Time : 10:58:17
Date : 10 July 2008
Sender Name: FAVV-AFSCA

Voedselagenschap : reactie op de reportage van VTM, jounaal van 19.00 uur 9 juli 2008

Het Voedselagentschap is verwonderd en houdt eraan te reageren op de onjuiste informatie die verspreid werd door VTM op 9 juli 2008, informatie die insinueerde dat het FAVV te laat zou gereageerd hebben in verband met het probleem van bepaalde frituurvetten.

Het Voedselagentschap werd vrijdag 27 juni laat op de dag verwittigd via een RASFF ( snelle Europese waarschuwingssysteem ) van het feit dat Zweden in mei en juni rundervet geëxporteerd had naar verschillende Europese landen, alsook calciumdifostfaat (meststof) die niet voldeden aan de wettelijke vereisten.
Het RASFF bericht maakte melding van het feit dat deze producten gedeeltelijk vervaardigd waren van beenderen afkomstig van de wervelkolom van runderen ouder dan 30 maanden.
Door de preventieve maatregelen tegen BSE is dit in de Europese Unie niet toegelaten.

Vanaf zaterdag 28 juni werd contact opgenomen met de operatoren of pogingen daartoe ondernomen. De tracering begon op maandagmorgen 30 juni.

Op woensdagmorgen 2 juli werd een overlegvergadering gehouden op de Europese Commissie tussen alle lidstaten . Vanaf maandag 30 juni werd duidelijk dat op de 6 ladingen vet afkomstig uit Zweden er 3 onmiddellijk naar Duitsland werden doorgestuurd. De 3 overblijvende ladingen werden aan 3 Belgische operatoren geleverd. Het calciumdifosfaat werd voor een groot deel naar Frankrijk uitgevoerd.

Tijdens de vergadering met de Europese Commissie werd besloten, als enige aanbeveling het nog niet verwerkte gedeelte terug naar Zweden te sturen.
Ook werd besloten, op basis van de informatie en de risico-evaluatie door Zweden , dat het niet nodig was bijkomende maatregelen voor de volksgezondheid te nemen.

Niettegenstaande deze aanbeveling heeft het Voedselagentschap, getrouw aan de procedures die het opgesteld heeft en die gewoonlijk in België worden toegepast, beslist om vanaf woensdagmiddag 2 juli over te gaan tot een terugtrekking van het betrokken vet uit de handel. Het Agentschap heeft deze beslissing genomen, in overweging nemende dat zelfs als het product geen enkel gevaar inhoudt voor de volksgezondheid, het niet in overeenstemming is met de wettelijke voorschriften. Al de documenten en procedures werden nog diezelfde woensdagnamiddag 2 juli voorbereid.

Donderdag, 3 juli reeds in de voormiddag werden de 3 betrokken operatoren alsook de betrokken beroepsorganisaties op de hoogte gesteld van de te volgen procedure voor het terugtrekken van de betrokken producten uit de handel.
Het betreft hier een cascadeprocedure waarbij elke betrokken operator er aan gehouden is direct zijn klanten te verwittigen van het feit dat zij niet conforme producten aangeleverd gekregen hebben en dat zij onmiddellijk moeten overgaan tot het blokkeren van de eventueel nog aanwezige producten en in het geval deze producten reeds verder gecommercialiseerd werden zij op hun beurt hun klanten moeten verwittigen, die dan dezelfde procedure moeten toepassen.

De procedure voorziet eveneens dat elke operator onverwijld het Voedselagentschap moet op de hoogte brengen van de genomen maatregelen, de agenten van het Voedselagentschap gaan dan ter plaatse controleren of de opgelegde maatregelen werden toegepast.

Het Voedselagentschap kan , als een van de enige instanties zoniet de enige in Europa, die deze maatregelen genomen heeft, deze lasterlijke beschuldigingen over het ontbreken van een snelle reactie in verhouding met het gestelde probleem, niet accepteren . Een probleem dat volgens het advies van de experten geen gevaar inhoudt voor de volksgezondheid.

contactpersoon voor de pers: Lieve Busschots : 0477 59 83 93

Link to Press Release - NL Link to Press Release - FR