ook op grond van de huisvestingswet. Hierin kunnen zij een heffing op leegstand vaststellen. Alhoewel nog goed nagedacht moet worden over de daadwerkelijke hoogte van de heffing, gaat van deze 'leegstandsheffing' een belangrijk signaal uit naar de vastgoedeigenaren om iets aan de leegstand te gaan doen. Dit kan een effectief instrument zijn om het gedrag van eigenaren te corrigeren.
In de leegstandswet geldt een verbod op kraken van een gebouw binnen 12 maanden na leegkomst. De VNG vind dit een werkbare termijn omdat een eigenaar binnen deze periode in staat kan worden gesteld noodzakelijke herstel/verbouwwerkzaamheden aan een gebouw te verrichten zodat reguliere bewoning kan plaatsvinden. De eigenaar moet in die termijn echter wel aan de slag gaan. De gemeente kan de vinger aan de pols houden voor wat betreft de voortgang van de werkzaamheden en de duur van de leegstand. Als dit evident niet het geval is kan de gemeente een dwangsomprocedure starten en moet de eigenaar alsnog aan de slag.
De VNG is van mening dat ongewenst gedrag van verhuurders moet worden bestraft en wil daarom een leegstandsheffing. Dit kan een goed instrument zijn om gedrag van eigenaren te corrigeren en woningen weer bewoond te krijgen. Bovendien legt het de verantwoordelijkheid voor het goed verhuren van een woning ook daar waar hij hoort, namelijk bij de eigenaar. Door de heffing wordt leegstand voor de eigenaar bovendien financieel minder aantrekkelijk.
De VNG is van mening dat er nog veel verbeterd kan worden in de bekendheid met hergebruik en herbestemming van langdurig leegstaande kantoren, bedrijfs- of winkelruimtes. Enerzijds kan dit door het zichtbaar maken van best-practices in de gemeenten. Anderzijds door het uitdragen van de mogelijkheden van tijdelijke verhuur op grond van de leegstandwet.
Den Haag, 30 juni 2008
Vereniging Nederlandse Gemeenten