Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Antwoorden op Kamervragen over controle op eieren in supermarkten


11 juli 2008 - kamerstuk

Directie Landbouw

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20401

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum


17 juni 2008 2070823040

DL. 2008/1620 11 juli 2008

onderwerp bijlagen

Controle van eieren

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, toekomen de antwoorden op de vragen van de leden Aptroot en Snijder-Hazelhoff (VVD) over het controleren van eieren in supermarkten.


1 en 2
Heeft u kennisgenomen van de nieuwe activiteit van het CPE (Stichting controlebureau voor pluimvee, eieren en eierproducten) die nu eierdoosjes in supermarkten en levensmiddelenzaken koopt om de eieren te controleren? 1)

Kunt u aangeven wie opdracht heeft gegeven voor deze nieuwe activiteit?

Het Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) is op grond van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 belast met de uitvoering van de controles op de naleving van de Europese handelsnormen voor eieren bij alle marktdeelnemers, waaronder de supermarkten. De handelsnormen zijn normen gericht op de kwaliteit van het product en opgesteld om producten op de Europese markt van eenduidige hoge kwaliteit te laten zijn. Dit zijn andere normen dan de voedselveiligheidsnormen van de Warenwet waarop de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) controleert. Zeker daar waar het controle betreft op de naleving van normen, die gericht zijn op de kwaliteit van producten en daarmee de handel van die producten bevorderen, acht ik het aangewezen dat gecontroleerden die ook een belang hebben bij een goede naleving van deze normen, zelf de kosten hiervoor dragen. In dat verband kan het CPE voor de controles op de handelsnormen door mij goedgekeurde kostendekkende controletarieven in rekening brengen op grond van artikel


11, eerste lid, van de Landbouwkwaliteitswet. Naast het CPE heeft de VWA voor het toezicht op de naleving van de handelsnormen voor eieren een vangnetfunctie op grond van artikel 15 van de Landbouwkwaliteitswet in relatie tot artikel 26 van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 juli 2008 DL. 2008/1620 2

Voor de wijziging van de Landbouwkwaliteitswet in 2007 strekte de bevoegdheid van het CPE zich uitsluitend uit tot de zogenoemde aangeslotenen (de pluimveehouders en de eipakstations).
Tevens was de Algemene Inspectiedienst (AID) bevoegd op te treden bij strafbare afwij- kingen van de handelsnormen voor eieren, ook bij de overige marktdeelnemers zoals de supermarkten. Op grond van verordening nr. 1234/2007 en verordening nr. 589/2008 is namelijk elke lidstaat verplicht de handelsnormen voor eieren in alle schakels van de eierketen te controleren. In de praktijk voerde het CPE ook steekproefgewijs controles uit bij de andere marktdeelnemers waaronder de supermarkten. Afwijkingen gaf het CPE vervolgens door aan de AID. Het CPE bracht hiervoor geen controletarief in rekening omdat de bevoegdheid daartoe ontbrak in de regelgeving. De door het CPE gemaakte controlekosten in de supermarkten werden omgeslagen in het controletarief voor de aangesloten bedrijven en zo betaalde een deel van de sector voor de controles bij een ander deel van de sector.
In de gewijzigde Landbouwkwaliteitswet van 28 september 2007 is de zogenoemde aansluitplicht en het onderscheid tussen aangesloten en niet-aangesloten marktdeel- nemers vervallen. Sindsdien kan het CPE de controlekosten bij alle marktdeelnemers in rekening brengen.
Ik ben, gelet op het bovenstaande, van mening dat er geen sprake is van een nieuwe activiteit. Het verschil met de situatie van voor de wijziging van de Landbouwkwaliteitswet in 2007 is dat het CPE nu bevoegd is de controlekosten in rekening te brengen bij alle gecontroleerden. Dat is overeenkomstig staand kabinetsbeleid waarin een transparante wijze van kostentoerekening het uitgangspunt is.

3
Bent u van mening dat dit een onnodige activiteit is, omdat de VWA al winkels bezoekt en controleert op onder andere de uiterste verkoopdatum?

