Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 04-07-2008

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over het afgelopen parlementaire jaar, de koopkrachtontwikkeling en de meevaller van 150 miljoen euro.

Afgelopen parlementaire jaar

SCHILHAM:
Meneer Balkenende, de Tweede Kamer is met reces. U kabinet vergadert nog een weekje door. Maar toch een goed moment om eens even de balans op te maken van een politiek seizoen. Is er reden tot grote tevredenheid wat u betreft?


BALKENENDE:
Ik ga met een goed gevoel het zomerreces in. En dat zit 'm vooral in het feit dat de afgelopen weken en maanden heel wat beslissingen zijn genomen. Dus datgene wat we moesten besluiten, dat is ook gebeurd.

SCHILHAM:
Wat vindt u het belangrijkste?


BALKENENDE:
Een paar belangrijke dingen. Hoe kunnen we zorgen dat mensen aan het werk komen in Nederland? Hoe speel je in op een andere arbeidsmarkt? Het werk van de commissie-Bakker. Daar hebben we vorige week een heel goed gesprek, een goede discussie over gehad in de ministerraad. Dat heeft geleid tot een kabinetsstandpunt. Een ander punt. Hoe krijgen we Nederland in beweging? Hoe kunnen we zorgen dat procedures sneller verlopen? Dat er sneller gebouwd kan worden. Nu duurt het allemaal veel te lang. Daar hebben we de commissie-Elverding voor. We hebben gezegd: die benadering gaan wij overnemen. De kilometerbeprijzing, anders betalen voor mobiliteit. Is ook weer gelukt. En heel recent de discussie over de embryoselectie. Een gevoelig onderwerp. Maar ook dat is weer besloten en besproken.

SCHILHAM:
Met deze resultaten heeft u de harten van de kiezer nog niet kunnen veroveren. Het blijft toch de situatie dat uw kabinet niet populair is.


BALKENENDE:
Ja, maar dat is iets wat ik eerlijk gezegd uit eerdere jaren ook heb meegemaakt.

SCHILHAM:
Maar zo ernstig als nu is het toch nooit geweest?


BALKENENDE:
Ach weet u, we zitten ook in een fase waarin een heleboel dingen worden opgeblazen. Is er een keer een discussie, dan is het een crisis.

SCHILHAM:
Is dat niet van alle tijden?


BALKENENDE:
Ik heb wel eens de indruk dat de volumeknop langzamerhand wel erg omhoog wordt gezet. Kijk, je moet een kabinet beoordelen op de vraag: wat zijn je ideeën, je idealen, wat is je visie? En vervolgens moet je beoordelen: wat heb je nu besloten? Heb je de zaak in werking weten te brengen. En de afrekening komt op het eind. En wat mij nu opvalt is dat iedereen gelijk al begint terwijl we nog middenin de verbouwing zitten. We zijn bezig met zaken te veranderen. Dan krijg je momentopnames en peilingen.

SCHILHAM:
Maar u bent al een tijdje bezig.


BALKENENDE:
Ja, maar ik ben wel overtuigd dat de benadering die we als kabinet hebben dat die Nederland ook sterker kan maken. Waar zijn we mee bezig? We willen een dynamische economie. We willen meer ondernemerschap. Minder regels, zijn we druk mee bezig. We willen meer duurzaamheid. Inspelen op anders omgaan met het klimaat. Nieuwe ideeën op het gebied van energie. We willen meer sociale samenhang, meer veiligheid. Dat zijn allemaal zaken die Nederland toekomstbestendig en toekomstgericht maken.

SCHILHAM:
En toch zien mensen het blijkbaar niet. Die zien vooral dat u nieuwe belastingen introduceert.


BALKENENDE:
Ik maak altijd een goede balans tussen wat vraag je aan burgers en wat krijgen burgers terug. Je kunt wel zeggen: bepaalde lasten (...) niet betaald. Kijk, de grote lastencomponent is gewoon puur de stijging van de kosten in de gezondheidzorg. En of je nu zegt: dat betaal je via de premie of je betaalt het via de overheid. Het moet linksom of rechtsom toch worden betaald. En het valt mij weleens op dat er zo in algemene zin wordt gezegd: de lasten stijgen. Maar er staat ook weer tegenover
- een groot deel is dus gezondheidszorg - dat wij willen investeren in wijken. Als wij zeggen: het vak van leraar moet aantrekkelijker worden. Dat kost extra geld. Dat moet ook betaald worden. En dan kun je wel zeggen: de heffing moet ombuigen. De VVD zegt: minder ontwikkelingssamenwerking en de uitkeringen moeten dan maar eens wat minder goed worden behandeld.

SCHILHAM:
Dat is ook een keuze.


BALKENENDE:
Ja, een keuze. Maar niet die van ons.

SCHILHAM:
Maar u introduceert nieuwe belastingen. De vliegbelasting, de verpakkingsbelasting, de accijnsverhoging.


BALKENENDE:
We moeten een onderscheid maken tussen gewoon de belasting die iedereen betaalt en het feit dat je zegt: als je bijvoorbeeld gebruik maakt van vliegtuigen, dat heeft te maken met het milieu, dan mag je daar ook een zekere bijdrage voor verwachten. Dat is de achtergrond ervan. Doet Nederland dat alleen? Nee, want ook andere landen kennen dit soort belastingen op vliegen.

SCHILHAM:
Ik dacht dat vliegvelden om Nederland heen, dat mensen daar nu juist naar toe gaan omdat in Duitsland en België geen vliegbelasting bestaat.


BALKENENDE:
Ja, er werd wel een vergelijking met andere landen gemaakt. En we zullen het moeten zien. We zien trouwens toch dat het soms erg vol kan zijn op vliegvelden. Natuurlijk moet je oog hebben voor wat in ander landen gebeurt. Maar hier zitten maatregelen, dat heb ik ook vorig jaar gezegd, die hebben te maken met het milieu. Dat is ook de reden waarom deze zijn geïntroduceerd.

Koopkracht

SCHILHAM:
Hoe dan ook, mensen maken zich toch ook zorgen over hun portemonnee. Is dat terecht?


BALKENENDE:
Dat begrijp ik heel goed. Kijk, iedereen ziet op het ogenblik de stijging van grondstoffen en met name ook van benzineprijzen en dieselprijzen. En dat raakt ook het hele vraagstuk van de inflatie. En als de inflatie stijgt, betekent het dat je nog meer hebt te betalen. Een groot gevaar wat ons bedreigt is eigenlijk dit. Wanneer de inflatie stijgt, en we gaan de lonen laten stijgen, dan kun je in een soort spiraal komen waarin het leven duurder wordt en dat moet je dan weer compenseren met hogere salariseisen. En wat gebeurt er dan? Dan kun je ook die concurrentiepositie gaan verliezen. Dat is een reden om te zeggen: laten we heel goed uitkijken, laten we oppassen dat we niet de fouten van het verleden herhalen. En op deze manier oog hebben voor wat mensen op het ogenblik vragen. En ik zie heel goed de koopkrachtdiscussie. Als kabinet zullen we daar in augustus bij stil staan.

SCHILHAM:
De koopkracht lijkt onder druk te staan. Vorig jaar met Prinsjesdag heeft u gezegd: 2008 wordt niet zo'n leuk jaar. Maar daarna zal het beter gaan. Nu is de vraag natuurlijk of u dat kunt waarmaken als u straks in augustus over die koopkracht gaat praten.


BALKENENDE:
Ik ga natuurlijk zelf nu niet in op besluitvorming die in augustus aan de orde is.

SCHILHAM:
Dat begrijp ik, maar kunt u die belofte van vorig jaar waar maken?


BALKENENDE:
We hebben natuurlijk gezegd: in het jaar 2008 vragen we meer van burgers dan in de jaren erna. Toen hebben we ook gezegd: waarom doen we dat in 2008? En dat is ons beeld. De economische ontwikkeling is goed dit jaar. De economische groei is nog steeds hoog. En dat geldt voor vorig jaar nog in versterkte mate. En we wisten ook dat na verloop van tijd de economie altijd wat gaat afvlakken. Dat is een conjunctuurontwikkeling. En daarom kun je ook dat soort maatregelen beter aan het begin doen dan later in de rit. Dat is een. Het tweede is, we zien op het ogenblik nu wel een behoorlijke toename van de inflatie in tal van Europese landen en ook Nederland heeft er mee te maken. Het is natuurlijk altijd zaak om dat zo beperkt mogelijk te houden. Maar aan sommige dingen kun je natuurlijk niets doen.

SCHILHAM:
Vorig jaar met Prinsjesdag zei u: het zal na 2008 beter worden. Toen zei VVD-leider Rutte: dat kunt u helemaal niet beloven, want u weet niet wat de wereldeconomie doet. Eigenlijk krijgt hij nu gelijk. Want u voert het nu ook aan: we hebben de wereldeconomie niet in handen.


