Sociaal en Cultureel Planbureau

Groei internetgebruik in cultuursector

De virtuele cultuurbezoeker. Publieke belangstelling voor cultuurwebsites.

· Websites over cultureel erfgoed en kunsten worden vooral gebruikt voor praktische informatie

· Cultuurwebsites zijn vooral het domein van jongeren en hoogopgeleiden

· Aanbod van concertzalen en theaters inmiddels even vaak via internet als via de krant opgezocht

· Helft leners/kopers beeldende kunst gebruikt internet om zich te informeren over aanbod

· Twee op de drie museumbezoekers informeert zich over musea via het web

· Jongeren op internet vooral actief met gamen en downloaden van populaire muziek

· Tussen 2005 en 2006 verdubbelde het aantal muziek-downloads tot 10 miljoen

Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie De virtuele cultuurbezoeker. Publieke belangstelling voor cultuurwebsites die op woensdag 9 juli jl. is aangeboden aan minister dr. R.H.A. Plasterk van OCW. In het rapport geven prof.dr. Jos de Haan (SCP/EUR) en drs. Anna Adolfsen (EUR) een beeld van de belangstelling via internet voor cultureel erfgoed, kunsten, media en bibliotheken. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW en vloeit voort uit het programma Cultuur en ICT binnen het directoraat-generaal Cultuur en Media. Het rapport kwam tot stand in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR).

Cultuurwebsites vooral gebruikt voor informatiedoeleinden

Internet wordt in de erfgoed- en kunstensector vooral gebruikt voor het opzoeken van praktische informatie (bijv. openingstijden en bereikbaarheid). Die zoektocht begint meestal bij Google of een andere zoekmachine en veel minder bij de gespecialiseerde erfgoedportals- en websites. In de afgelopen jaren verloren de oude media (kranten, tijdschriften, radio en tv) terrein als informatiebron over kunst en cultuur, terwijl internet juist steeds meer geraadpleegd wordt.

Informatie over het aanbod van concertzalen en theaters werd in 2006 door 13% van de bevolking op internet gezocht (in 2002 nog 3%) en heeft daarmee inmiddels hetzelfde bereik als de schrijvende pers.

Bezoekers van de theaterwebsites zijn vooral werkende, hoogopgeleide vrouwen in de leeftijd van 35-49 jaar.

Mede door de verspreiding van breedbandinternet en de groei van inhoudelijke naast praktische informatie op het web is het bekijken van beeld- en geluidmateriaal in opkomst. Online wordt al veel tijd doorgebracht met het luisteren naar muziek, kijken van filmpjes en spelen van games. Communicatie en de vorming van communities komt regelmatig voor bij populaire cultuur, en veel minder bij cultureel erfgoed en traditionele kunsten. Ook het zelf toevoegen van informatie (creatie ofwel user generated content) in de vorm van beeld- en geluidmateriaal is veelal geconcentreerd rond populaire muziek en zelfgemaakte filmpjes.

Het online bestellen en betalen van kaartjes en culturele producten neemt toe, maar de groei gaat in vergelijking met andere sectoren (reizen, elektronica) geleidelijk. Het aandeel internetgebruikers dat kaartjes voor evenementen bestelde of betaalde, steeg van 21% in 2005 tot 32% in 2007. Bij internetaankopen van film en muziek steeg dit aandeel van 19% in 2005 tot 23% in 2007.

Virtuele cultuurbezoekers vaak jong en hoogopgeleid

Tieners en twintigers weten muziek en games makkelijk via internet te vinden en ook internet-informatie over podia en cultureel erfgoed raadplegen zij vaker dan ouderen. Mensen van 50 jaar en ouder hebben over het algemeen veel belangstelling voor cultureel erfgoed en hogere kunsten, maar maken daarvoor relatief weinig gebruik van internet. Zij geven vooral de voorkeur aan informatiebronnen als de televisie en de dagbladen.

Hoogopgeleiden en werkenden tonen zowel online als offline meer belangstelling voor erfgoed, theater en concerten dan laagopgeleiden en niet-werkenden. Online kranten worden relatief vaak gelezen door hoogopgeleide mannen in de leeftijd van 20-49 jaar. Digitale televisiekijkers zijn relatief vaak mannen in de leeftijd van 35-55 jaar, met een bovenmodaal inkomen en met één of twee thuiswonende kinderen.

Toenemend internetgebruik in alle cultuursectoren

De groei van het internetgebruik voor culturele doeleinden heeft vooral te maken met de snelheid, toegankelijkheid en laagdrempeligheid van het web. Daartegenover staan soms klachten over de onoverzichtelijkheid en onbetrouwbaarheid van bijvoorbeeld erfgoedinformatie online.

In 2007 maakte de helft van de leners/kopers van beeldende kunst gebruik van internet om zich te informeren over het aanbod van o.a. kunstuitleen en galeries. Van de kunstliefhebbers ging 8% er in 2007 toe over om via internet kunst ook aan te kopen.

Ook onder het museumpubliek groeit de belangstelling voor het internet. Gebruikte in 2004 de helft van de museumbezoekers het internet om informatie over musea op te zoeken, in 2006 was dit aandeel gegroeid tot tweederde van het publiek.

Het zijn vooral mensen in de leeftijd van 19-65 die zich via internet informeren over het museumaanbod. Het aandeel museumbezoekers van 65 jaar en ouder

dat online museumcollecties bekijkt, groeide van 15% in 2003 tot 25% in 2006.

Vooral in de popmuziek heeft internet de laatste jaren tot grote veranderingen geleid. De verkoop van muziek-cd's daalde van ruim 34 miljoen in 2000 naar circa 20 miljoen in 2006, terwijl in één jaar tijd het aantal downloads van internet meer dan verdubbelde, van ruim 4 miljoen in 2005 tot ruim 10 miljoen in 2006. Het zijn vooral jongeren in de leeftijd van 13-25 jaar die dagelijks of enkele dagen per week muziek downloaden.

SCP-publicatie 2008/9, De virtuele cultuurbezoeker; publieke belangstelling voor cultuurwebsites Jos de Haan en Anna Adolfsen, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, juni 2008,

ISBN 978 90 0357 3; prijs ¤ 19,90.

De publicatie is verkrijgbaar bij de (internet) boekhandel of te bestellen via de web-site: www.scp.nl



Sociaal en Cultureel Planbureau