Ministerie van Buitenlandse Zaken


Breng bin laden voor het strafhof

Het Internationaal Strafhof zou ook internationale terroristen moeten kunnen berechten.

Maxime Verhagen ­ minister van Buitenlandse Zaken
In de tien jaar dat het Internationaal Strafhof bestaat is al veel bereikt. De zestig ratificaties die nodig waren om het Statuut van Rome te bekrachtigen, volgden binnen vier jaar ­ verrassend snel. Sindsdien heeft het Intternationaal Strafhof zich ontpopt tot een volledig functionerend gerechtshof: er zijn onderzoeken gaande, drie verdachten staan terecht in Den Haag, een vierde zal naar verwachting spoedig arriveren.

Staten hebben het systeem geschapen, staten moeten nu ook zorgen dat het werkt. Zij zijn verplicht om internationale misdrijven te onderzoeken en te vervolgen. Daarnaast moeten ze medewerking verlenen aan het Internationaal Strafhof, door verdachten over te dragen en bewijs te verzamelen. De Democratische Republiek Congo en België hebben hun steun aan het Hof betuigd door verdachten te arresteren en over te dragen aan Den Haag. Die medewerking verdient alle lof. Veel andere landen hebben hun nationale wetgeving aangepast of zijn daar mee bezig, zodat juridische obstakels samenwerking met het Hof niet langer in de weg staan. Een positieve ontwikkeling.

Tegelijkertijd moeten we echter constateren dat staten de zwakste schakel zijn in het strafrechtsysteem. Hoe jong het Hof ook is, we hebben al gezien hoe gebrek aan medewerking het systeem lam legt. De regering van Soedan weigert pertinent arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof uit te voeren. Ik vind dit onaanvaardbaar: de Soedanese regering zou geen bescherming mogen bieden aan twee van haar onderdanen die worden verdacht van de meest gruwelijke misdaden in Darfur. Zo'n gebrek aan respect is een klap in het gezicht van het Strafhof, van de Veiligheidsraad, van de internationale gemeenschap en niet in de laatste plaats van de Soedanese bevolking. Toen ik in februari in Soedan was, heb ik er persoonlijk bij president al-Bashir op aangedrongen mee te werken met het Strafhof ­ tevergeefs. De internationale gemeenschap moet nu dee druk op Soedan effectief opvoeren. De Europese Raad sprak twee weken geleden nog zijn grote zorg uit over het gebrek aan medewerking met het Strafhof. De EU zal extra maatregelen tegen Soedan overwegen, als de regering volhardt in zijn weerbarstige houding. Ik ben voorstander van scherpere sancties tegen de Soedanese regering.

Het is duidelijk dat verdachten niet onder omstandigheden zoals in Guantanamo Bay mogen worden vastgehouden. Ik heb tegenover de Amerikaanse regering altijd de sluiting bepleit, vanwege het juridisch vacuüm waarin verdachten worden vastgehouden, vanwege de verkeerde interpretatie die de Amerikanen hanteren van het internationaal humanitair recht en de mensenrechtenschendingen die daar worden begaan. Protest aantekenen tegen Guantanamo Bay ontslaat de internationale gemeenschap echter niet van zijn verplichting een systeem te ontwerpen dat wèl op effectieve wijze omgaat met verdachten van terroristische misdrijven.

Verdachten van terreur zouden voor het Internationaal Strafhof kunnen worden gebracht, als hun daden zo ernstig zijn dat ze kwalificeren als misdaden tegen de menselijkheid. Het Statuut van Rome kan zo worden geïnterpreteerd dat het Strafhof over dit soort misdaden jurisdictie heeft. Ik zou graag zien dat de breinen achter het internationaal terrorisme, mensen als Osama bin Laden, voor het gerecht worden gebracht. Als de nationale rechtsgang tekort schiet, zouden we de potentie van het Internationaal Strafhof moeten benutten. Ik wil iedereen oproepen creatief na te denken over de vragen die nog niet zijn beantwoord: politici, juridische experts, maatschappelijke organisaties. Nederland zal een Antiterrorisme Instituut oprichten, mede om aan dit denkproces richting te geven.

Behalve het internationaal strafrechtsysteem van binnenuit versterken, moeten we het ook blijven verbreden, door er naar te streven dat alle staten het Statuut van Rome ondertekenen. Mensen die de meest verschrikkelijke misdaden hebben begaan, mogen geen veilig toevluchtsoord vinden. Het Statuut telt nu 106 statenpartijen, maar we blijven er op aandringen dat meer landen partij worden. Dat geldt ook voor de Verenigde Staten en andere machtige landen die tot nog toe buiten het Statuut zijn gebleven. Er is de afgelopen tijd sprake van een verandering van toon bij de VS. De Amerikanen lijken het Strafhof in toenemende mate te aanvaarden als een realiteit. Het Hof heeft sterke spelers zoals de VS nodig, om effectief te kunnen zijn. Nederland blijft de VS er dan ook op wijzen dat zijn bondgenoten het Hof wel steunen. De VS hebben zich grote inspanningen getroost om een eind te maken aan straffeloosheid door de instelling van andere internationale strafhoven en tribunalen ­helemaal in lijn met de Ammerikaanse waarden en tradities. We vragen de VS hetzelfde te doen voor het Internationaal Strafhof.

Dit is een verkorte versie van de toespraak die Verhagen gisteren uitsprak in het Vredespaleis ter gelegenheid van de viering van tien jaar Statuut van Rome.