INLIA


Terugkeerrichtlijn in Europees Parlement aangenomen 10/07/2008

Het Europees Parlement heeft op 18 juni 2008 een terugkeerrichtlijn aangenomen, waarmee wordt getracht het Europees immigratiebeleid meer te harmoniseren. Op sommige deelterreinen zijn de gevolgen hiervan in het Nederlands beleid nu al merkbaar. Een kort overzicht:

Detentie

De terugkeerrichtlijn bevat onder meer bepalingen over vreemdelingendetentie. Zo mag de detentie niet langer dan zes maanden plaatsvinden, met in uitzonderlijke gevallen een verlenging van twaalf maanden. Gezinnen met kinderen mogen alleen in detentie worden geplaatst als dit strikt noodzakelijk is en voor een zo kort mogelijke periode. Zij moeten daarbij de beschikking krijgen over een afgescheiden woonruimte waarin de privacy voldoende is gegarandeerd. Nederland paste eerder dit jaar het beleid rondom de detentie van (gezinnen met) kinderen aan. De huidige werkwijze past binnen de bepalingen rondom detentie van gezinnen met kinderen in de nieuwe terugkeerrichtlijn.

Rechterlijke toets

Wanneer iemand in vreemdelingendetentie wordt geplaatst moet de rechtmatigheid daarvan binnen 72 uur door de (nationale) rechter worden getoetst.

Grondgebied EU

Een andere bepaling in de richtlijn betreft de mogelijkheid voor lidstaten om een verbod uit te vaardigen aan uitgewezen vreemdelingen om het grondgebied van de EU te betreden voor een periode van vijf jaar.

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De richtlijn bevat verder een bepaling inhoudende dat niet-begeleide minderjarigen (waaronder amvs) niet kunnen worden uitgezet, tenzij terugkeer naar familie of een adequate ontvangst is gewaarborgd. Staatssecretaris Albayrak kondigde een aantal weken geleden nieuw beleid aan, waaronder het reeds uitzetten van amvs terwijl zij de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Veilige landen

Tot slot bevat de richtlijn bepalingen over de vaststelling van veilige landen. Op Europees niveau komt een lijst van veilige landen waarbij lidstaten verplicht zijn om aanvragen van asielzoekers uit die landen af te wijzen. In eerste instantie was slechts de Raad van Ministers bevoegd tot vaststelling van de lijst; echter, door een uitspraak van het Europese Hof van Justitie moet nu ook het Europees Parlement bij de vaststelling worden betrokken. Totdat dit gerealiseerd is, kan op Europees niveau niet tot vaststelling van de lijst worden overgegaan.

Invoering

De nationale wetgeving van de lidstaten moet nu worden aangepast aan hetgeen in de richtlijn is opgenomen. Dit moet voor juli 2010 gebeuren.