BALKENENDE:
Het is zo dat wanneer je plannen maakt van een kabinetsperiode, dan ga je uit van een economische groei gedurende de hele periode. We hebben gezegd: gedurende de hele periode gaan wij uit van 2 procent economische groei. Op het ogenblik zitten we daar nog boven. En we hebben vorig jaar een heel goed jaar gehad. Het gaat om het gemiddelde over de hele periode. Dat is de groeiveronderstelling. Het tweede is, ook wij hadden rekening gehouden dat de economische ontwikkeling niet altijd op meer dan 3 procent zit. Dus daar hebben we rekening mee gehouden. En dan wat betreft de inflatie. Kijk, de olieprijzen zijn buitengewoon hoog. En dat is hoger - en dat had niemand kunnen voorspellen - dan we vorig jaar konden ramen. Natuurlijk hoop ik ook dat wat olieproducerende landen zullen zeggen: we zullen de productie verhogen. Het is toch een kwestie van vraag en aanbod. En we zullen de koopkrachtontwikkelingen uiteraard dan in augustus nader aan de orde stellen.

SCHILHAM:
Maar had Rutte gelijk toen hij zei: u kunt dat niet beloven voor de jaren na 2008?


BALKENENDE:
Ja gaat natuurlijk vorig jaar - heb ik net gezegd, hoef ik niet te herhalen - uit van bepaalde groeiveronderstellingen. Op het ogenblik zitten we nog binnen die marges. Je weet dat de economische ontwikkeling altijd weer kan afvlakken na een periode van hoogconjunctuur. Dat is niets nieuws. En wat betreft het koopkrachtbeeld hebben we nu met name te maken met die inflatie. Dat is een belangrijke. Dat is in belangrijke mate ook ontstaan vanuit internationale ontwikkelingen. En dat gaan we straks bekijken.

Meevaller

SCHILHAM:
Er was deze week ook een meevaller van 150 miljoen euro. Ik had me kunnen voorstellen dat u gezegd zou hebben: dat is dan mooi om straks iets te doen aan die koopkracht die onder druk staat. Maar nee, de coalitie ging onderling even uitmaken er gaat een stukje naar monumenten, naar tienermoeders en er wordt een vaargeul uitgegraven. Zijn dat nou de prioriteiten waar het land mee te maken heeft?


BALKENENDE:
Het is goed om nog even uit te leggen hoe dit soort zaken zitten. Deze week is er een debat geweest over de Voorjaarsnota. In de Voorjaarsnota wordt opgenomen hoe is de stand van zaken. En er zat in die Voorjaarsnota nog een bedrag van 150 miljoen aan eenmalige te besteden ruimte. Dat mag ook worden benut voor de uitgaven die je doet. En toen hebben de coalitiepartijen aangegeven: we willen dat voor een aantal doelen besteden. U noemt deze. Maar bijvoorbeeld ook 15 miljoen dat zal worden besteed voor mensen in moeilijke omstandigheden die je financieel kunt ondersteunen. Dat past denk ik ook weer bij de tijd waarin we nu zitten. Dat zal dan via gemeenten z'n beslag krijgen. En zo mag die keus worden gemaakt. Het zijn uitgaven waar nog ruimte is, de beschikbare ruimte mag eenmalig worden ingezet. En wat dat betreft hanteren we de spelregels.

SCHILHAM:
Maar had u het niet eenmalig kunnen teruggeven aan de belastingbetaler?


BALKENENDE:
Het is natuurlijk de vraag. Op het totaal is het niet zo geweldig veel. Want als je dat zou gaan versleutelen, dan heb je toch gauw over toch wel heel kleine bedragen. En er speelt nog iets anders mee...

SCHILHAM:
Maar het gebaar was misschien aardig geweest in een week dat mensen zien dat nieuwe belastingen geïntroduceerd worden. Vliegbelasting, accijnsverhogingen. Was het niet een goed signaal geweest om te zeggen: dan geven wij nu een stukje terug, want we hebben wat geld over.


BALKENENDE:
Nee, want het is ook zo dat die maatregel van bijvoorbeeld de verhoging van de dieselaccijns, dat is een besluit dat hebben we vorig jaar (...) genomen hebben met elkaar zo van: dat doen we om bepaalde redenen. En dat is ook via de wetgeving aan de orde gesteld. Dus op een bepaald moment zo'n maatregel genomen. Het is gewoon een bevestiging van het beleid dat je hebt ingezet. Je kunt niet wanneer je bepaalde maatregelen neemt het van de ene week op de andere week gaan veranderen. Dat kan niet. Natuurlijk hebben wij gesprekken met de transportsector. Verschillende bewindslieden hebben contact met de sector om te kijken wat zouden we kunnen doen om de situatie te verbeteren. Want ik zie natuurlijk ook problemen die bestaan. Maar dit is een kwestie van middelen die in de uitgavensfeer eenmalig kunnen worden beschikt, maar dan heeft ook elke fractie recht om daar een en ander mee te doen.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, MT)