De handelsnormen voor eieren zoals neergelegd in verordening (EG) nr. 1234/2007 in samenhang met verordening (EG) nr. 589/2008 omvatten veel meer voorschriften dan de uiterste verkoopdatum. De VWA-controles op de uiterste verkoopdatum zijn dan ook niet toereikend. Het CPE meldt dat uit de tot nu toe in 2008 uitgevoerde controles blijkt dat in circa 60% van de gecontroleerde supermarkten afwijkingen van de handelsnormen zijn geconstateerd. De bevindingen van het CPE worden gerapporteerd aan de gecontroleerde supermarkt. Naast afwijkingen van de uiterste verkoopdatum gaat het om afwijkingen van de tenminste houdbaarheidsdatum, de kwaliteit van de eieren (scheuren, breuken) en de opschriften. Op basis hiervan leid ik af dat er geen sprake is van een onnodige activiteit.

4
Is het ook niet een onnodige activiteit omdat er al eerder controles plaatsvinden bij de leveranciers van de winkeliers, die eieren verhandelen en verpakken, waarna de winkeliers zelf geen andere handeling doen dan het eerder gecontroleerde product in de schappen te leggen en de houdbaarheidsdatum bewaken?

Nee. Hoewel er inderdaad in de voorgaande schakels wordt gecontroleerd op de handels- normen, bestaat het risico dat de kwaliteit van de eieren terugloopt in de supermarkten. De voorgaande schakels hebben hier geen invloed op.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 juli 2008 DL. 2008/1620 3

De supermarkt is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de aan de consument aan- geboden eieren. Zoals eerder aangegeven, ben ik overigens op grond van Europese regelgeving ook gehouden de handelsnormen voor eieren bij alle marktdeelnemers te controleren, waaronder de supermarkten.

Ik heb in artikel 13 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 het CPE belast met de uitvoering van deze publieke taak.
Overigens houdt het CPE in de wijze waarop de controlesystematiek wordt opgebouwd, wel degelijk rekening met het feit dat in de laatste schakels van de keten het risico op overtreding beperkter is. Deze controles op basis van risicoanalyse vinden hun grondslag in artikel 24, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 589/2008.

5
Zijn er nog meer nieuwe activiteiten gepland die strijdig zijn met de motie van het lid Aptroot voor één inspectie- en controledienst en het regeringsbeleid voor eenduidig toezicht?

In het licht van het bovenstaande vind ik dat er met betrekking tot de handelsnormen voor eieren geen sprake is van strijdigheid met de motie van het lid Aptroot. Zoals gezegd, kwam het CPE al in de supermarkten en is uitsluitend de wijze van kostentoerekening transparanter ingericht. Dat staat echter los van de motie-Aptroot. Met de wijziging van de Landbouwkwaliteitswet in 2007 is het CPE ook belast met de controle van de handelsnormen voor pluimveevlees in de slachterijen. Het CPE kan ook voor deze controles kostendekkende tarieven in rekening brengen. Deze controles zijn ook niet nieuw. In het verleden was de AID belast met de controles op de handelsnormen voor pluimveevlees op de interne markt en verzorgde de VWA de controles bij de import. Overigens ben ik bereid om in het licht van de motie-Aptroot met betrekking tot de handelsnormen een mogelijke samenwerking c.q. taakverdeling tussen de VWA en het CPE nader te onderzoeken. In dit verband wil ik tevens de mogelijkheden nagaan van Toezicht op controle arrangementen op basis van private kwaliteitsystemen.

6
Wat vindt u van het optreden van het CPE, dat na de controle aan supermarkten en levensmiddelenzaken meldt dat alles in orde is en vervolgens een factuur voor de ongevraagde controles stuurt van 105 per bezoek?

Ik verwijs hierbij naar het antwoord op vraag 1.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 juli 2008 DL. 2008/1620 4


7 en 8
Wilt u onmiddellijk een einde maken aan deze overbodige werkzaamheden?

Wilt u direct opdracht geven de tot heden opgelegde vergoeding van 105 per bezoek te crediteren dan wel terug te betalen?

Gelet op de antwoorden op vraag 3 en 4 zie ik geen aanleiding de huidige werkwijze op dit moment aan te passen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


1) FD, 13 juni 2008


---- --