INLIA
Kunnen Chinezen terug? 07/07/2008
Al vele jaren is het voor uitgeprocedeerde Chinese asielzoekers een
groot probleem om terug te keren naar China. De Nederlandse
rijksoverheid geeft vaak aan dat dit komt doordat Chinezen onjuiste
identiteitsgegevens zouden opgeven. Het is echter duidelijk dat de
Chinese ambassade zelden reispapieren verstrekt aan ongedocumenteerde
ex-asielzoekers, die afkomstig zijn uit China. Indien de ambassade
geen reisdocument afgeeft, wordt door de Rijksoverheid echter altijd
aangenomen dat dit de schuld is van de betreffende Chinees. De
gevolgen hiervan zijn dat de opvangvoorzieningen beëindigd kunnen
worden, betrokkene in vreemdelingenbewaring kan worden genomen en niet
in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van het
buitenschuldcriterium.
In een zaak (AWB 08/6646) die in maart 2008 voor de Rechtbank
Rotterdam diende, presteerde de IND het om de rechtbank onjuist te
informeren over het afgeven van reisdocumenten (laissez-passers, LPs)
door de Chinese autoriteiten. Hierdoor konden ook andere afgewezen
Chinese asielzoekers langer in vreemdelingenbewaring worden gehouden.
De IND had de rechtbank eerder in diverse zaken laten weten dat in
twee gevallen onlangs nog laissez-passers waren verstrekt aan
documentloze Chinezen. Uit verdere navraag door de rechtbank bleek
echter dat deze informatie niet klopte. Het bleek dat de Chinese
ambassade sinds mei 2007 aan geen enkele documentloze Chinees een LP
heeft afgegeven, zo moest de IND voor de rechtbank toegeven.
De rechtbank droeg de IND dan ook op de betreffende Chinezen meteen
vrij te laten. Steeds meer rechtbanken hieven hierna om dezelfde reden
de bewaring van documentloze Chinezen op.
Ondanks deze uitspraken ging Staatssecretaris van Justitie mw Albayrak
echter op verzoek van de Tweede Kamer over tot in bewaring stelling
van 140 uitgeprocedeerde Chinese asielzoekers zonder papieren. Zij
behoorden tot een groep van ruim 700 Chinezen, die zich in maart van
dit jaar in het Aanmeldcentrum Ter Apel gemeld hadden omdat ze (ten
onrechte) dachten in aanmerking te komen voor een nieuw generaal
pardon. Inmiddels bevelen meerdere rechtbanken de opheffing van de
vreemdelingenbewaring van Chinezen die tot deze groep behoren, omdat
er geen zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn. De
Staatssecretaris heeft inmiddels besloten om maar af te zien van hoger
beroep tegen deze vonnissen.
Indien de rechtbank oordeelt dat iemand onrechtmatig van zijn vrijheid
is beroofd, dan kan ook een schadevergoeding worden toegekend dat is
bij wet zo geregeld, of politici dat nu pijnlijk vinden of niet
(CDA-Kamerlid Van de Camp noemde het fnuikend voor het draagvlak van
het asielbeleid en vrij onthutsend dat een Chinees na 30 dagen werd
vrijgelaten en 2100 schadevergoeding kreeg toegekend, zie De
Volkskrant 27/6/08). Het echte politieke probleem is echter nog steeds
niet opgelost: de uit bewaring vrijgelaten Chinezen, en hun uit eigen
beweging al eerder weer ondergedoken landgenoten, zijn niet uitgezet
maar staan nog steeds zonder voorzieningen illegaal op straat.