Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Voortgang ganzenopvangbeleid

09 juli 2008 - kamerstuk

Directie Natuur

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

DN. 2008/495 9 juli 2008

onderwerp bijlagen

Voortgang ganzenopvangbeleid

Geachte Voorzitter,

Tijdens het wetgevingsoverleg Natuur op 15 oktober 2007 heb ik de toezegging gedaan om u te informeren over de maatregelen die ik, samen met de provincies, Natuurlijk Platteland Nederland (NPN) en de Land en Tuinbouw organisatie (LTO) zou nemen om het animo voor de ganzenopvang te verhogen. Met deze brief wil ik deze toezegging gestand doen.

Achtergrond
In 2003 is besloten in het beleidskaderoverleg faunabeheer om in gebieden met veel ganzenschade een opvangregeling voor ganzen te introduceren. Ik heb de provincies gevraagd om 80.000 hectare opvanggebied aan te wijzen, waarvan 15.000 hectare in natuurgebieden. In de opvanggebieden op agrarische grond (65.000 hectare) kunnen boeren op vrijwillige basis een overeenkomst afsluiten voor de opvang van ganzen. In totaal zijn er vier ganzenopvangpakketten geformuleerd. Deze pakketten vormen sinds mei 2006 een onderdeel van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2000-2006 (POP-1) en waren opgenomen in de toenmalige Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN). Inmiddels is de verantwoordelijkheid voor de ganzenpakketten overgedragen aan de provincies.

Knelpunten
In de loop van 2007 bleek dat er op twee punten van de ganzenopvangregeling veel kritiek bestond. Dit betreft de geringe mogelijkheden voor gewasrotatie en de hoogte van de maximale vergoedingen in de onderscheiden ganzenopvangpakketten. Vanwege deze twee knelpunten bleek de animo onder boeren om deel te nemen aan de ganzenopvang-

regeling achter te blijven bij de verwachting. De provincies hebben het initiatief genomen om samen met mijn departement, NPN en de LTO oplossingen te bedenken voor deze twee knelpunten om een duurzame basis te leggen voor de ganzenopvang in Nederland.

Gewasrotatie
Het probleem van gewasrotatie komt er op neer dat de zesjarige ganzenopvangovereen- komsten perceelsgebonden zijn, waardoor de mogelijkheden voor gewasrotatie beperkt is.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 juli 2008 DN. 2008/495 2

Dit is lastig in te passen in de agrarische bedrijfsvoering, waar gewasrotatie in het kader van de wisselteelt veel voorkomt. Om die reden is in het nieuwe POP 2007-2013 (POP-2) de mogelijkheid opgenomen om de opvangpakketten voor ganzen en smienten te rouleren over de verschillende percelen. De provinciale Subsidieregelingen Agrarisch Natuurbeheer (PSAN) zijn hier nog niet op aangepast.
De provincies hebben hiertoe nu een verordeningstekst uitgewerkt, die voldoet aan de wensen van gewasrotatie. Het komt er in grote lijnen op neer dat de boer jaarlijks tijdens de openstelling opgeeft op welk perceel dat jaar de ganzen worden opgevangen. Voor- waarde is wel dat ieder jaar voldaan wordt aan de minimumoppervlakte zoals die staat beschreven in het ganzenopvangpakket. Inmiddels hebben NPN en LTO ingestemd met deze oplossing voor gewasrotatie. Omdat het voorstel verder gaat dan de mogelijkheden die het POP-2 momenteel biedt zal het POP-2 moeten worden gewijzigd.

Maximale vergoeding
Het tweede knelpunt betreft het maximum in de vergoeding per hectare. De vergoeding van de ganzenopvangpakketten bestaat uit een deel vaste vergoeding en een variabel deel. Het variabele deel betreft inkomstenderving die wordt getaxeerd. In de ganzen- pakketten is een maximum opgenomen. In de praktijk is gebleken dat het gehanteerde maximum in de vergoeding te laag is, zodat in gebieden met een uitzonderlijk grote ganzendruk de deelnemende boeren niet de gehele inkomstenderving vergoed kunnen krijgen. Gevolg is dat de belangstelling onder boeren in gebieden met een grote ganzen- druk om deel te nemen aan de regeling klein is. Samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO) heb ik afgesproken om nog eens goed te kijken naar de gehanteerde maxima en met een nieuw en goed onderbouwd voorstel te komen bij de Europese Commissie. Inmiddels hebben de provincies samen met mijn departement op basis van herberekeningen een nieuw voorstel ontwikkeld, waarin sprake is van een hoger maximum in de vergoedingen. NPN en LTO hebben ook met dit voorstel ingestemd.

Goedkeuring Europese Commissie
Op 14 februari jongstleden heeft het IPO mij de verordeningstekst met beide voorstellen voorgelegd en het verzoek om mee te werken aan goedkeuring door de Europese Commissie (EC) van de ganzenpakketten. De voorstellen zijn inmiddels in behandeling bij de EC. Na goedkeuring kunnen de voorstellen geëffectueerd worden.

Conclusie
Het IPO heeft een voorstel ontwikkeld voor de ganzenopvangpakketten dat, naar mijn mening, een afdoende oplossing biedt voor de huidige beleidsinhoudelijke knelpunten in de ganzenopvangregeling. Dit natuurlijk onder voorwaarde van Europese goedkeuring, waarvoor ik mij zal inspannen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 juli 2008 DN. 2008/495 3

Ik heb er dan ook vertrouwen in dat hiermee de ganzenopvangregeling een succesvolle regeling blijft die op veel belangstelling van boeren mag rekenen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --