Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

De voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 22
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 4 juli 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VenW/DGLM 2008/17 - Onderwerp
Veiligheidsprogramma Westerschelde

Geachte voorzitter,

Dinsdag 1 juli 2008 spraken wij over het verdragenpakket Westerschelde (30862 ­ 30867). In dit debat hebben mevrouw Meindertsma van de PvdA-fractie en de heer Janse de Jonge van de CDA-fractie nadere informatie gevraagd met betrekking tot de verbetering van de veiligheidsorganisatie die noodzakelijk wordt als de Westerschelde voor de derde maal is verdiept. Deze brief strekt daartoe.

Belangrijk element ten behoeve van een verbeterde veiligheidsorganisatie is het gezamenlijk Veiligheidsplan als onderdeel van het Verdrag inzake gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied. In het Veiligheidsplan wordt er gewerkt aan het verbeteren van `de vlotte en veilige vaart' op de Westerschelde. Hierin komen 5 onderdelen samen:

1. Het verder ontwikkelen van preventieve nautische maatregelen om aanvaringsrisico's te beperken:
o te denken valt aan de loodswissel op de rede van Vlissingen, de veilige opvaart van tijgebonden bulkcarriers en tankers, de verdere optimalisatie van specifieke elektronische navigatiemiddelen (Schelde Electronic chart system en Schelde navigator Marginale Schepen) en het stellen van specifieke eisen aan de binnenvaart;
2. De aanpak van externe veiligheid rond de Westerschelde door specifieke nautische (bron) maatregelen:
o Uit een quick scan en de milieueffectrapportage komt door middel van modelberekeningen naar voren dat het vervoer van gevaarlijke stoffen nu en in de toekomst niet leidt tot risicocontouren die over het land vallen. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171 Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895

bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VenW/DGLM 2008/17

Nader onderzoek wordt uitgevoerd voor de hoogste groeiscenario's in 2030;

3. De voortdurende monitoring van de scheepvaart, inclusief de ladingsgegevens; o Alles is er op gericht om de ladinggegevens op elk gewenst moment binnen 15 minuten digitaal beschikbaar te hebben. Aanpassingen aan systemen en netwerken hebben inmiddels plaatsgevonden. Er vinden regelmatig oefeningen plaats om te toetsen of de norm van 15 minuten wordt gehaald. In de jaarlijkse rapportage betreffende de nautische veiligheid inclusief informatie over `bijna-ongevallen' wordt voorzien;
4. De handhaving van bovengenoemde maatregelen in samenspraak met de KLPD: o Hierbij wordt aangetakt bij de Rijkswaterstaatbrede invulling van het handhavingsplan. Dit plan kent een regionale prioriteitstelling, waarbij door de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit in Zeeland wordt samengewerkt met de Nederlandse en Belgische politie- en opsporingsdiensten. Hierbij kunnen afspraken worden gemaakt met de beide betrokken openbare ministeries. Vanwege de afhankelijkheid van de betrokken nationale regelgeving is dit een complex proces;
5. Het versterken van de calamiteitenorganisatie, waarin Rijkswaterstaat optreedt als gebiedsbeheerder:
o Met de provincie Zeeland, de betrokken Zeeuwse en Vlaamse gemeenten en de Vlaamse provincie zijn onder meer afspraken gemaakt over de gezamenlijke inzet bij grensoverschrijdende incidentbestrijding. Informatie over mogelijk betrokken gevaarlijke lading bij incidenten is door de monitoring van ladinggegevens, binnen 15 minuten bekend.

Dit Veiligheidsprogramma is deels al operationeel en zal een jaar na ratificatie van de Scheldeverdragen geheel zijn afgerond.

Op de vraag om een grensoverschrijdend rampenplan met onze verdragspartner op te stellen kan ik u als volgt antwoorden.

Naast de in bovenstaand punt 5 genoemde gezamenlijke grensoverschrijdende incidentbestrijding werkt de Veiligheidsregio Zeeland in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voortdurend aan het (verder) verbeteren van het Nederlandse rampenplan. Eerst gebeurde dit binnen het project Onderzoek Ongevallen en Rampenbestrijding Westerschelderegio. Inmiddels is het vervolgproject Samenwerken en Slagkracht opgezet, waaraan Rijkswaterstaat meewerkt als gebiedsbeheerder en betrokkene bij incidentmanagement.

Het opstellen van rampenplannen behoort tot de bevoegdheden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Volledigheidshalve merk ik hierbij op dat in het Belgisch staatsbestel de bevoegdheden inzake rampenbestrijding, en ook die ten aanzien van het Vlaamse deel van de Schelde, toebehoren aan de federale minister van Binnenlandse Zaken of bij zijn vertegenwoordiger in de provincie, met name de provinciegouverneur. Onze verdragspartner Vlaanderen heeft daarmee ter zake geen
---

VenW/DGLM 2008/17

bevoegdheid, maar kan wel een intermediaire rol vervullen in de richting van de federale autoriteiten.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa


---